Nederlandse militairen wellicht naar Roemenië
Nederland is bereid een bijdrage te leveren aan een multinationale trainingsbrigade in de Zwarte Zee-regio. Dat liet minister Jeanine Hennis (Defensie) woensdag weten na beraad van de NAVO-defensieministers in Brussel.
Het gaat om stafofficieren voor het nieuwe regionale NAVO-hoofdkwartier in Boekarest. Bekeken wordt of Nederlandse militairen ook mee gaan doen aan oefeningen van deze troepenmacht.
De Verenigde Staten, Canada, Polen, Duitsland en Turkije hebben ook bereidheid getoond troepen te sturen, zei NAVO-chef Jens Stoltenberg. Details moeten nog worden uitgewerkt. Besluiten worden in februari verwacht.
De maatregelen zijn een reactie op de toegenomen Russische militaire activiteit langs de grenzen van NAVO-landen. Hennis toonde zich voorstander van meer maritieme aanwezigheid van het bondgenootschap op de Zwarte Zee. De bewindsvrouw was onlangs nog in Bulgarije en Roemenië, waar de Russische dreiging „grote zorgen baart”.
De militaire alliantie plaatst ook ‘vooruitgeschoven eenheden’ in Polen en de Baltische staten, zo werd eerder al bekend. Nederland levert daarvoor vanaf het voorjaar ongeveer tweehonderd militairen. Maar ook de zuidelijke flank behoeft „afschrikking”, vinden de 26 NAVO-landen.
Volgens de westerse alliantie zijn de maatregelen een „proportioneel maar defensief” antwoord op de toenemende dreiging van Rusland. „Een aanval op één bondgenoot betekent een aanval op allen”, herhaalde Stoltenberg.