Unilever boekte vorig kwartaal een omzet van 13,4 miljard euro. Daarmee waren de opbrengsten nagenoeg even hoog als een jaar eerder, waarbij de omzet vooral werd gedrukt door negatieve wisselkoerseffecten. Unilever verkocht een fractie minder producten dan in het derde kwartaal van 2015, maar wist de prijzen gemiddeld met 3,6 procent te verhogen.

Gecorrigeerd voor valuta-effecten ontstond daarmee een omzetgroei van 3,2 procent. Die vooruitgang was sterker dan analisten hadden voorspeld.

Unilever deed het afgelopen maanden naar eigen zeggen beter dan de markt. Het concern hield vast aan de verwachting dat het in heel 2016 een sterkere groei zal boeken dan concurrenten.

De omzet van Unilever steeg het sterkst in opkomende markten, waar hogere prijzen de effecten van afnemende verkopen compenseerden. Vooral in Latijns-Amerika liep de hoeveelheid verkochte producten sterk terug, door de zware economische omstandigheden in onder meer Brazilië. Unilever verwacht dat de marktomstandigheden in Zuid-Amerika in de loop van volgend jaar normaliseren, zei financieel directeur Graeme Pitkethly in een toelichting.

In Azië zwakte het verkooptempo af, onder meer doordat duurdere grondstoffen werden doorberekend in de prijzen. Vooral in India leidde dat tot een lagere vraag naar gezichtsverzorgingsproducten. Stevige concurrentie, onder meer op het gebied van wasmiddelen, drukten verder de verkopen in China.

In Europa stabiliseerden de verkopen op het niveau van vorig jaar. Het mooie nazomerweer zorgde voor veel vraag naar Magnums en ijsjes van Ben & Jerry’s. Op het gebied van wasmiddelen en thee zag het concern de concurrentie echter scherp toenemen, aldus Pitkethly. Al met al bleef het marktaandeel van Unilever in Europa overeind, benadrukte hij.