De aanlandplicht is een maatregel uit het Europese visserijbeleid die vissers verplicht om alle gevangen vis, ook heel jonge vis en onverkoopbare soorten, mee te nemen naar de haven. De sector zit erg met de maatregel in zijn maag, onder meer vanwege de kosten die ermee gemoeid zijn. Ze hebben hun zorgen over de aanlandplicht al meermalen kenbaar gemaakt.

Een ruime Kamermeerderheid deelt die zorgen. VVD-Kamerlid Visser pleitte er daarom gisteren voor het Britse vertrek uit de EU (brexit) aan te grijpen om de aanlandplicht van tafel te halen. Het idee daarvoor komt namelijk uit Groot-Brittannië. Ook voor regeringspartij PvdA is de plicht „niet heilig.” CDA, ChristenUnie en SGP zijn er zeer kritisch over.

Van Dam is echter niet van plan om bij andere EU-lidstaten te pleiten voor de afschaffing van de aanlandplicht. Nederland heeft er ooit mee ingestemd en moet zich houden aan de eerder gemaakte afspraken, vindt hij. De staats­secretaris kijkt wel samen met de sector naar een soepele invoering ervan. Voor uitzonderingen op de plicht wil hij in Brussel graag de boer op, mits de visserijsector hem helpt om verzoeken daartoe goed te onderbouwen. Van Dam riep de sector verder op aantoonbaar werk te maken van selectiever vissen, met minder bijvangst.

Hij zei ook dat hij bezig is om de gevolgen van de brexit voor de visserij­sector in kaart te brengen.