Sporen van een zware loopgravenoorlog in Vlaanderen
Resten van tientallen soldaten, 21 ton munitie, uitrustingsstukken en overblijfselen van loopgraven. Het resultaat van enkele weken zoeken is beschreven in een indringend boek: ”Onder Vlaamse velden”.
Langemark: de plaats waar op 22 april 1915 voor het eerst gifgas werd ingezet tegen de Britten en de Fransen. Het is ook de plaats waar in 1914 duizenden vrijwel ongetrainde jonge Duitse soldaten sneuvelden. De plaats waar onder anderen 44.000 Duitsers liggen begraven. En de plaats waar het front van de Eerste Wereldoorlog jarenlang vrijwel niet verschoof.
Bij Langemark werd eerder dit jaar een gaspijplijn aangelegd. Archeologen kregen veertig dagen de tijd om ter plekke onderzoek te doen. Verslaggever Arnout Hauben ging samen met de archeologen aan de slag op de 8 kilometer lange en 32 meter brede opgravingslocatie. Hij schreef er met Johanna Spaey een boek over.
”Onder Vlaamse velden” beschrijft op aangrijpende wijze het leven van de frontlijnmilitairen uit de Eerste Wereldoorlog. Bijvoorbeeld van de Nieuw-Zeelander Henry John Innes Walker, vermist na een nachtelijk gevecht op 25 april 1915. De ploeg waarin Hauben werkt, vindt tijdens opgravingen botten, resten van een kepie die werd gedragen door officieren en enkele voorwerpen zoals een zakmes en wat geld. De letters HJIW, gegraveerd in een medaillon, maken uiteindelijk duidelijk van wie de menselijke resten zijn. Walker kan na ruim 100 jaar worden geschrapt van de lijst van vermisten. En hij krijgt eindelijk een graf bij zijn kameraden.
Er worden bij de opgravingen talrijke resten van menselijke lichamen gevonden. De meeste zijn echter niet meer te identificeren. Ze worden ter ruste gelegd op een Belgische begraafplaats.
Wijnflessen
Munitie wordt er ook gevonden. Bijvoorbeeld een Britse granaat die vlak bij oude Duitse stellingen ligt. Het levensgevaarlijke oorlogstuig van ongeveer 100 kilo staat op scherp en moet worden geruimd. Iets wat in de Vlaamse velden overigens haast dagelijkse kost is. Maar ook wijnflessen. Vriend en vijand dronken liters alcohol om de ellende voor korte tijd te vergeten.
En dan de loopgraven. Tijdens de oorlog werd het Vlaamse land omgeploegd om Duitsers, Britten en Fransen bescherming te bieden. Na de oorlog werden de loopgraven dichtgegooid om het gebied weer geschikt te maken voor landbouw. Enkele meters onder het maaiveld liggen echter nog steeds restanten. Zorgvuldig opgetrokken Duitse schuilplaatsen met spoorlijntjes voor onder meer munitie. En veel minder gestructureerd aangelegde Britse loopplanken die moesten voorkomen dat soldaten wegzakten in de modder.
Rauwe werkelijkheid
Het boek ”Onder Vlaamse velden” is rijk geïllustreerd met foto’s uit de Eerste Wereldoorlog en ook foto’s van de opgravingen en het identificatieproces. Bovendien zijn er enkele verduidelijkende kaartjes weergegeven. De schrijvers schuwen het niet om de rauwe werkelijkheid van de oorlog ook in de foto’s te tonen. Er zijn meerdere afbeeldingen opgenomen van gesneuvelde en gewonde militairen. Bij het taalgebruik in een enkel gedicht zijn op z’n minst vraagtekens te plaatsen. Ondanks dit is het boek een aanrader voor mensen die een wat diepergaande interesse hebben in de Eerste Wereldoorlog.
Boekgegevens
”Onder Vlaamse velden”, Arnout Hauben en Johanna Spaey; uitg. Polis, Kalmthout, 2016; ISBN 978 94 631 0192 9; 224 blz.; € 19,95.