Brazilië claimt zege in katoenconflict
Brazilië zegt een belangrijke overwinning te hebben geboekt in zijn katoenconflict met de Verenigde Staten.
Volgens de Wereldhandelsorganisatie (WTO) hebben subsidies aan de Amerikaanse katoenboeren de wereldhandel verstoord en ontwikkelingslanden van de markt gedreven.
Dit zou staan in een rapport dat de WTO heeft opgesteld naar aanleiding van een klacht van Brazilië. Het rapport is nog niet openbaar gemaakt, maar de conclusies zijn door Brazilië alvast naar buiten gebracht.
De bevindingen van de WTO hebben nog een voorlopig karakter. Beide partijen krijgen de kans om op het rapport te reageren, maar doorgaans verandert er weinig aan de inhoud.
De Amerikaanse handelsvertegenwoordiging heeft al laten weten het niet eens te zijn met enkele bevindingen. Ze zal waarschijnlijk beroep aantekenen als het rapport 18 juni uitkomt.
Brazilië legde in februari 2003 een officiële klacht over het Amerikaanse katoenbeleid bij de WTO neer. In het seizoen 2001/2002 ontvingen katoenverbouwers in de VS bijna 4 miljard dollar aan subsidies, terwijl de totale waarde van de katoen maar 3 miljard dollar bedroeg. Doordat Amerikaanse boeren onder de kostprijs konden verkopen, zouden Braziliaanse boeren 600 miljoen dollar aan inkomsten zijn misgelopen.
Een WTO-veroordeling van het Amerikaanse beleid kan grote gevolgen hebben. Volgers van de handelsorganisatie menen dat vele andere ontwikkelingslanden met het katoenrapport in de hand andere landbouwsubsidies van de rijke industrielanden kunnen aanpakken.
De weg voor landbouwconflicten werd in september geopend toen 146 WTO-lidstaten het in de Mexicaanse badplaats Cancun niet eens konden worden over verdere liberalisering van de wereldhandel. Landbouw was toen een belangrijk struikelblok omdat de Europese Unie en de VS nauwelijks bereidheid toonden om hun subsidies af te bouwen.
Brazilië is niet het grootste slachtoffer van de bescherming van de katoenindustrie in het Westen. In Cancun trokken vier Afrikaanse katoenproducerende landen -Benin, Burkina Faso, Mali en Tsjaad- de aandacht met een vurig pleidooi voor afschaffing van de subsidies. Zij zijn voor het merendeel afhankelijk van de export van ruwe katoen.