Ghada Sukkar heeft heimwee naar haar jeugd in Irak
Kardemom is een specerij met een sterke, muntachtige smaak die in Arabische landen samen met koffiebonen gemalen wordt. De boektitel ”Koffie met kardemom” herinnert aan een jeugd in Irak.
Het is de jeugd van de Nederlands-Iraakse schrijfster Ghada Sukkar. Traditie, heimwee, geuren, kleuren en herinneringen vormen de ingrediënten van haar roman. Of kardemom gelijkenis vertoont met het Nederlandse Buisman, dat ook met bonen gemengd werd, weet ik niet. Wel weet ik dat de aanwezige natuur, kleuren, geuren en geluiden in Irak die van het land van mijn jeugd ver overtreffen. Misschien heeft Irak altijd iets van het oorspronkelijk paradijselijke overgehouden.
Pas na het lezen werd me duidelijk dat het boek in 2006 werd uitgegeven onder de titel ”De schatkamer van Babylonië”. Het typische is dat de auteursnaam toen Rada Sukkar was. De schrijfster legt uit dat Rada het dichtst bij haar Arabische naam komt, maar dat de naam Ghada de voorkeur heeft omdat ze nu vaker in het buitenland werkt. Sukkar werkt momenteel bij Dorcas Nederland in een functie op het gebied van strategische relaties.
Sfeer
De schrijfster is als insider goed in staat om de sfeer in het vroegere Babylonië, Mesopotamië, Irak te schetsen. Allereerst is er de prachtige natuur in het land van de Eufraat en de Tigris, waar het paradijs gesitueerd zou kunnen zijn geweest. In de roman wordt dat gegeven regelmatig aangehaald: „Het leven aan de deur van het oude paradijs.”
Vervolgens is er haar harmonieuze, rijke familie; luxe behuisd, graag gezien in de high society, beschikkend over een schare bedienden met wie respectvol wordt omgegaan. Twee broers, Saliem en Jamil, staan aan het hoofd van die rijke, christelijke familie die handelt in allerlei waren, zoals thee, kruiden, stoffen, meubels en alles wat geld opbrengt. Daarbij maken ze dankbaar gebruik van de mogelijkheden die het Britse mandaat hun biedt. De Britten zijn van 1920 tot 1932 de feitelijke machthebbers in het gebied.
Gaandeweg verandert Jamils mening echter; hij ziet de keerzijde van de Britse overheersing, terwijl zijn broer Saliem er vooral garen bij denkt te kunnen spinnen.
De broers scheiden en Jamil trekt naar Bagdad. Jamils zoon Fuad slaat een andere weg in en gaat geneeskunde studeren. Bij zijn vooruitstrevende, werkende vrouw Fatwa krijgt hij twee meisjes die niet kunnen horen en spreken en één meisje dat wel kan horen.
Fuad verafschuwt het grote contrast dat er in zijn land bestaat tussen rijk en arm en het verschil in kansen. Zijn politieke interesses trekken hem steeds meer in de communistische beweging. Totdat onder een nietsontziend dictatoriaal regime alle opstandigen worden opgepakt en zonder verdere uitleg uit de weg worden geruimd.
Arwa, het niet-dove dochtertje, vertrekt naar Nederland. Ze studeert er watertechniek en ontmoet Wouter. Eenmaal terug in Irak is haar positie als westers georiënteerd meisje echter onhoudbaar geworden. Ze gaat in Nederland wonen, maar heeft heimwee naar haar geboorteland.
Bittere strijd
De roman beschrijft de geschiedenis van een land dat een smeltkroes is van vele volkeren en etnische en religieuze groepen: christenen, moslims, soennieten, sjiieten, Britten, Koerden. Aanvankelijk verheft de ene groep zich niet boven de andere en is er van onderdrukking is geen sprake.
Maar in de loop van het verhaal (en van de geschiedenis) verandert dit totaal. Vanwege machtsvacuüms hebben steeds gezagswisselingen plaats en ontstaat de bittere strijd tussen soennieten en sjiieten die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Het optreden van de wrede soennitische leider Saddam Hussein staat bij velen op het netvlies gebrand. En vandaag de dag kun je de krant niet lezen zonder de naam Mosul tegen te komen. Het land verkeert nog altijd in staat van oorlog. Het leven is er onveilig geworden.
Tijdens het lezen kwam regelmatig ”Het huis van de moskee” van de Iraanse schrijver Kader Abdolah in mijn gedachten. In dit boek wordt het verhaal van Iran verteld. Er zijn veel gelijkenissen met ”Koffie en kardemom”. De ooit rustige landen zijn verworden tot oorlogsgebieden. Het is goed om te lezen hoe de situatie in deze landen was, en wat er in de loop van de tijd zoal is gebeurd.
De schrijfstijl van Ghada Sukkar is knap. Aanvankelijk had ik moeite met de hoeveelheid van personen. Gelukkig helpt een getekende familielijn aan het begin van de roman hierbij. Als je eenmaal de draad te pakken hebt, boeit de roman. Wat mij betreft was een iets meer amuserende verteltrant welkom geweest. Het verschil tussen een fictieve roman en een artikel uit een historische encyclopedie mag toch zeker merkbaar zijn. Het verhaal zelf is echter boeiend genoeg om de aandacht van de lezer vast te houden.
Stokroos
Het boek heeft sinds 2006 nog niet aan actualiteit ingeboet. In een schrijnende passage beschrijft Arwa de Irakees als volgt: „De Irakees is veranderd. De mens die de andere mens vertrouwt en open in het leven staat, is er niet meer.”
De auteur heeft haar werk als watermanager neergelegd en helpt via Dorcas Nederland mensen die in nood zijn. In Christus’ naam. In haar Nederlandse tuin bloeit een stokroos van een uit Irak meegenomen zaadje. Gelukkig is er hoop.
Boekgegevens
”Koffie met kardemom”, Ghada Sukkar; uitg. Ark Media, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 3380 115 0; 398 blz.; € 22,50.