Libië met reden hoofdpijndossier voor internationale gemeenschap
De situatie in Libië is met reden een hoofdpijndossier voor de internationale gemeenschap, schetst Kees Homan.
President Barack Obama bekende in maart in een interview in The Atlantic dat de „ernstigste vergissing” van zijn presidentschap is geweest te verzuimen voorbereidingen te treffen voor de nasleep van de militaire interventie in Libië in 2011. Na vijf jaar burgeroorlog is de chaos in dit land met 26 miljoen wapens en 6 miljoen inwoners groter dan ooit. Sommige analisten typeren Libië als een wapenbazaar die overspoeld is met wapens die gestolen zijn uit het arsenaal van de voormalige Libische dictator Gaddafi. De Verenigde Naties hebben dan ook een wapenembargo ingesteld.
Eens had het olierijke Libië een van de hoogste levensstandaarden in Afrika. Zo waren gezondheidszorg en onderwijs er gratis. De banken zijn nu gesloten en in ziekenhuizen raken de medicijnen op. De informele macht in Libië berust bij zo’n 1700 gewapende groepjes, milities en brigades, die elkaar vaak bevechten en criminele activiteiten ontplooien.
Drie regeringen
Politiek gezien is Libië ook een lappendeken. Het land telt twee rivaliserende parlementen en drie regeringen. Het ene (islamitische) parlement en de bijbehorende regering weigerden na de verloren verkiezingen in 2014 hun macht op te geven. Ze controleren nu vanuit Tripoli als de zogenaamde Dageraadcoalitie het westen van het land. Zij ontvangen steun van Turkije en Qatar.
Het tweede, nieuw gekozen en federaal georiënteerde parlement en de bijbehorende regering controleren vanuit Tobruk het oosten van het land. Deze Waardigheidcoalitie wordt gesteund door Saudi-Arabië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten.
De derde regering, de Presidentiële Raad, is een door de VN geformeerde regering van nationale eenheid. Deze regering heeft als doel de andere twee te vervangen. Deze Presidentiele Raad heeft tevergeefs geprobeerd zijn gezag buiten Tripoli te vestigen. Hij heeft weinig draagvlak onder de bevolking, vooral omdat hij onvoldoende voorziet in basisbehoeften zoals water en elektriciteit.
In het oosten van Libië vecht de door de Waardigheidcoalitie gesteunde generaal Khalifa Haftar met zijn zogenoemde Libische Nationale Leger tegen islamieten en andere opponenten. Hij is erin geslaagd een parlementaire stemming ter ondersteuning van de regering van nationale eenheid te voorkomen. Hij verzet zich ook tegen de door de VN bemiddelde deal om Libië te verenigen.
Haftar heeft de ambitie militair leider van Libië te worden. Zijn troepen veroverden op 11 september vier belangrijke oliehavens. De in ballingschap verkerende Waardigheidregering bevorderde Haftar vervolgens tot veldmaarschalk. Het parlement in Tobruk controleert nu de oliehavens, terwijl de door de VN gesteunde regering van nationale eenheid in Tripoli het alleenrecht behoudt om de olie aan staten te verkopen die haar als legitieme regering erkennen.
IS
Terroristische organisaties kregen de laatste jaren in Libië ook voet aan de grond. In 2015 controleerde de Islamitische Staat (IS) na gevechten de gehele stad Sirte. Deze stad was toen de feitelijke hoofdstad van IS in Libië. In totaal beheerste IS een kuststrook van zo’n 300 kilometer lang.
Toen IS echter een opmars wilde beginnen richting Misurata, openden troepen die voor een groot deel trouw zijn aan de eenheidsregering in Tripoli, in juni een offensief om Sirte te heroveren Uiteindelijk trokken militieleden op 9 juni Sirte binnen. De troepen werden gesteund met luchtaanvallen door de Verenigde Staten. De Amerikanen vochten echter op de grond niet mee. Dit op verzoek van de regering van nationale eenheid. Hoewel de nederlaag in Sirte een gevoelige slag is voor de terreurgroep, is het de vraag of hij helemaal verslagen is.
Vluchtelingen
Een ander probleem vormen de migratie- en vluchtelingenstromen via Libië naar Europa. De hulpeloze vluchtelingen en migranten worden steeds vaker in de armen gedreven van smokkelaars, mensenhandelaren, criminele bendes en gewapende groeperingen. Milities in Libië maken zich eveneens schuldig aan mensensmokkel.
Nu de Balkanroute dankzij afspraken tussen de EU en Turkije vrijwel dicht is, is de Libiëroute weer belangrijker geworden. Dit jaar bereikten tot augustus 104.000 vluchtelingen Italië via Libië.
De Europese Unie is zeer actief. Belangrijk zijn vooral de activiteiten van het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex). Plannen voor een nieuwe grenswacht betekenen een uitbreiding van Frontex. Samen met de lidstaten wordt de grenswacht verantwoordelijk voor de grensbewaking.
Niet onvermeld mag blijven de maritieme EU-operatie Sophia, die zich richt op het ontwrichten van de mensensmokkelnetwerken. Sinds kort is het mandaat van deze operatie uitgebreid met training van de kustwacht en marine van Libië en het handhaven van het VN-wapenembargo. Het blijft echter hoe dan ook een vorm van symptoombestrijding.
Ondertussen is de regering van nationale eenheid er niet in geslaagd een eigen veiligheidsapparaat op te tuigen. Generaal Haftar beschikt met zijn Nationale Leger, met geïntegreerde oostelijke milities, over de grootste militaire capaciteit. De recente bezoeken van Haftar aan Moskou, waar hij onder meer verzocht tot opheffing van het wapenembargo, onderstrepen de vrees dat de veldmaarschalk van Libië een tweede Syrië wil maken. En dat zou prima passen in de expansionistische politiek van de Russische president Poetin.
De auteur is generaal-majoor der mariniers b.d. en verbonden aan het Instituut Clingendael.