Cultuur & boeken

Op visite bij topdrukker Christoffel Plantijn

In Museum Plantin-Moretus in Antwerpen hangt een subtiele geur van inkt. Alsof de eeuwenoude drukpersen nog maar net het zwijgen is opgelegd. „We prikkelen alle zintuigen”, zegt directeur Iris Kockelbergh.

7 October 2016 17:09Gewijzigd op 16 November 2020 07:19
De oudste drukpersen ter wereld.  beeld Museum Plantin-Moretus, Ans Brys
De oudste drukpersen ter wereld.  beeld Museum Plantin-Moretus, Ans Brys

Het historische museum over de drukkersfamilie Plantijn-Moretus aan de Vrijdagmarkt is na een verbouwing van vier maanden eindelijk weer open voor publiek. De vaste museumopstelling, die nog uit de jaren vijftig van de vorige eeuw stamde, is grondig aangepast. Beleving staat nu veel meer centraal. „De bezoeker moet het gevoel krijgen dat hij in de zestiende eeuw bij de familie Plantijn op bezoek is”, zegt Kockelbergh. „Hij wordt helemaal in de sfeer van het huis getrokken.”

Tikkende klokken, krakende vloeren, vluchtige geuren, murmelende stemgeluiden en echte kaarsen dragen bij aan de sfeerbeleving. Filmbeelden geven een impressie van het drukke woon- en werkleven van destijds. Serviesgoed, leestafel en open haard zorgen voor huiselijkheid.

Het fraaie stadspaleis met zijn pronkkamers en verstilde binnentuin moet fungeren als teletijdmachine naar de zestiende eeuw. Een beetje apart is dat wel, want toen Christoffel Plantijn als drukker in Antwerpen begon, was het pand waarin hij woonde en werkte niet half zo groot als in later eeuwen.

Gewiekst zakenman

In het hernieuwde museum ontmoet de bezoeker op de benedenverdieping Christoffel Plantijn als familieman, bedrijfsleider, zakenman en als vervaardiger van topdrukwerk. „Plantijn was een veelzijdige figuur”, zegt Kockelbergh. „Met zijn uitgeverij ”Officina Plantiniana” onderscheidde hij zich van de concurrent door kwaliteit te leveren als het gaat om de vorm en de inhoud. Daarnaast was hij een gewiekst zakenman en een goed bedrijfsleider. Met de verkoop van kant, globes en landkaarten spreidde hij zijn risico’s en kon hij ook in woelige tijden stand houden.”

Plantijn behoorde formeel tot de Rooms-Katholieke Kerk, maar was lid van het geheime genootschap Huys der Liefde. Deze groep intellectuelen en handelaars predikte verdraagzaamheid en een mystieke godsdienstbeleving. Voor het verspreiden van die ideeën was een drukpers onmisbaar. Vandaar dat het genootschap vermoedelijk het bedrijfskapitaal verschafte waarmee Plantijn in 1555 zijn drukkerij in Antwerpen kon opstarten.

Feitelijk was Plantijn een christenhumanist. Hij daagde wetenschappers en humanisten uit om met hem betere en nauwkeuriger wetenschappelijke werken te publiceren – bij hem. Plantijn was een idealist die geloofde in de maatschappelijke betekenis van boeken, het belang van goed onderwijs en van de wetenschappen. Ook de Griekse en Romeinse klassieken achtte hij hoog: die waren naar zijn overtuiging onmisbaar om een beter mens te worden.

Meesterwerk

Allerlei humanistische geleerden en wetenschappers publiceerden hun werk bij de ”Officina” van Plantijn. Zo legde Cornelis Kiliaan op de Vrijdagmarkt de basis van het Nederlandstalige woordenboek. En met de Nederlandstalige uitgave van Joannes Valverde werden de ”barbiers en chirurgijnen” op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen in de geneeskunde. De landkaarten van Abraham Ortelius gingen als warme broodjes over de toonbank en met de uitgaven van Lobelius, Dodoens en Clusius kreeg de plantkunde een enorme stimulans. Simon Stevin pleitte in ”De Thiende” voor de invoering van het decimale stelsel.

Maar Plantijn wilde ook graag laten zien dat hij een goed rooms-katholiek was. Met steun van de Spaanse koning Filips II realiseerde hij zijn absolute meesterwerk: een wetenschappelijke editie van de Bijbel in vijf talen, de ”Biblia Polyglotta”. De onderneming nam vier jaar in beslag, van 1568 tot 1572. Het complete werk telde acht delen. Plantijn drukte in totaal 1200 Bijbels op papier; 12 exemplaren werden op perkament gedrukt, voor onder meer de Spaanse koning en de paus.

„Hier wordt in één maand meer tot stand gebracht dan in Rome in een jaar”, schreef Benedictus Arias Montanus enthousiast aan Filips II. De Spaanse vorst had de kapelaan in 1568 naar Antwerpen gestuurd om een oogje in het zeil te houden bij de uitvoering van het project. Die Plantijn was immers niet helemáál zuiver op de graat.

