Opinie

Column: Ook in de politiek heeft iedereen z’n eigen waarheid

Bij het nationale verkiezingsdebat in de hal van de Tweede Kamer in september 2012 was er een nieuw fenomeen. De NOS had ”fact checkers” ingehuurd die ter plekke uitlatingen van politici toetsten op hun juistheid. Maar heeft zo’n feiten­controle wel zin? Als ik me niet vergis, lijken steeds minder kiezers zich iets aan te trekken van de feiten of wat deskundigen zeggen. Ieder heeft zo z’n eigen waarheid.

Jan Schippers
13 October 2016 06:55Gewijzigd op 16 November 2020 07:28
beeld AFP, Scott Olson
beeld AFP, Scott Olson

Neem het brexitreferendum. De Leave-campagne strooide kwistig met het gegeven dat de Britse contributie aan de Europese Unie 350 miljoen pond per week bedroeg. Dat bedrag zou veel beter aan gezondheidszorg besteed kunnen worden. Als een slogan stond dat met koeienletters op een knalrode bus waarmee de ‘leavers’ door het land toerden. Dat deze leus van geen kant klopte, werd snel duidelijk. Want Brussel gaf wekelijks rond de 214 miljoen pond aan Westminster retour. Maar dat deerde de ‘leavers’ niet en hun rode karavaan trok verder. Nauwelijks was de uitslag van het referendum bekend (52 procent van de kiezers steunde de brexit) of Nigel Farage erkende dat de belofte om het nationale ziekenfonds met 350 miljoen pond per week te spekken een fout van de Leave-campagne was. Alsof hem dat niet eerder was opgevallen.

In de verkiezingscampagne om het Amerikaanse presidentschap maken de kandidaten het niet minder bont. De website van PolitiFact toont een Truth-O-Meter waarop wordt bijgehouden hoeveel van de uitspraken die Hillary Clinton of Donald Trump doet juist of onjuist zijn. Afgelopen maandag stond de teller voor Clinton op 266 gecheckte uitspraken, waarvan er 12 procent onwaar of pertinente leugens zijn. Daartegenover zijn 284 uitlatingen van Trump gecontroleerd, waarvan er 52 procent onwaar of regelrecht gelogen zijn. Toch zie je in de opiniepeilingen dat Clinton daar matig van profiteert. Blijkbaar zitten veel kiezers er niet zo mee dat een presidentskandidaat heel veel onjuistheden debiteert of kletspraatjes uitkraamt. Pas na de uitgelekte video met Trumps obscene uitspraken over vrouwen zie je dat hij in de peilingen wegzakt.

Doen feiten er nog toe in de politiek? We leven in een informatiemaatschappij. Via internet kunnen we onszelf in no time toegang verschaffen tot een zee van gegevens. Maar daarbij treedt blijkbaar een paradox op. Hoe meer informatie er beschikbaar is, hoe minder de feiten ertoe doen. Waar ligt dat aan?

Ten eerste is er het risico van zelfoverschatting. Door de hoeveelheid beschikbare informatie op internet denken mensen dat ook hun kennis van zaken toeneemt. Met al de informatie die ze tot zich nemen, menen ze meer te weten. Maar het probleem is nu juist dat ze niet altijd over de benodigde kennis beschikken om die informatie op betrouwbaarheid te beoordelen.

Ten tweede treedt er scheve selectie op. Mensen ontkomen er niet aan om te schiften in de overweldigende informatiestroom. Steeds meer actuele informatie bereikt mensen via sociale media. En omdat mensen het meest omgaan met gelijkgestemden, krijgen ze op die sociale media vooral berichten te zien die passen bij hun politieke voorkeuren of maatschappelijke oriëntatie. Dit wordt versterkt doordat de traditionele media, zoals kranten en tv-journaals, aan invloed verliezen. Politici spelen daarop in, laten deze media vaker links liggen en communiceren ook via Facebook, Twitter, blogs op internet of filmpjes op het YouTubekanaal. Dat blijkt effectiever dan het beleggen van een persconferentie. Politici kunnen zo veel directer hun doelgroep benaderen. De boodschap vindt haar weg wel via internet. Ook de SGP profiteert hiervan, omdat deze partij door de grote kranten, radio en tv vaak genegeerd wordt.

In de derde plaats is er de versterkende werking van de technologie. Die trekt de beeldvorming verder uit het lood. Hoe zit dat? Zoekmachines zoals Google slaan gegevens over de gebruiker op. Dit stelt ze in staat om op basis daarvan zoekresultaten weer te geven die afgestemd zijn op de voorkeuren van de gebruiker. Als je informatie zoekt over een bepaald onderwerp, dan ‘weet’ de zoekmachine dus wat je graag zou willen zien. Alternatieve informatie die niet zo goed bij onze politieke voorkeuren past, krijgen we zo minder gauw onder ogen.

Is er een uitweg? Als leugens politici niet meer schaden, wanneer fact checkers als roependen in de woestijn hun werk doen … tja, dan kun je bij de stembus maar beter afgaan op je morele kompas. Wat goed of wat slecht is voor de samenleving is ten slotte geen kwestie van pure ratio en strikte feiten alleen. Politiek is ethiek. Ook de staatkunde kan niet zonder openbaring van de waarheid.

Jan Schippers is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer