„Wereldbank loopt tegen grenzen eigen groei”
De Wereldbank ziet de vraag naar zijn leningen en hulp steeds verder toenemen en loopt tegen de grenzen van zijn mogelijkheden aan. De 189 lidstaten van de bank buigen zich daarom de komende dagen in Washington over de vraag hoe de balans van de ontwikkelingsbank kan worden versterkt.
„De vraag is hoe we zowel een grotere, als een betere bank kunnen zijn”, stelt de Nederlandse bewindvoerder Frank Heemskerk. „Onze doelen zijn actueler dan ooit en de manieren waarop we die kunnen bereiken hebben we afgelopen jaren flink uitgebreid. Het klimaat speelt een grotere rol bij leningen, er zijn instrumenten bedacht om vluchtelingen bij te staan en we vergroten onze mogelijkheden rond pandemieën.”
De Wereldbank heeft zich ten doel gesteld extreme armoede, waarbij mensen moeten rondkomen van hoogstens 1,90 dollar per dag, in 2030 uit de wereld te hebben geholpen. Daarbij moeten de voordelen van economische groei vooral terechtkomen bij de 40 procent van de wereldbevolking die nu het minste heeft.
Naast leningen tegen zachte voorwaarden aan de armste landen is de Wereldbank daarbij zeer actief in zogeheten middeninkomenslanden (minstens 2000 dollar per persoon per jaar). De leningen aan die landen zijn de afgelopen jaren bijna verdrievoudigd, tot 30 miljard dollar.
„De vraag aan de Wereldbank om een rol bij projecten te spelen groeit zo hard dat we tegen de grenzen aanlopen”, concludeerde Heemskerk. „Daarom moet nu de discussie worden gevoerd hoe we de mogelijkheden uitbreiden.”
De balans van de Wereldbank kan worden versterkt door extra bijdragen van de lidstaten, verschuiving van middelen en besparingen. Op dat laatste vlak werkt de bank onder leiding van de onlangs voor vier jaar herbenoemde president Jim Yong Kim al enkele jaren aan een forse reorganisatie, die voor veel onrust onder werknemers heeft gezorgd. „Dat is niet goed”, beaamt Heemskerk. „De tevredenheid onder werknemers moet omhoog, maar de uitkomsten van projecten hebben hier niet onder geleden.”
De Wereldbank wordt geregeld op de korrel genomen door milieu- en mensenrechtenorganisaties die misstanden zien bij projecten van de bank. Dat is echter inherent aan de opdracht van de Wereldbank, die juist door zijn hoge standaarden altijd onder een vergrootglas ligt, stelt Heemskerk. „We werken in de moeilijkste landen. Natuurlijk moet niet vier keer achter elkaar hetzelfde mis gaan. Maar we willen impact hebben en daarvoor moet je risico nemen. Dan bestaat de kans op fouten.”
Een definitief besluit over het kapitaal van de bank wordt naar verwachting volgend najaar genomen.