De Kroon van Aleppo is veilig in Jeruzalem
Op de tafel in de Adessynagoge ligt een facsimile van de wereldberoemde Aleppo Codex. De beheerder van het bedehuis in Jeruzalem slaat de bladzijden om. Dit boek is het oudste manuscript met het hele Oude Testament dat tot nu toe is gevonden.
Het document werd meer dan duizend jaar geleden in Palestina gekopieerd door Shlomo Ben-Buya. Hij bracht ook klinkers aan. In de elfde eeuw stalen rovers het geschrift. Ze brachten het naar Egypte. Aan het einde van de veertiende eeuw kwam het echter terecht bij de Joodse gemeenschap in Aleppo. Deze bewaarde het zorgvuldig in de Grot van Elijah in haar oude synagoge.
Het boek was eeuwenlang de trots van de welgestelde Joodse gemeenschap in de Syrische stad. Het kreeg de bijnaam ”de Kroon van Aleppo”. Een kroon is een eretitel voor oude manuscripten.
Anti-Joodse rellen
Maar in de vorige eeuw kwijnde de 2000 jaar oude Joodse gemeenschap in Aleppo langzaam maar zeker weg. Het economisch belang van de stad nam namelijk af. Bovendien braken er eind 1947 zware anti-Joodse rellen uit. De Verenigde Naties hadden gestemd voor de verdeling van Palestina in een Joodse en een Arabische staat. Syrische vandalen vielen Joodse eigendommen aan.
Het Syrische bewind legde de gemeenschap restricties op. Een moslim werd hoofd van de Joodse school. Onderwijs en het Hebreeuws als taal werden verboden. De codex werd op verschillende plaatsen verborgen. In 1957 gaven de oudsten van de synagoge het boek mee aan Mordechai Faham, die het naar Turkije smokkelde.
In januari 1958 kwam het terecht in Jeruzalem, waar het wordt bewaard in het Israël Museum. Slechts 295 van de 487 bladzijden zijn bewaard gebleven. Er bestaat verschil van mening over de vraag hoe de pagina’s verdwenen zijn.
Het document is niet de enige schat die Israël te danken heeft aan de Syrische Joden. Joodse immigranten uit Aleppo openden in 1901 de fraaie Adessynagoge in de Be’ershevastraat in Jeruzalem. Het bedehuis heeft de naam te danken aan twee neven uit de familie Ades, die de kosten voor hun rekening namen.
In 1912 en 1913 bracht artiest Ya’akov Stark de muurschilderingen aan. De ark van de synagoge telt vandaag zeventien Thorarollen. Joden uit Aleppo en andere oosterse Joden bidden in de synagoge, die tevens veel bezoekers trekt uit binnen- en buitenland. In de wintermaanden begint het zingen in de synagoge op sabbat al om drie uur in de ochtend.
Gehavende stad
De Joden uit Aleppo weken in de afgelopen eeuw ook uit naar Egypte, Italië, Engeland en Noord-en Zuid-Amerika. De laatste Joden verlieten de gehavende stad vorig jaar. Alleen in Damascus wonen nog achttien Joden. De Syriërs die nog in Aleppo zijn achtergebleven gaan vandaag de dag gebukt onder de gruwelijke bombardementen van het Russische en het Syrische leger.