Voor anglofielen met heimwee: een recept voor scones
Na een halve dag reizen –van Apeldoorn naar Amsterdam naar Dublin naar Birr– stuit je dan op een schaal met scones. Dus dít zijn scones!
Ik kende de naam alleen uit boeken. In sommige verhalen eten de personages regelmatig scones. Als ik me goed herinner: in boeken van Rosamunde Pilcher, waarin het ook altijd naar schone was ruikt, en die van Alexander McCall Smith over Isabel Dalhousie. In elk geval zijn het van die verhalen waardoor je bij tijden serieus overweegt om naar Engeland of Schotland te verhuizen. Die sfeer!
En ja hoor. Ook in Ierland hebben ze gezellige theehuizen, met gebloemd servies en gebreide theemutsen. De muren hebben er pasteltinten, er liggen roze, bleekgroene en vaalblauwe kussens, en er zijn bordjes met wijze spreuken die al lang de Nederlandse huizen en ”country fairs” hebben veroverd.
Scones blijken hobbelige bolletjes te zijn, niet al te zoet, supervers, en erg lekker met rode jam en echte slagroom. Aan één heb je doorgaans genoeg.
Het theehuis bij Birr Castle in Birr heeft ze, er staat een schaal in de kajuit van de Silverline Cruiser die over Lough Derg vaart, ze liggen bij Ballinahown Tea Rooms, en bij de koffie in het Radisson Blu Hotel in Athlone.
Tijd om kookcolumnist Geertje Bikker te vragen of ze een recept heeft. Voor thuis.
athlone.ie/visit/ballinahown-tea-rooms
radissonblu.com/en/hotel-athlone
Voor anglofielen met heimwee: een recept
Is het nou een broodje? Of toch meer cake? Voedzaam is een scone in ieder geval wel. En dit traditionele Angelsaksische baksel past ook prima bij een kopje thee. Eenvoudig zelf te maken door anglofielen met heimwee naar de overkant van de Noordzee. Een schaaltje scones op tafel roept als vanzelf herinneringen op aan prettig oubollige tearooms, met beschilderd porselein en stoffen kleedjes op de tafels, terwijl buiten het Ierse of Britse weer huishoudt.
Deze scones zijn gebaseerd op een recept van de beroemde Ierse kookschool Ballymaloe. Maar dan met de hoeveelheden gedeeld door drie.
Eet ze met (frambozen)jam, als een broodje. In Engeland krijg je er wel ”clotted cream” bij, een soort ingekookte room. Heel vet (55 procent), maar erg lekker bij scones. Nederlandse supermarkten verkopen het soms ook – Jumbo bijvoorbeeld. Met roomboter kan ook. Of losgeklopte crème fraîche. Ze drogen snel uit, dus flink dooreten.
Scones
Ingrediënten (voor ca. 12 kleine of 6 grote)
300 g bloem
10 g bakpoeder
15 g suiker
snuf zout
60 g koude boter
150 ml melk
1 ei
Bereiding
Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius (hetelucht: 200 graden). Leg een vel bakpapier op een bakplaat.
Zeef alle droge bestanddelen boven een grote kom. De koude boter erbij, in blokjes of plakjes gesneden. Wrijf de boter met de vingertoppen door het bloemmengsel of gebruik daarvoor een deegsnijder. Ga vooral niet te lang door: de boter moet zo koud mogelijk blijven.
Klop het ei los in de melk. Giet dit bij het mengsel in de kom. Meng alles snel tot een soepel deeg. Het is niet erg als het deeg nog wat rommelig is.
Bestuif het werkblad met wat bloem, stort het deeg hierop en duw het met de hand voorzichtig plat. Dit kan ook met een deegroller. De deegplak moet zo’n 2 centimeter dik zijn.
Steek hieruit rondjes met een sconesteker of een glas. Of snijd het deeg met een scherp mes in vierkantjes. Probeer zo veel mogelijk in één beweging te steken of te snijden, dan schijnen ze beter en gelijkmatiger te rijzen.
Leg de scones op de beklede bakplaat. Bestrijk ze eventueel met wat ei. Bak ze in de oven bruin en gaar. Bij kleine scones zal dat zo’n 10 tot 12 minuten duren. Bij grote een kwartier.
(tekst recept: Geertje Bikker-Otten)