„Luther had ongelooflijk veel taalgevoel”
De Lutherbijbel is tot op de dag van vandaag in Duitstalig Europa de meest gebruikte Bijbelvertaling onder protestanten. In aanloop naar het Reformatiejaar 2017 werkte een team van zeventig theologen aan een herziening. Woensdag had in Frankfurt de presentatie plaats.
Redacteur Karsten Huhn van het Duitse persbureau Idea sprak met hoogleraar theologie Christoph Kähler, die de leiding had over de revisie. De herziening nam vijf jaar in beslag. Van de 80.000 voorstellen die het team van theologen deed, zijn er 16.000 overgenomen.
Volgens Kähler is er bij een derde deel hiervan gekozen voor de oorspronkelijke tekst van Luther. Nog weer een derde sluit zo dicht mogelijk aan bij wat Luther bedoelde te zeggen, zonder daarbij zijn formuleringen over te nemen omdat deze vandaag de dag in onbruik zijn geraakt.
Sommige Bijbelboeken, zoals de apocriefe, zijn drastisch vertaald. Andere, bijvoorbeeld de Psalmen, bleven ongewijzigd. „Het was voor ons belangrijk om de Psalmen zo veel als mogelijk onveranderd te laten”, aldus de hoogleraar, „omdat ze in het geheugen van de gemeente een belangrijke plaats innemen.”
Fouten
De Lutherbijbel is gereviseerd in 1892, 1912, 1975 en in 1984. Hebben de Bijbelvertalers de tekst destijds met hun verbeteringen verslechterd? Kähler: „Dat zullen de vertalers die na ons komen misschien ook van ons zeggen. Het risico op fouten maken, is er bij revisies altijd. Een perfecte vertaling is er niet, dat wist Maarten Luther al. Daarom heeft hij zijn eigen vertaling steeds opnieuw verbeterd. Nu ik op enige afstand sta, zie ik alweer de eerste fouten die wij zelf gemaakt hebben – al zijn dat er hopelijk niet zo veel.”
De herziening van 1975 geldt als omstreden. Negen jaar na dato verscheen er alweer een nieuwe vertaling. Wat volgens Kähler fout ging in die versie was de onderliggende visie van de germanist Fritz Tschirch. Hij ging ervan uit dat taalontwikkeling een steeds hoger niveau bereikt. De tekst van de Lutherbijbel moest dus aan de hogere status van de destijds geldende taal worden aangepast. „Alleen al in geschiedenis van de geboorte van Jezus leidde die visie tot meer dan negentig aanpassingen in een tekst waaraan men zich niet zou moeten vergrijpen. Niemand verzint het immers om te gaan morrelen aan een gedicht van Goethe? De kerstgeschiedenis is bijna een gedicht dat gemeenteleden uit hun hoofd kennen.” Bovendien, zegt Kähler, ging tijdens deze herziening „de schoonheid van Luthers taal verloren.”
Dat ook Luther misstappen maakte bij het vertalen, blijkt uit enkele voorbeelden die Kähler geeft. Genesis 29:17 („Lea had tedere ogen”) vertaalde de reformator met: „Lea had een dom gezicht.” In 1984 luidde de vertaling nog: „Lea’s ogen waren zonder glans.” Nu heet het: „Lea’s ogen zijn zacht.” Kähler: „Bij de zussen Rachel en Lea gaat het niet om de tegenstelling tussen mooi en lelijk, maar om twee concurrerende schoonheidsidealen.”
Als er tijdens het vertaalwerk een verschil van mening was tussen de revisoren werd Luthers tekst van 1545 als maatstaf aangehouden. Bleek deze tekst nauwkeuriger dan de vertaling van de revisoren en vandaag de dag nog goed verstaanbaar, dan keerde het team terug naar de oorspronkelijke tekst. Tegelijk zijn er woorden die oorspronkelijk uit Luthers pen vloeiden, verdwenen. Het woord ”wehmutter” maakte plaats voor ”Hebamme”. Beide woorden betekenenen ”vroedvrouw”, maar de eerste term is tegenwoordig niet meer gangbaar, de laatste wel.
Luther inspireerde met zijn Bijbel in de Duitse volkstaal bekende Duitse kunstenaars als Bertolt Brecht (1898-1956). Wat heeft de hervormer wat andere vertalers niet hadden? Kähler: „Hij had een ongelooflijk, musicaal gevoel voor taal. Daarbij had hij er profijt van dat hij ook componeerde en dichtte.”
Klik hiervoor alle artikelen uit het thema Reformatie