VN-rapporteur: Vooral christenen slachtoffer schending godsdienstvrijheid
Wereldwijd zijn vooral christenen het slachtoffer van de aantasting van de vrijheid van religie. Dat stelt de scheidende VN-rapporteur voor de vrijheid van religie en levensbeschouwing, prof. dr. Heiner Bielefeldt.
De Duitser, die sinds 2010 tot eind deze maand onbezoldigd VN-rapporteur is, doet zijn uitlatingen in een woensdag verschenen magazine over christenvervolging. Het 52-pagina’s tellende blad is uitgebracht door de Duitse protestants-christelijke nieuwsdienst Idea.
De vormen van aantasting van de vrijheid van godsdienst verschillen, aldus Bielefeldt. Soms is er ‘slechts’ sprake van beperkingen voor christenen op de arbeidsmarkt, in andere gevallen zijn er regelrechte haatcampagnes, gecombineerd met gevallen van gevangennemening, ontvoering en massamoorden die volgens Bielefeldt „gedeeltelijk de dimensies van volkerenmoord krijgen.”
Volgens Bielefeldt worden christenen vooral in de islamitische wereld beschouwd als ongelovigen. Bekeerlingen gelden als afvalligen, met alle gevolgen van dien.
In landen als India, Sri Lanka en Myanmar worden christenen regelmatig beschouwd als indringers, ook al zijn christenen soms honderden jaren of zelfs langer in het land aanwezig. Bielefeldt: „Hoe autoritairder de overheid in een land optreedt, hoe obsessiever ze probeert het publieke leven, en daarmee ook het religieuze leven, te controleren en te infiltreren.” Wie volgens Bielefeldt probeert te ontkomen aan de ijzeren greep van bijvoorbeeld Chinese en Vietnamese veiligheidsdiensten, moet rekening houden met harde maatregelen. Noord-Korea spant de kroon, aldus de VN-rapporteur. In dat land komen volgens hem alle motieven om religie onder de duim te houden samen in een cultuur van een „farao-achtige persoonsverheerlijking” van dictator Kim Jong Un.
Bielefeldt roept er tegen die achtergrond toe op om het belang van godsdienstvrijheid wereldwijd uit te dragen. „Solidariteitswerk kan en moet gegrond zijn op godsdienstvrijheid zoals die in het kader van de VN is vastgelegd als een internationaal mensenrecht.”