Bundeling religiegeschiedenis aan VU tegen versnippering
Bundeling van het historisch onderzoek naar religie, samenwerking tussen wetenschappers en instituten én religie zichtbaar maken in de samenleving. Zo verwoorden prof. dr. Hagit Amirav en prof. dr. George Harinck het prestigieuze doel van een nieuw centrum voor religiegeschiedenis, het Amsterdam Centre for Religious History (ACRH), dat donderdag van start ging.
Prof. Amirav (voorzitter) en prof. Harinck vormen samen met prof. dr. Fred van Lieburg (secretaris) en prof. dr. Bas ter Haar Romeny de vier personen tellende stuurgroep. Het ACRH is een koepel van bestaande instellingen, zoals het Historisch Documentatiecentrum (HDC), het Centrum voor Nederlandse Religiegeschiedenis (ReLiC), het Peshitta Instituut, het Paul van Moorsel Centre for Christian Art and Culture in the Middle East, en het Dutch Biblebelt Network.
Het is het tweede religieuze instituut dat deze week aan de VU gelanceerd werd. Dinsdag had de oprichting plaats van de Netherlands Academy of Religion (NAR), dat versterking, verbreding en vernieuwing van het religieus-wetenschappelijk onderzoek nastreeft.
Prof. Harinck sprak de wens uit dat religieonderzoekers via het ACRH krachtiger naar buiten treden dan dat zij nu afzonderlijk doen. Het ACRH organiseert elke eerste dinsdag van de maand seminars, te beginnen vanaf 6 december. „Daar kan iedereen zijn of haar lopend onderzoek presenteren. Meld je bij ons aan en we geven jullie verdere informatie.”
Presentaties
Als zichtbaar bewijs van het lopende onderzoek vonden er donderdag enkele presentaties plaats van boeken geschreven door wetenschappers van diverse onderzoeksinstituten. Bijvoorbeeld op het gebied van oude Syrische vertalingen van de Bijbel.
Prof. dr. Paul van Geest (Amsterdam en Tilburg) ontving een bundel over ”mystagogie” bij de kerkvaders. Een „ontvankelijkheid voor een mysterie dat het menselijke bestaan overstijgt, om het wat trendy te zeggen”, zo typeerde hij het onderwerp van de bundel. Met het spreken over mystagogie doe je het meeste recht aan de intenties van de kerkvaders, aldus Van Geest. „Ze waren vormers van zielen, en dat is bijzonder actueel nu we horen dat we alleen een brein en geen ziel hebben. Kerkvaders waren veel meer dan verstarde pilaarheiligen.”
Even interessant is voor hem dat een aantal promovendi en postdocs bij het CPO betaald wordt door het bedrijfsleven. „Dat is zeer hoopvol omdat er mensen in het bedrijfsleven zijn die denken dat er toch iets meer is dan onze hersenen. Zij laten daarmee ook zien dat de identiteit van Europa ten diepste bepaald is door het christendom.”Prof. Van Lieburg presenteerde ”Piety in Practice and Print. Essays on the Late Medieval Religious Landscape” van Koen Goudriaan (VU). De bundel bevat artikelen over godsdienstige instellingen en vroegmiddeleeuwse religieuze teksten, vooral over de Moderne Devotie.
Reformatie
Dr. Bart Wallet, onderzoeker bij het HDC, presenteerde het plan voor een congres, volgend jaar, over het begrip ”reformatie”. Behalve als aanduiding van de historische Reformatie wordt het begrip ”reformatie” sinds de negentiende eeuw steeds meer als analogie gebruikt. Reformatie is dan een principe aan de hand waarvan een religie hervormd kan of moet worden.
Dat illustreerde Wallet aan de hand van het (Duitse) jodendom en de islam. „Reformatie in deze zin is een allesbehalve omlijnde term. Het begrip wordt ook steeds meer een norm: een goede religie kent een reformatie, van salafisten tot modernisten en islamcritici.” Prof. dr. Todd Weir (Rijksuniversiteit Groningen) belichtte de contouren van een christelijke wereldbeschouwing als antwoord op het westerse secularisme, zoals dat laatste vooral zijn uitdrukking kreeg in een naturalistische wereldbeschouwing. Het secularisme heeft steeds meer de pretentie van een natuurwetenschappelijk, antiklerikaal en totalitair wereldbeeld, een exclusieve claim op de waarheid, vijandig gezind ten opzichte van andere vormen van geloof
Vruchtbaar
In aansluiting op de bijeenkomst vonden de inaugurele oraties plaats van prof. Amirav en prof. Ter Haar Romeny. De laatste is hoogleraar oude geschiedenis, prof. Amirav is hoogleraar patristiek en geschiedenis van de late oudheid. Ze spraken over het verzamelen van kennis in de oudheid, op basis van teksten in verschillende perioden en religieuze en culturele contexten.
De gezamenlijke oratie laat niet alleen zien dat er aan de VU een vruchtbare samenwerking is tussen de faculteiten godgeleerdheid en geesteswetenschappen. Bijzonder detail is ook dat Ter Haar Romeny en Amirav getrouwd zijn.