De 9000 bezoekers, waarvan 1000 kinderen, worden met een videoboodschap welkom geheten door 500 christenen uit Bangladesh. Anne van der Bijl (88), oprichter van Open Doors, is voor het eerst op deze dag niet bij. Van der Bijl heeft Open Doors meegegeven: geef nooit op, aldus Open Doors-directeur Ruud Kraan. Het thema van de dag is ”Heel de Kerk”.

Ds. Ron van der Spoel, adjunct directeur en trainer van Open Doors, verhaalt hoe Paulus in 1 Korinthe 12 de kerk vergelijkt met een lichaam, het lichaam van Christus. „Van het lichaam dat in de wereldwijde kerk zo verschillend is, horen alle delen bij elkaar horen. Ook die kwetsbaar, verborgen en zwak zijn. De verborgen en vervolgde kerk hoort er ook bij. Ze brengt ons terug naar het hart van Jezus. Zij heeft ons nodig en wij kunnen haar niet missen”, zei ds. Van der Spoel.

Mariam uit Nigeria is volgens ds. Van der Spoel het zichtbare voorbeeld van een verborgen lichaam. Zaterdag vertelt ze haar verhaal in Utrecht. Mariam vertelt hoe op 29 oktober 2014 haar kinderen ’s ochtends naar school zijn gegaan. Daarna wordt het onrustig in haar dorp. Buiten de kliniek waar ze werkt hoort ze geweerschoten. De strijders van Boko Haram zijn bezig met een invasie. Iedereen probeert de stad te ontvluchten. Ook de kinderen van Mariam vluchten voor de terroristen. „Mijn man probeert me te bereiken. Als we samen naar onze kinderen op zoek zijn komen we bij een checkpoint Boko Haram-strijders tegen. Ze vragen mijn man of hij moslim of ongelovig is. Hij antwoordt dat hij geen van beide is, maar christen is. Hij moet aan de kant van de weg knielen. Terwijl hij een gebed uitspreekt schieten de terroristen hem met vijf kogels dood. Ook ik kniel en bidt God om hulp. Nu zal ik wel aan de beurt zijn. Ik blijf gespaard omdat de terroristen geen vrouw willen doden.”

Mariam vlucht en gaat verder op zoek naar haar kinderen. Na een paar dagen vindt ze die terug in een veilig gebied. Mariam is kerkleider en vervult een belangrijke taak in haar omgeving.

Ze benadrukt de rol van het gebed en roept de aanwezigen op voor de vervolgde kerk te bidden om genezing van de wonden en om vergeving. „Zoals Jezus ons leerde te vergeven”, zegt ze. „Met vervolging houdt het niet op. Niets zal ons kunnen scheiden van de liefde van Christus. Al hebben ze mijn man gedood.”

Pastor Jamal geeft in het Midden-Oosten leiding aan een kerk die veel werk verzet onder vluchtelingen. Hij weet als geen ander hoe het is om herder te zijn in een gemeente die getraumatiseerd is door de voortslepende burgeroorlog.

Jamal (1967) wordt als 15-jarige getraind om tegen de gehate vijanden te vechten. Eerder overleefde hij een bomaanslag. „Ik haatte de vijand.” In 1993 krijgt Jamal in een gezicht te horen dat hij de Heere moet dienen. „Hij nam de haat in mij weg en stortte Zijn liefde uit in mijn hart.”

In 2003 start Jamal een kerk met een groep criminelen. Wat hoopvol lijkt loopt op niets uit. „Dat gaf mij het gevoel gefaald te hebben.” Later wordt Jamal elders uitgenodigd. Met zeven mensen begint hij opnieuw een kerk. Het aantal kerkgangers breidt uit, waaronder veel vluchtelingen. In 2012 verrijst er een kerk met zeven verdiepingen. Elke dag worden er drie tot vier diensten gehouden en hebben zich veertig Bijbelstudiegroepen gevormd onder vluchtelingen. Met hulp van Open Doors krijgen tweeduizend gezinnen noodhulp en geestelijke bijstand en kunnen drieduizend kinderen naar school gaan. „Voor de een zijn vluchtelingen een ramp, voor ons zijn ze een kans”, zegt Jamal. „De Heere heeft de wind gestuurd en wij hebben de zeilen gehesen. God heeft een deur geopend voor de moslims en wij hebben die kans gegrepen.”

Jamal getuigt dat in het Midden-Oosten God grote dingen doet. Hij werkt achter de schermen in het leven van moslims. De vluchtelingen hebben u en uw gebed nodig. Wees moedig, maar ook voorzichtig. De vijand is listig, zo waarschuwt Jamal. „Als je de tanden van de leeuw ziet, denk dan niet dat hij lacht.”