Palestijnen vangen bot na klacht over SGP’er
Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib voelt zich niet aangesproken door een klacht van de Palestijnse regeringspartij PLO over SGP-Kamerlid Kees van der Staaij. Het staat Kamerleden vrij op eigen initatief een Israëlische nederzetting te bezoeken, zoals Van der Staaij tot ongenoegen van de PLO deed, liet ze donderdag weten.
De SGP-fractievoorzitter deed in de herfstvakantie onder meer een Israëlische nederzetting aan op de Westelijke Jordaanoever, in betwist Palestijns gebied. Dat was een doorn in het oog van de PLO, de partij van de Palestijnse president Mahmoud Abbas. De PLO deed zijn beklag bij Arib, maar die wijst erop dat „het geen commissiebezoek namens de Tweede Kamer” betreft. Kamerleden kunnen volgens haar op eigen initiatief een bezoek brengen aan plekken die zij belangrijk vinden.
„Gelukkig gaan we zelf over onze werkbezoeken en niet de PLO”, reageert Van der Staaij. „De PLO denkt over de situatie in het Midden-Oosten duidelijk anders dan wij. De SGP heeft alle begrip voor de veiligheidspolitiek van Israël, en dat verandert niet door een brief van de PLO aan onze Kamervoorzitter en de minister van Buitenlandse Zaken.”
Van der Staaij bezocht onder meer Hebron, waar in de Grot van Patriarchen de aartsvaderen zouden liggen begraven. Die plaats mag dan in Palestijns gebied liggen, maar getuigt volgens de SGP-leider „bij uitstek van de historische aanwezigheid van de Joden in dit gebied”.
In de protestbrief stelde de PLO onder meer dat Van der Staaij en andere parlementariërs Israëlische kolonisten de schijn van legitimiteit geven door hen met een bezoek te vereren.