Column: Mannen en macht
Nu de krant iedere dag bol staat met nieuws over de Amerikaanse verkiezingen ontkom je er niet aan: mannen en macht. Trump is een soort uitvergroot alfamannetje. Een term afkomstig uit de apenwereld, waar regelmatig te zien is hoe een mannetje met veel kabaal en geweld laat zien dat hij de sterkste is. De parallel is duidelijk. Maar voordat we zeggen dat dit alleen voor Trump geldt, denk ik dat wij –zeker als mannen– met dit thema zogezegd tot onszelf moeten inkeren. Zelfreflectie dus.
Mannen lijken meer dan vrouwen op zoek naar macht. Het aantal mannelijke leiders is veel groter dan het aantal vrouwelijke. Maar ook het aandeel mannen dat invloed zoekt door boeken of artikelen te schrijven is veel groter dan het aandeel vrouwen. Op zich geeft dat niet, ware het niet dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en de inhoud. Onderzoek laat keer op keer zien dat de mix van vrouwen en mannen beter presteert dan enkel mannen of enkel vrouwen. De scheppingsorde van de combinatie van man en vrouw blijkt essentieel te zijn. De combinatie levert meer gezamenlijke creativiteit op en een kleinere kans op groepsdenken.
Dus ja, mannen zijn eigenlijk niet zo goed als ze zelf denken. Vrouwen zijn nodig. Dat levert soms een soort identiteitscrisis op: wat moet je nog als man? Vroeger konden mannen nog iets van hun energie en hun kracht in hun werk kwijt. Tegenwoordig zijn er niet veel mannen meer die fysiek zwaar werk doen. De meesten spannen zich vooral in door auto te rijden of te typen op hun laptop; dat kan een vrouw net zo goed of misschien zelfs beter.
Mannenevents
Tegenwoordig zijn er allerlei bewegingen die de arme man van nu helpen in zijn identiteitscrisis, zoals mannenevents. Samen met andere mannen door de modder kruipen en andere extreme dingen doen om de eigen grenzen te ontdekken en (weer) leren om je volledig aan God over te geven.
Onlangs hadden we ook zo’n soort weekend met de mannen binnen onze organisatie. Naast echte mannendingen, zoals samen motorrijden over de zand- en modderwegen hier, hebben we veel gepraat en nagedacht over het doel van ons leven. We hebben gepraat over de worsteling met dienen en heersen. Mannen willen graag macht hebben waarmee ze iets of iemand anders kunnen beheersen. Terwijl het in de navolging van Jezus juist om dienen gaat. Christus heeft alle macht, dus wij mogen en moeten niet streven naar macht.
Juist op dat punt gaat het vaak mis. Kijk alleen maar in de Bijbel. God kiest onmachtige mannen uit, zoals David of Petrus, mannen die wij niet zouden uitkiezen, maar vervolgens vallen ze toch in de valkuil van de macht. David gebruikt zijn macht om vrouwen te roven, Petrus wil met zijn macht de positie van de Joden in de Vroege Kerk verdedigen. Het is niet voor niets dat de Bijbel zo vaak de nadruk legt op deugden zoals ootmoed en nederigheid. Dingen die juist voor mannen moeilijk zijn. Dingen die haaks staan op wat we om ons heen zien, in de kerk en in de maatschappij. Een kernwoord in de Bijbel is vreemdelingschap: dat betekent ook dat een christen net zo machteloos is als een vreemdeling, als een vluchteling die overgeleverd is aan de asielprocedure van een bepaald land.
Wat betekent dit concreet? Dat mannen op hun hoede moeten zijn voor macht. In de kerk, in een bedrijf, in de politiek, overal. Met alle goede bedoelingen wordt het gebruik van macht al snel een sta-in-de-weg. Een voorbeeld: ik ben betrokken bij een programma om in afgelegen dorpen hier in Papoea mensen te trainen om in hun gemeente samen oplossingen te bedenken voor de problemen die er zijn. Het is eigenlijk een heel eenvoudig programma: samen Bijbelstudies doen om te ontdekken wat de taak en verantwoordelijkheid van de gemeente is. Om te doorgronden wat de oorzaken van veel problemen zijn: de zonde en alles wat daaruit voortvloeit. De toespraken van Jezus en de pastorale brieven bieden genoeg materiaal.
Wat blijkt het nuttigste van heel het programma? Dat mensen in de gemeente samen zitten en samen de Bijbel bestuderen. Dat doorbreekt de gegroeide situatie waarin sommigen de lakens uitdelen en de rest alleen maar stil volgt of zich eraan ergert.
Het verrassende is: de kerkenraden en predikanten in het gebied zijn er erg blij mee. Ze hebben nog nooit zo veel betrokkenheid gezien. Dat is precies wat Paulus ons (en vooral de mannen) steeds voorhoudt: we zijn samen het lichaam van Christus, we hebben elkaar nodig en niemand is hoger dan de ander. Een lesje in echte nederigheid – zeker voor mannen.
Elco van Burg is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam.