„Geen school voor Syrische kinderen”
Door de burgeroorlog kunnen 1,7 miljoen kinderen in Syrië niet naar school. Nog eens 1,3 miljoen kinderen lopen het risico dat ze door het aanhoudende geweld met school moeten stoppen.
Dat meldde Unicef afgelopen weekend. Volgens de VN-kinderrechtenorganisatie zijn er alleen al in de afgelopen twee weken negen schoolgaande kinderen gedood. In het door oorlog verscheurde land kan één op de drie scholen niet worden gebruikt omdat het gebouw beschadigd of verwoest is. Ook worden scholen gebruikt om onderdak te bieden aan ontheemden of voor militaire doeleinden.
Vorige maand begon Unicef met partners een campagne om 2,5 miljoen kinderen te voorzien van schoolspullen en boeken. Onder hen zijn 200.000 kinderen die in zwaar belegerde gebieden leven. Meer dan 1200 jonge vrijwilligers gaan van deur tot deur om die kinderen te helpen.
Na drie dagen van relatieve rust in Aleppo zijn er zaterdag weer luchtaanvallen uitgevoerd op het oostelijke deel van de Syrische stad, dat in handen is van rebellen. Dat meldde het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zondag.
Uit een vertrouwelijk onderzoeksrapport van de VN en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zou blijken dat de Syrische regering zich schuldig heeft gemaakt aan een derde gifgasaanval. Syrische strijdkrachten zouden op 16 maart 2015 de plaats Qmenas met gifgas hebben bestookt. Het rapport is voor de VN-Veiligheidsraad, waar Rusland en China tegenover westerse landen staan wat betreft nieuwe strafmaatregelen.