Aartsdrukker

De Bijbeluitgave legde Plantijn geen windeieren. Hij kreeg er de eretitel ”aartsdrukker van de koning” door en, wat belangrijker was, hij verwierf het monopolie op religieuze drukwerken voor de –wereldwijde– Spaanse markt. Plantijns drukkerij behoorde vanaf dat moment tot de absolute top in Europa.

De drukker-uitgever wist vele politieke stormen en economische tegenslagen te overwinnen, mede dank zij zijn zakeninstinct. Nadat Antwerpen in 1576 door muitende Spaanse troepen was geplunderd, schaarde het stadsbestuur zich achter de Opstand. En Plantijn werd de officiële drukker van de Staten-Generaal, de grote tegenstander van Spanje, en van het calvinistische stadsbestuur van Antwerpen. Hij was in kerkelijke zaken inderdaad geen scherpslijper.

Christoffel Plantijn had oog voor de toekomst van het bedrijf. De hele familie werd ingeschakeld bij de werkzaamheden. De vijf dochters kregen een degelijke opleiding en hielpen bij het verbeteren van de drukproeven of in de linnen- en kanthandel. Huwelijkskandidaten werden beoordeeld met het oog op de continuïteit van het bedrijf.

In een brief schreef Plantijn over zijn dochters: „Ik heb aan mijn vijf dochters vóór alles geleerd om God, onze Koning en al onze Magistraten en meerderen te vrezen, te eren en lief te hebben. Ik heb hen ook geleerd om hun moeder te helpen met het uitvoeren van huishoudelijke taken. De vier oudsten heb ik van jongs af aan goed leren lezen en schrijven, zodat ze vanaf de leeftijd van vier of vijf tot ongeveer hun twaalf jaar konden helpen met het nalezen van drukproeven in gelijk welk alfabet of gelijk welke taal. In de lege uurtjes en afhankelijk van de hoeveelheid vrije tijd liet ik hen naailes volgen, zodat ze hemden konden maken, maar ook kragen en zakdoeken en andere handelswaar van linnen. En al die tijd observeerde ik hen zorgvuldig, zodat ik kon beoordelen voor welk soort werk zij in de toekomst het best geschikt waren.”

Exclusieve lettertypes

Het corrigeren van drukproeven was bij Plantijn overigens geen gemakkelijke klus. De drukker hield van mooie lettertypes en hij was een fanatieke verzamelaar van lettermateriaal. Hij specialiseerde zich in drukwerk met speciale lettertekens: Grieks, Hebreeuws, Oudsyrisch, Aramees. Ook voor wiskunde- en muziekboeken draaide hij zijn hand niet om.

Typerend voor Plantijn was dat hij ook de stempels en matrijzen van zijn exclusieve lettertypes kocht. Op die manier voorkwam hij dat andere drukkers ze zouden gebruiken. Nu kon hij als enige de letters laten bijmaken.

Met zijn vooruitziende blik heeft Christoffel Plantijn de basis gelegd voor een familiebedrijf dat –via zijn schoonfamilie Moretus– maar liefst negen generaties zou blijven bestaan. In het museum is de ontwikkeling van het bedrijf door de eeuwen heen mooi te volgen, onder meer aan de hand van topstukken uit de collectie.

De ”Biblia Polyglotta” heeft een ereplaats gekregen. Terecht.

www.museumplantinmoretus.be


Christoffel Plantin

Christoffel Plantin is afkomstig uit Saint-Avertin, nabij Tours in Frankrijk. De zestiende-eeuwse uitgever vestigt zich omstreeks 1550 in Antwerpen en runt zijn bedrijf als een hedendaagse CEO. Zijn uitgeverij ”Officina Plantiniana” groeit uit tot een multinational met filialen in Leiden en Parijs. Met de meertalige bijbel ”Biblia Regia” of ”Biblia Polyglotta” weet hij de Spaanse koning Filips II te overtuigen van zijn topdrukwerk en verkrijgt hij het privilege om liturgische werken te exporteren tot in Midden- en Zuid-Amerika.

Christoffel Plantijn is de stamvader van de uitgeversdynastie Plantijn-Moretus. Gedurende negen generaties blijft De Gulden Passer, het woonhuis met uitgeverij aan de Vrijdagmarkt, in handen van de familie.

In 1876 verkoopt Edward Moretus Plantijn de panden met inboedel en archieven aan de stad Antwerpen om er een prestigieus museum van te maken. De archieven zijn erkend als Memory of the World.


Unesco

Museum Plantin-Moretus staat sinds 2005 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het is het originele woonhuis en de drukkerij van uitgeversfamilie Plantin-Moretus aan de Vrijdagmarkt in hartje Antwerpen. Hier wordt het verhaal verteld van 300 jaar familiegeschiedenis en ondernemerschap: met de oudste drukpersen ter wereld, familieportretten geschilderd door huisvriend Peter Paul Rubens en de originele Garamondletter die op ieders computer prijkt.

Aan de zijde van de Heilige Geeststraat is een gedeelte bijgebouwd, waarin het depot en een leeszaal zijn te vinden. De gevel heeft het uiterlijk van een Franse letterbak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer