1

Je kunt natuurlijk altijd hetzelfde wachtwoord gebruiken, maar als dat een keer gekraakt wordt, ben je op alle fronten de pineut. Dan is het beter om ze allemaal in een wachtwoordmanager stoppen, een programmaatje –met wachtwoord– waarin je al je wachtwoorden altijd weer terug kunt vinden. Maar ook wachtwoordmanagers worden gehackt. Hackers maken gebruik van programma’s die volautomatisch wachtwoorden uitproberen. Op internet circuleren enorme lijsten van veelgebruikte combinaties.

2

Een gemiddelde internetgebruiker moet twintig verschillende wachtwoorden gebruiken. Om die allemaal te onthouden, heeft de onderzoeker van het Amerikaanse Georgia Institute of Technologie een foefje bedacht. De meeste wachtwoorden moeten een hoofdletter, een cijfer en een leesteken bevatten. Samadi stelt voor om daar een vaste code voor te gebruiken, bijvoorbeeld V6*, die in al je wachtwoorden terugkomt. Voor het vervolg van het wachtwoord moet je gebruikmaken van ‘gewone’, gemakkelijk te onthouden woorden die je gaat versleutelen. Een beetje op de manier waarop een kind een brief in geheimtaal schrijft.

3

Een van de methoden van Samadi gaat uit van een reeks van vijf woorden die samen zo veel mogelijk (liefst alle) letters van het alfabet bevatten. Dat kunnen willekeurige woorden zijn, maar ook de namen van je kinderen, je broers of de straten of dorpen om je heen. Neem van de website waarvoor je een wachtwoord moet aanmaken de eerste vijf letters, bijvoorbeeld ”markt” van ”marktplaats”. Begin bij de ”m” en ga in je woordenreeks na wanneer deze het eerst voorkomt. Gebruik de letter die erna komt voor je wachtwoord. Sel dat je reeks begint met ”Alblasserdam, Kinderdijk, enz.”, dan is de ”k” de eerste letter van je wachtwoord. Ga zo door tot je al de letters van ”markt” hebt versleuteld.