Volgens de NVM worden steeds meer woningen verkocht. Dat zorgt er ook voor dat de door de bank genomen prijzen van koopwoningen stijgen. Enerzijds goed nieuws voor de verkopende partij, maar minder fraai voor mensen die een huis willen kopen. De NVM spreekt daarover als de „keerzijde” van de opbloeiende woningmarkt.

In de afgelopen drie maanden wisselden 41.000 bestaande koopwoningen van eigenaar. Dat is 15 procent meer dan in het derde kwartaal van 2015. Ten opzichte van het tweede kwartaal stegen de huizenprijzen met gemiddeld 1,3 procent. In vergelijking met het derde kwartaal van 2015 moest voor een huis gemiddeld 7,4 procent meer worden betaald.

De regio Amsterdam spande de kroon. In en rondom de hoofdstad stegen de prijzen op jaarbasis met 22 procent. Volgens NVM-voorzitter Ger Jaarsma begint de prijsontwikkeling daarmee „problematische” vormen aan te nemen. Jaarsma noemt de ontwikkelingen in regio’s met veel krapte, zoals Amsterdam en een aantal centra van studentensteden zorgelijk. „Er is sprake van een duidelijke tweedeling op de Nederlandse koopwoningmarkt.”

Gemiddeld staat een woning in Nederland nu tachtig dagen te koop, krap drie weken minder dan een jaar geleden. Het aantal woningen dat te koop staat, neemt steeds sneller af. Halverwege het derde kwartaal werden bij NVM-makelaars ruim 101.000 woningen aangeboden, bijna een kwart minder dan een jaar eerder.

Ook de verkoop van woningen in het duurdere segment trekt aan. De verkoop van twee-onder-eenkapwoningen en vrijstaande woningen nam op jaarbasis met respectievelijk 19,1 en 23,6 procent toe.

Volgens Jaarsma komt de voortdurende stijging van het aantal transacties onder meer doordat de doorstroming op gang is gekomen. Daarnaast profiteren huizenkopers van de lage rente en verkopers van de gestegen huizenprijzen. „Het vertrouwen in de woningmarkt blijft onverminderd hoog”, aldus de NVM-voorzitter.