Bijna 70 procent van de ondernemers vindt dat de grotere rol van de kamers van koophandel in de hand wordt gewerkt doordat de brancheorganisaties veel te weinig aan advisering van hun leden doen.

Dat blijkt uit onderzoek door het Economisch Bureau van de ING. Het onderzoek werd dinsdag besproken op de MKB Beleidsdag, een initiatief van het ministerie van Economische Zaken, de ING Bank, instituut EIM en koepelorganisatie MKB-Nederland.

De ING-onderzoekers spreken van een duidelijke concurrentie tussen de kamers van koophandel en de brancheorganisaties. „Dat werpt een ander licht op de kritiek die de brancheorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland recent op de adviesactiviteiten van de kamers hebben geuit”, aldus ING-directeur F. von Dewall.

In het algemeen zijn ondernemers in het midden- en kleinbedrijf niet tevreden over het aanbod van adviezen. Commerciële consultants zijn vaak te duur, niet-commerciële adviseurs vaak te traag.

Middelgrote en kleine bedrijven geven gemiddeld 593 euro per werknemer uit aan extern advies, wat minder is dan bij hun concurrenten in Noord-Rijnland-Westfalen en Vlaanderen maar meer dan in het grote bedrijfsleven.

De ondernemers zoeken vaak raad op het gebied van automatisering, juridische zaken en belastingen. Slechts een kwart van de ondervraagde bedrijven verwacht de komende jaren meer advies in te winnen, aldus het ING-onderzoek.

Ondernemers wenden zich voor advies het meest tot hun accountant (88 procent), gevolgd door notarissen en advocaten (70 procent) en de banken (60 procent). Van de niet-commerciële adviesinstanties raadpleegt de beroepsgroep het meest de kamer van koophandel en de Belastingdienst, gevolgd door de brancheorganisaties.

De organisatie voor middelgrote en kleine bedrijven MKB-Nederland zou dinsdag reageren op de uitkomsten.