Griekse minister: Situatie in Griekenland wordt stabieler
De links-radicale partij Syriza is ruim anderhalf jaar aan de macht in Griekenland. George Katrougalos is minister van Arbeid, Sociale Zaken en Sociale Solidariteit. „We laten zien dat we kunnen hervormen.”
Katrougalos sprak maandagmiddag aan de Rijksuniversiteit Groningen op een congres over sociale zekerheid. ”Professor”, staat er op het visitekaartje van de minister. Katrougalos doceerde jaren publiekrecht aan de universiteit van Thrace, en in die hoedanigheid sprak hij al twee keer eerder in Groningen.
Met genoegen vertelt hij na afloop dat, anders dan velen denken, de situatie in Griekenland stabieler wordt. „De werkloosheid is met bijna 25 procent veel te hoog, maar daalt wel iets.”
Katrougalos citeert zijn premier, Alex Tsipras. „Volgend jaar kan de economische groei weleens op 2,7 procent uitkomen. Dat moet ook wel, want na vijf jaar hard saneren is Griekenland toe aan restauratie.”
Syriza leidt het land langer dan veel critici hadden verwacht. Hoe komt dat?
„Wij zijn radicaallinks. Dat betekent dat wij Griekenland willen veranderen. Maar we zijn ook pragmatisch. Wij volstaan niet met roepen vanaf de zijlijn.”
Toch klaagt bijvoorbeeld de Duitse minister Wolfgang Schäuble dat de hervormingen te langzaam gaan.
„We hebben hierover afspraken gemaakt met de EU, maar we proberen wel de scherpste neoliberale randjes te verwijderen. Na vijf jaar bezuinigen is de Griekse economie met maar liefst 20 procent gekrompen, en wat begon als een economische crisis, groeide uit tot een humanitaire ramp. Niet voor niets heet mijn departement niet langer het ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid, maar het ministerie van Arbeid, Sociale Zekerheid en Sociale Solidariteit.”
Grieken klagen dat zij door de EU worden verplicht hun sociale stelsel af te breken. Hoe luistert u naar voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie, als hij pleit voor een socialer Europa?
„Wat ik van Juncker tot nu toe hoor, is vooral retoriek. Maar ik moet zeggen: het bevalt me wel. Met zijn opmerkingen erkent de Commissievoorzitter in ieder geval dat er een probleem is; zijn voorganger Barroso is nooit zo ver gegaan. Weet u, hét probleem in de EU is de onbalans tussen de economische en de sociale dimensie. Waarom is er wel een eurogroep waarin de ministers van Financiën samenwerken en niet een dergelijke groep van de Europese ministers van Arbeid? Ik vind dit veelzeggend, nu er zo’n sterke neoliberale wind waait en alle nadruk ligt op hervormingen van de arbeidsmarkt.”
De vroegere probleemlanden Ierland en Cyprus hebben geen Europese steun meer nodig. Waarom blijft Griekenland achter?
„Omdat Ierland en Cyprus geen politieke crisis doormaken. Het oude Griekse systeem met zijn vriendjespolitiek en cliëntelisme is tijdens de crisis ingestort, waardoor onze regering nu ook democratische hervormingen moet doorvoeren. Er wordt hard gewerkt aan transparante regelgeving en nieuwe wetgeving.”
Maar corruptie en cliëntelisme breek je toch niet zomaar af?
„Inderdaad. Het zit diep in onze samenleving. Een bekend gezegd luidt: „Grieken houden van hun land, maar haten de staat.” De staat stond altijd vijandig tegenover de burger; die kon alleen wat gedaan krijgen als hij met iets over de brug kwam.”
De eurogroep heeft maandag besloten dat Griekenland kan rekenen op een uitkering van 2,8 miljard euro uit het vorig jaar overeengekomen steunpakket. Hoelang moeten niet-Griekse belastingbetalers Athene nog te hulp schieten?
„Op dit moment hebben we niet meer nodig dan is afgesproken, maar cruciaal is dat de Griekse economie in balans komt. Ik kan u cijfers laten zien waaruit blijkt dat van alle miljarden euro’s aan steun die we op een gegeven moment kregen, 93 procent werd gebruikt om onze schulden aan het buitenland of buitenlandse investeerders af te lossen. U begrijpt dat er dan weinig overblijft om de Griekse economie daadwerkelijk te stimuleren. Anders gezegd: we moeten de schuldenproblematiek oplossen.”
Het reduceren of kwijtschelden van Griekse schulden ligt in Europa gevoelig, zeker met verkiezingen in landen als Nederland en Duitsland in het verschiet.
„Dat begrijp ik, maar onze schuldenberg is simpelweg niet meer af te lossen. Gelukkig zie ik beweging. De Europese ministers van Financiën en de Europese Commissie hebben eerder dit jaar een sanering niet uitgesloten. Zelfs in Duitsland wordt het bespreekbaar. De vraag is niet of de Griekse schulden gesaneerd worden, maar hoe. Puur uit economisch oogpunt is het onvermijdelijk.”
Het IMF pleit al langer voor schuldverlichting. Toch noemde u deze bondgenoot onlangs „een extreme club.” Waarom?
„Het IMF heeft zijn eigen regels geschonden door ons vanaf 2010 leningen te verstrekken zonder te werken aan schuldvermindering. Dat bracht ons verder in problemen.
Ten tweede: ik wil niet voldoen aan de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt zoals het IMF, het vlaggenschip van het neoliberalisme, eist. Het IMF wil verdere deregulering van onze arbeidsmarkt, terwijl in geen enkel EU-land de rechten van werknemers al zo ver zijn ingeperkt. De afgelopen vijf jaar zijn talloze collectieve regelingen voor Griekse werknemers afgeschaft. Per sector kunnen ze nu veel minder gezamenlijke afspraken maken. Ik wil hun positie niet verder afbreken.”
Dat is wel een eis van de geldschieters.
„Het recht op collectieve onderhandelingen is de kern van het sociale model zoals we dat na de Tweede Wereldoorlog in Europa hebben opgebouwd. Dat is het waard verdedigd te worden.”