Niet langer slaaf van wanhopige politici
Joodse en Arabische vrouwen zitten op het gras, op de tegels en op de muurtjes. Sommigen hebben de kartonnen borden op de grond gelegd, anderen houden ze nog vast. Daarop staan leuzen als ”Rechts, centrum, links eisen een politiek akkoord”, ”Mars van de hoop” en ”Vrouwen spannen zich in voor vrede.” Ze verzamelen zich op een pleintje bij het hooggerechtshof. Om straks hun tocht te vervolgen naar de ambtswoningen van president Reuven Rivlin en premier Benjamin Netanyahu.
Eindelijk hebben ze Jeruzalem bereikt. Eén groep begon op 4 oktober bij de grens met Libanon. Een andere groep vertrok van de grens met Gaza. Aan de grens met Jordanië was een ontmoeting met Australische en Palestijnse vrouwen. Tot het einde van het Loofhuttenfeest blijft er een loofhut voor vrede staan voor het huis van de premier.
Ze spannen zich in voor een haalbaar vredesakkoord. „De mensen zijn gefrustreerd omdat het vredesproces vastzit”, zegt Leah Shakdiel. „En omdat het militarisme en racisme de overhand lijken te krijgen.”
De vrouw draagt een hoed en laat daarmee zien dat ze Joods-religieus is. Ze vertelt dat ze bestuurslid is van de Joods-religieuze vredesbeweging Oz weShalom. „We houden vast aan de hoop. En we versterken de hoop. We oefenen druk uit op de politieke leiders die de vrede hebben opgegeven. Ze bereiden ons voor op bloedvergieten. Dat is helaas de politieke agenda.”
Het zou onjuist zijn deze beweging af te doen als een groep, wat hier neerbuigend „mooie zielen” heet. De beweging groeit snel en velen zijn hoogopgeleid. Dr. Marie-Lyne Smadja, een van de oprichtsters, vertelt dat in het hele land deze maand zo’n 10.000 Israëliërs en Palestijnen aan de activiteiten meededen. Een vrouwelijk Knessetlid van Kulanu zei dat ze een lobby voor vrede in de Knesset op wil richten. „In vergelijking met vorig jaar is ze veranderd.”
Hedva Haymov, Messiasbelijdende Jodin uit het noorden van het land, denkt tijdens het Loofhuttenfeest aan de bevrijding van haar volk uit Egypte. In de woestijn veranderde het perspectief van de Israëlieten. Ze zagen zichzelf niet langer als slaven, maar als vrije mensen. Nu liepen de vrouwen vrijwillig door de woestijn. „Deze keer was het om als vrije vrouwen te protesteren tegen het idee dat we slaaf zijn. Slaaf van oorlog. Slaaf van een onoplosbaar conflict. Slaaf van politici die ons leven schijnen te regelen en onze toekomst willen dicteren. Maar net als 4000 jaar geleden zijn zij het niet die onze toekomst bepalen.”
Toen ze door het land liep, dacht ze na over een aantal Bijbelse principes. Een daarvan is afkomstig uit het Bijbelboek Micha. De profeet zegt dat mensen recht moeten doen en nederig moeten wandelen voor God. „Israël en wij Israëliërs, hebben té lang té trots gewandeld. Door te denken dat we andere mensen onrechtvaardig kunnen behandelen en ervan uit te gaan dat dit geen invloed op ons zal hebben.”