Kabinet: Hulp bij sterven na „voltooid leven” toestaan
Ouderen die vinden dat hun leven voltooid is, moeten onder strikte voorwaarden hulp kunnen krijgen als zij hun leven willen beëindigen. Het kabinet wil hiervoor in overleg met verschillende organisaties een nieuwe wet uitwerken.
Een van de voorwaarden moet zijn dat een stervenshulpverlener met een medische achtergrond en een speciale opleiding de oudere begeleidt en het verzoek om het leven te beëindigen toetst. De ministers Edith Schippers (volksgezondheid) en Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) schrijven dit woensdag aan de Tweede Kamer. Het kabinet reageert daarmee op het rapport ‘Voltooid Leven’ van de commissie onder leiding van Paul Schnabel.
De commissie-Schnabel bekeek op verzoek van de Kamer de maatschappelijke knelpunten en juridische mogelijkheden voor hulp bij zelfdoding voor mensen met een voltooid leven.
De conclusie was dat de bestaande euthanasiewet niet aangepast hoeft te worden om hulp bij zelfdoding om een niet-medische reden mogelijk te maken. Het kabinet vindt echter dat ook „ondraaglijk en uitzichtloos lijden zonder medische grondslag” een legitieme reden kan zijn om het leven te willen beëindigen.
Schippers en Van der Steur geven aan dat zij ruimte zien om duidelijke voorwaarden en criteria op te stellen zodat ouderen die klaar zijn met het leven, geholpen kunnen worden hun leven op waardige wijze af te sluiten. De procedures daarvan moeten lijken op de procedures in de euthanasiewet, die niet wordt gewijzigd.