Maarten wilde Käthe aan een ander koppelen
tekst Eunice Hoekman-van Stuijvenberg beeld RD, Henk Visscher
Het is geen straf om een sfeerreportage te maken in het gezelschap van de gastvrije Maarten en zijn vrouw Katharina, in het Zwarte Klooster in Wittenberg. Tijdens een van hun tafelgesprekken onderhouden zij zich over hun huwelijk, het huishouden en de opvoeding van hun kinderen.
Een flink gezelschap strijkt neer aan de lange houten tafel in de woonkamer, de voormalige eetzaal van het klooster. Eigen kinderen en inwonende familieleden schuiven aan, maar ook studenten die hier in de kost zijn, een vriend van Maarten, iemand op doorreis en een meisje dat pas haar ouders verloor. Katharina vertelt dat er soms wel vijftig man mee-eet. Ze heeft voor voldoende varkensvlees, vijgen, zuurkool, wortels en bier gezorgd. Voor haar man laat ze een aangepaste maaltijd opdienen vanwege zijn maagklachten. „Mijn smaak is een gewone, goede, echte burgerpot”, zegt Maarten. „Om lekkernijen geef ik niets.” Katharina voegt eraan toe: „Onze vriend Melanchthon is altijd weer verbaasd dat mijn man zeer matig is wat eten en drinken betreft terwijl hij toch niet klein is. Maarten heeft weinig behoeften en maakt weinig gebruik van de etenswaren op tafel.”
De gastheer heeft vandaag geen last van de zwaarmoedigheid die hem soms terneerdrukt. Hij vertelt hoe hij Käthe leerde kennen nadat zij in 1523 samen met elf andere nonnen uit het klooster in Nimbschen was gesmokkeld. Toen eenmaal Luthers visie de ronde deed dat het kloosterleven zéker niet hoger of heiliger was dan het huwelijksleven, legden monniken en nonnen massaal hun habijten af. Sommigen zochten heul in de nabijheid van de hervormer.
Liefde op het eerste gezicht was het in elk geval niet tussen de voormalige monnik en de voormalige non, zo blijkt. Luther, die zich verantwoordelijk voelde voor de gevluchte vrouwen, deed erg zijn best om hen aan de man te krijgen. Met een huwelijk zouden zij zich immers verzekeren van een normaal bestaan. „Je had me bijna aan een ander gekoppeld”, voegt Katharina haar man quasi snibbig toe. „Gelukkig was jij niet op je mondje gevallen”, kaatst Maarten terug. Ze lachen beiden.
Schepsel
In het begin van ons huwelijk, gaat Luther verder, moest ik eraan wennen dat als ik ’s morgens wakker werd, er twee vlechten naast mij op het kussen lagen. Maar „zie dit mens nu eens, het mooiste schepsel van God dat Christus mij gegeven heeft. Hem zij lof en eer.”
Zijn gezicht krijgt een ernstige trek. „Het is niet zomaar dat we de huwelijkse staat een heilige orde of stand noemen die God met eer heeft begiftigd. Het huwelijk is een ordening van God Zelf. O, hoe zouden de monniken en nonnen pronken en pralen als zij zich erop zouden kunnen beroemen dat hun orde Gods instelling was! Wij hebben immers ervaren hoe trots zij zijn en pochen op Franciscus, Dominicus en Benedictus. En dat zijn slechts mensen geweest die hun orde hebben gesticht. Maar dat de huwelijkse staat Gods ordening is, dacht achten wij gering. Het is de blindheid ten top!”
Katharina’s vlechten zijn op dit moment verborgen onder een hoofddoek. Ze is een flinke, gezonde vrouw om te zien, met een openhartige blik en een vastberaden mond. Haar handen verraden dat ze haar eigen groenten en kruiden kweekt. Tot haar taken behoren verder het houden van vee en het brouwen van bier. In huize Luther begint de dag dan ook al om vier uur in de morgen.
„Wie God wil dienen, hoeft in dit leven niet iets bijzonders te doen”, zegt Luther terwijl hij zich tot zijn tafelgenoten richt. „Hij moet bij zijn beroep blijven, doen wat zijn overheid, zijn ambt en positie eisen en verlangen. Dat is het echte dienen van God.” Er ontspint zich een serieus gesprek. Daaruit blijkt dat de zestien jaar jongere Katharina zich niet alleen druk maakt om het huishouden maar ook meeleeft met haar man in de kerkelijke strijd die hij voert. Vaak mengt ze zich met een treffende opmerking in het gesprek.
Huisvader
Na enige tijd geeft ze een bediende een wenk en draagt hem op het andere dienstpersoneel op te trommelen voor de avondsluiting. „Dank je, mijn herr Käthe”, grijnst Luther. Hij buigt zich wat voorover en zegt: „Als ik nog eens een keer ga trouwen, houw ik me uit steen een vrouw die mij gehoorzaam is. Ik heb de indruk dat vrouwen de moeite en smart tijdens de zwangerschap en het baren, eerder en liever, ja ook geduldiger en gewilliger ondergaan dan dat zij hun mannen onderdanig en gehoorzaam zijn. Van nature en in navolging van Eva, hun eerste moeder, heersen en regeren de vrouwen zo graag.”
Katharina zwijgt wijselijk en reikt hem de luit aan. „Muziek verheugt de harten en verjaagt de duivel”, zegt Luther instemmend. De huiskamer vult zich met muziek en zang. Rondom Luther en zijn luit staan de kinderen die het echtpaar kreeg: Hans (1526), Leentje (1529), Martin (1531) en Paul (1533). De kleine Margarethe (1534) is op haar moeders schoot in slaap gevallen. Elizabeth (geboren in december 1527) ontbreekt in het rijtje. Zij werd maar acht maanden oud, tot groot verdriet van haar ouders.
Maarten toont zich een betrokken huisvader. Ouders moeten christelijke persoonlijkheden zijn, vindt hij, en het goede voorbeeld geven. Van zijn kinderen eist hij onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Toch heerst de stok niet in zijn woning, al wordt er soms wel gebruik van gemaakt. „De ervaring leert dat liefde effectiever is dan slaafse vrees en dwang.” Maarten doelt daarmee op zijn eigen opvoeding. Van zijn vader kreeg hij in zijn kindertijd soms een behoorlijk pak slaag.
Gastvrijheid
Na het zingen, halen de kinderen een spel tevoorschijn. Een aantal volwassenen, onder wie Luther, doet mee. Gelach en gejoel klinkt op. Het is mooi dat Maarten gastvrij is maar dat heeft een keerzijde, vertelt zijn vrouw intussen. Hun financiële situatie is vaak niet rooskleurig, hoezeer zij ook haar best doet om iets bij te verdienen met de verkoop van de oogst uit haar moestuin en kruidentuin. Onlangs nog kochten zij en haar man een tuin en een boomgaard met een bron en een beekje waaruit vis gevangen kan worden. Verder is er een akker aangeschaft. Al die grond is nodig om het gezin en de vele gasten van eten en drinken te voorzien. Bijkomend voordeel is dat ze nu niet afhankelijk is van de prijzen op de markt. Maar Maartens hartelijkheid zorgt er vaak voor dat er meer kosten dan inkomsten zijn. Tel daar de nodige verbouwingen bij op… Katharina zucht even. Dan pakt ze haar jongste dochter op en draagt haar naar bed. Wonen in een voormalig klooster heeft zo zijn nadelen. Maar er is ook een voordeel: slaapvertrekken zijn er genoeg.