Opinie

Column: Vernieuwingen en intuïtie

De DNA-moleculen in onze cellen bevatten de informatie over onze erfelijke eigenschappen. De ontwikkeling van cellen en stoffen in ons lichaam wordt aangestuurd door die informatie. Wie daar bij kan, heeft toegang tot wat er allemaal aan processen in ons lichaam plaatsvindt.

Prof. dr. Marc J. de Vries
10 November 2016 13:51Gewijzigd op 16 November 2020 08:24
beeld istock
beeld istock

Geen wonder dat wetenschappers er alles aan doen om vat te krijgen op het DNA. Nu is DNA weliswaar voor een molecuul erg groot, maar ook grote moleculen zijn nog steeds erg klein. Ze zijn in de orde van nanometers, dat wil zeggen miljardsten van meters. Alles wat zo klein is, is met de beste lenzenmicroscoop bij lange na nog niet te zien. Maar ingenieurs hebben ook daarvoor een list verzonnen. Twee artikelen in het blad De Ingenieur van oktober 2016 gaan daarover.

Een van de redenen waarom je graag DNA zou willen aflezen, is dat je eraan kunt zien of iemand kanker heeft. Hoe eerder je ziet dat de ziekte zich in een lichaam begint te ontwikkelen, hoe beter behandelbaar de ziekte is. Maar hoe eerder in het ziekteverloop, hoe minder stoffen er in het lichaam aanwezig zijn die erop wijzen dat er iets misgaat. Dankzij een nieuwe techniek, lab-on-chip geheten, kunnen artsen zeer kleine hoeveelheden van zulke stoffen detecteren. Lab-on-chip betekent letterlijk: een compleet laboratorium op een kleine computerchip. Op zo’n chip zitten draadjes van nanoafmeting van silicium waaraan een stukje DNA vastzit. Stoffen in het bloed die wijzen op de aanwezigheid van kanker hechten zich aan dat stukje DNA en dat kan worden afgelezen aan de veranderende elektrische geleidbaarheid van het nanodraadje.

Het klinkt duizelingwekkend en dat is het ook. In het tweede artikel over DNA in datzelfde nummer van De Ingenieur gaat het over een nieuwe machine waarmee je zelfs de bewegingen van DNA kunt waarnemen. Daardoor wordt het mogelijk om te zien hoe DNA en eiwitten met elkaar wisselwerken. Zulke processen gaan mis bij ziekten als parkinson, alzheimer en kanker. Door het gedrag van het DNA te volgen, kun je in een vroeg stadium zien of iemand zo’n ziekte heeft.

Verzet

Hoewel dat waarschijnlijk niet zo met opzet gedaan is, werd meteen na het tweede artikel een interview geplaatst met een zekere prof. dr. Calestous Juma, die recent een boek gepubliceerd heeft met de titel ”Innovation and its enemies” (”Vernieuwingen en hun vijanden”). In dat boek probeert de auteur erachter te komen waarom de eerste reactie op een vernieuwing vaak verzet is. We hebben dat ook gezien bij eerdere uitvindingen die met DNA te maken hebben, zoals genetische manipulatie. Juma zoekt de oorzaak vooral in een diepgewortelde algemene vrees voor verandering. Hij meent dan ook dat ingenieurs beter hun best moeten doen om zelf aan te geven wat de gevolgen van nieuwe technologieën zullen zijn in plaats van dat aan sociale wetenschappers over te laten.

Het gaat in het interview niet expliciet over technologieën om DNA te bekijken en te bewerken, maar de verbinding is snel gelegd. Toch vraag ik me af of de intuïtieve voorzichtigheid rond dit soort vernieuwingen een kwestie is van algemene behoudzucht. Het interview wekt de indruk dat normaal gesproken een analyse van de mogelijke gevolgen zal leiden tot invoering. Een technologie moet even getest worden maar daarna kan men er zonder veel omhaal de vruchten van gaan plukken. Maar wat als die analyse minder gunstig uitpakt? En wat als de gevolgen moeilijk te voorspellen zijn omdat het om een totaal nieuwe en onbekende techniek gaat? Moeten we dan toch niet terugvallen op onze intuïtie?

Ik ben ervan overtuigd dat de mogelijkheid tot een zekere verkenning van de toekomst ons door onze Schepper gegeven is. Dat hoort bij ons mens-zijn. Tegelijk heeft Hij ons ook een minder rationeel onderscheidingsvermogen gegeven. Zeker, dat kan soms op het verkeerde been zetten, maar in veel gevallen werkt het. Wie 
gaat, als hij de weg oversteekt, eerst de afstand en snelheid van de naderende 
auto uitrekenen om te beoordelen of oversteken mogelijk is? Zo iemand komt nooit de weg over. Maar dat hoeft ook niet, want we hebben van de Heere inschattingsvermogen gekregen. Naarmate zich dat door ervaring ontwikkelt, worden we ook voorzichtiger.

Die zogenaamde behoudzucht kon weleens de vrucht zijn van eerdere ervaringen. ”Risicoperceptie” noemen we dat tegenwoordig wel. Gelukkig hebben we tegenwoordig steeds minder de neiging om daar overheen te stappen (”overrulen”) door rationele uitleg. Uitendelijk zijn mensen toch niet gek.

Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer