De economie van de eurolanden groeide in doorsnee met 0,3 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In vergelijking met het derde kwartaal van 2015 ging de euro-economie er met 1,6 procent op vooruit. Beide plussen waren even sterk als in het tweede kwartaal en voldeden aan de verwachtingen van economen.

Eurostat meldde geen groeicijfers van afzonderlijke landen. Het CBS publiceert op 15 november een eerste raming van de groei van de Nederlandse economie in het derde kwartaal.

Het leven in de eurolanden is deze maand gemiddeld 0,5 procent duurder geworden in vergelijking met oktober 2015. Het prijspeil in de eurolanden steeg daarmee deze maand iets sterker dan in september, toen een inflatie van 0,4 procent werd gemeten.

De geldontwaarding blijft nog ver verwijderd van het peil van net geen 2 procent waar de Europese Centrale Bank (ECB) naar streeft. Ook hier meldde Eurostat geen separate cijfers van landen.

Eind vorige week werd in Duitsland al wel een inflatie van 0,8 procent gemeld voor oktober. In Frankrijk werd het leven gemiddeld 0,4 procent duurder dan een jaar eerder. Daarmee lag de inflatie in Frankrijk gelijk aan het niveau van september. Het Nederlandse inflatiecijfer over oktober maakt het CBS 10 november bekend.