Weerloos leven is weergaloos
Het abortusdebat is nog lang niet voorbij, stelt Mark van Opijnen.
Al sinds de oudheid wordt abortus provocatus (”opzettelijke vruchtafdrijving”) uitgevoerd. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Betekent dit dat het debat van onze kant een afgedane zaak is? Integendeel, abortus is een dusdanig belangrijk onderwerp dat we ons als tegenstanders moeten inzetten om het debat (weer) op gang te krijgen. Het christelijke standpunt in het debat is duidelijk: het van God gegeven leven is vanaf de conceptie alle bescherming waard. Tijdens deze Week van het leven wordt er daarom aandacht gevraagd voor bescherming van het ongeboren leven. Bovendien zitten er nogal wat tegenstrijdigheden verstopt in de standpunten van de voorvechters van dit vermeende vrouwenrecht.
Wenselijkheid
Zo zou ”het” nog geen mens zijn, maar slechts een klompje cellen of, eufemistischer, een embryo of foetus. Hiermee wordt gesuggereerd dat er geen beëindiging van menselijk leven plaatsvindt. Echter, het gaat tegen alle logica in dat ”het klompje cellen” geen mens zou zijn. Immers, hoe kan datgene wat uit twee mensen ontstaat iets anders zijn dan een nieuwe mens? Met het woord embryo of foetus suggereren dat dit ongeboren leven geen mens is, is ook nog onjuist. Deze woorden zijn namelijk benamingen voor een bepaalde levensfase in het continue proces van ontwikkeling. Net als peuter en puber dat zijn. We spreken in het abortusdebat dus over menselijk leven, zij het in de prilste ontwikkelingsfase.
Het is opmerkelijk dat de medische wetenschap, zoals verwoord in leerboeken, terzijde wordt geschoven door de ontkenning van menselijk leven vanaf de conceptie. De waarde die toegekend wordt aan dit tere mensenleven verschilt bij voorstanders van abortus bovendien per situatie. Wordt enerzijds het kindje in het kader van een vruchtbaarheidsbehandeling met zorg gekweekt, beoordeeld, geselecteerd en in de baarmoeder geplaatst ter vervulling van een kinderwens; eenzelfde zich ontwikkelend menselijk embryo kan anderzijds op verzoek worden vernietigd. Ik wil over beide situaties niet spreken als een eenvoudige beslissing, maar wel aantonen dat het ronduit verwerpelijk is om beschermwaardigheid van ongeboren leven te beoordelen op basis van wenselijkheid.
Wisselend perspectief
Op meer punten is er tegenstrijdigheid te vinden. Op de verpakking van alcoholhoudende drank staat een verbod voor zwangere vrouwen. Maar als alcohol schade aanricht, wat doet abortus dan met het kindje? Je baby al voor de geboorte schade toebrengen door te roken is not done, maar hetzelfde kindje definitief uit de baarmoeder verwijderen wordt gefaciliteerd. Nota bene door artsen, die in hun eed beloven het leven te beschermen. In de oorspronkelijke eed van Hippocrates staat letterlijk: „Ik zal nooit aan een vrouw een middel toedienen ter vernietiging van ontkiemend leven.”
Nog verder buiten het voorstellingsvermogen ligt postnatale abortus: abortus na de geboorte van het kindje. Volgens sommigen zou dat in bepaalde situaties ook mogelijk moeten zijn. Daartegenover staat het recentelijk aangenomen voorstel tot wetswijziging om levenloos geboren kindjes in de gemeentelijke basisregistratie te kunnen registeren en een geboorteakte te geven. Deze terechte erkenning van geboorte van het kind staat desondanks in contrast met de abortuspraktijk in ons land. Nogmaals blijkt hier dat het ontstane menselijk en daarmee beschermwaardig leven in de moederschoot alleen als zodanig wordt gezien wanneer de ouders dit zelf wenselijk achten. Kwetsbare, ongeboren kindjes kunnen volkomen onrechtvaardig het slachtoffer worden van dit wisselend perspectief.
Wegkijken
Ondanks alle logica in de argumenten tegen abortus is het vaak stugge ontkenning die de voorstanders hiervoor niet ontvankelijk maakt. Echobeelden van een kindje in de baarmoeder kunnen tegenwoordig als kwetsend worden ervaren. Men sluit de ogen voor de feiten. Met een woordenspel wordt geprobeerd de status van het ongeboren leven te veranderen, zodat abortus gerechtvaardigd lijkt. In termen van vrouwenrechten en keuzevrijheid wordt de levensbeëindiging van het ongeboren kindje goedgepraat.
Met de vanaf april 2017 voor iedere zwangere toegankelijke NIPT voor de deur bestaat de kans dat baby’s met het syndroom van Down vaker om die reden het leven wordt ontnomen. Als pleitbezorgers van beschermwaardig leven moeten we het debat daarom blijven aangaan. Christelijke liefde tonen is voor ons daarbij een onmisbare houding. Abortus provocatus is in alle opzichten weerzinwekkend en wreed, maar bovenal een ernstige overtreding van Gods geboden. Aangezien dit niet alleen buiten de kerkelijke gezindte plaatsvindt, geeft dit ten slotte een reden om abortus ook dichterbij niet onbesproken te laten.
Het is tijd dat er één lijn wordt getrokken. Niet de lijn van keuzevrijheid waarlangs alle keuzes goedgepraat kunnen worden – zelfs als weerloze derden het met de dood moeten bekopen. Nee, in een land waarin mensenrechten hoog in het vaandel staan en gelijke behandeling een grondrecht is, behoort het ongeboren leven vanaf het objectieve moment van conceptie dezelfde bescherming als ieder ander mens te ontvangen. Alleen door deze lijn te trekken, kan onvoorwaardelijk barmhartigheid worden getoond. Wegkijken is niet langer een optie. Omdat weerloos leven weergaloos is.
De auteur is commissielid zorg bij SGP-jongeren en geneeskundestudent.