Floor Rieder maakt prentenboek vol minutieuze patronen
Op de kunstacademie was ze nooit tevreden over haar illustraties. Inmiddels heeft ze een Gouden Penseel binnengehaald. En dit jaar maakte Floor Rieder het prentenboek voor de Kinderboekenweek.
Dit is me nog nooit overkomen. Floor Rieder herhaalt het minstens vijf keer. Het is even na tienen, op een maandagmorgen. Rieder is zojuist door haar moeder in allerijl afgezet bij haar atelier in een bijgebouw van de Noorderkerk in Amsterdam. Het interview was haar helemaal ontschoten. „Mijn plan was om vandaag vanuit mijn moeders huis in Broek in Waterland naar het atelier fietsen. Dat is een mooie route.”
Zelf woont Rieder in Amsterdam, in de Pijp. Haar strakke zwarte kokerrok en okergele truitje verbergen een flinke buik – nou ja, verbergen die juist niet meer. De 31-jarige illustrator is ruim zeven maanden zwanger van haar eerste kind.
Met zwangerschapsverlof gaan zit er nog even niet in. De komende tijd is ze druk met allerlei verplichtingen in het kader van de Kinderboekenweek. Samen met de auteur van het Kinderboekenweekgeschenk, Dolf Verroen. „Ik vind dat we zo’n mooie combinatie vormen. Hij bijna 88, ik hoogzwanger. Hij is zo enthousiast. Kom op, Floor, zegt hij dan, we gaan het doen! Wat erg grappig is: ik ben op zijn verjaardag uitgerekend, op 20 november.”
Babykamer
Het geboortekaartje voor de baby moet ze ook nog regelen. Nog tekenen, beter gezegd. En nee, de babykamer is niet klaar. „Er staan thuis allerlei kastjes te wachten op een laagje verf.”
Wat wel zo goed als zeker is: het prentenboek ”Waar is Ludwig?” dat Rieder tekende voor de Kinderboekenweek, krijgt een ereplaatsje op de babykamer. Dat kan heel goed, want ”Ludwig” is een leporello: een uitklapboek in zigzagvorm. Nu staat er alvast een exemplaar naast Rieders werkplek, een ruim hoekbureau van blanke underlaymentplaten.
Het boek is, als het is uitgevouwen, 2 meter lang en ziet eruit als een straatje met gezellige grachtenpanden. Bekijk je de ene kant, dan waan je je buiten, met zicht op de gevels. De andere kant biedt een inkijkje ín de huizen.
Kat Ludwig heeft de glansrol in het verhaal. Hij is verdwenen en blijkt alle buren langs te gaan. Precies zoals Elvis, de kat van Rieder, ook doet. „Alle buren kennen hem. Het boek is geïnspireerd op hem, maar ook op mijn opa en oma, die alles van hun buren weten.”
Rieder heeft wel iets met het Kinderboekenweekthema van dit jaar, waarin opa’s en oma’s centraal staan. „Ik heb een heel fijne opa en oma. En als de baby er straks is, worden mijn ouders voor het eerst opa en oma.” Het was geen must om het boek bij het thema te laten aansluiten, maar Rieder deed het bewust wel. „Ik vind het wel fijn om je ergens aan vast te kunnen houden.” Ze wijst naar een man die op een bankje voor zijn huis zit, aardappel in de hand, grote pan binnen handbereik. „Hier zit iemand ouderwets piepers te jassen. En bij de snoepwinkel tekende ik oud-Hollands snoep. Kijk, deze stroopsoldaatjes. Ik kreeg ze vroeger van mijn opa en oma.”
Lichtbak
De platen in ”Waar is Ludwig?” hebben iets weg van linoleumsnedes. Veel contrast en een sober kleurenpalet met veel zwart. „Ik gebruik bewust weinig kleuren. Dat geeft me een beetje houvast. Stel dat ik van mezelf alle kleuren mocht gebruiken, dat zou ik pas moeilijk vinden.”
Rieder gebruikte dezelfde techniek die ze eerder al toepaste in ”Alice in Wonderland”. „Ik moest in korte tijd aan zo veel nieuwe dingen wennen –een andere doelgroep, een kind op komst– dat een vertrouwde techniek me wel verstandig leek.”
Van haar bureau pakt Rieder een dunne glasplaat, in huisjesvorm. „Met gouache kleur ik zo’n glasplaatje helemaal zwart. Dan leg ik het op mijn lichtbak en ga ik, voorzichtig, met potlood schetsen. Daarna kras ik de lijntjes open. Als ik bezig ben doe ik een hoofdtelefoon op, muziekje aan. Dan ben ik er niet uit te krijgen.”
Daarna scant Rieder de illustraties in en bewerkt ze op de computer. „Zo voeg ik de kleuren toe. Ook kan ik kleine foutjes wegwerken.”
Eén plaat kost haar ongeveer drie dagen werk. Ze houdt vooral van het denkwerk vooraf. „Het tekenen vind ik soms minder leuk. Dan moet ik iets maken terwijl het in mijn hoofd al af is.”
Minutieus
De opdracht om het prentenboek voor de Kinderboekenweek te maken kwam voor Rieder totaal onverwacht. „Ik had nog nooit een prentenboek gemaakt! Ik was wel van plan om eens iets voor jongere kinderen te gaan doen, maar niet op zo korte termijn. Ik heb het gevoel dat ik de afgelopen tijd twee jaar in een halfjaar heb gedaan.”
”Waar is Ludwig?” is een typische Rieder: vol minutieus getekende illustraties. De gevels zijn tot in detail ingetekend met bakstenen, de ramen hebben mooie bogen van metselwerk en zelfs de markiezen hebben een fijn patroontje. „Ik houd ervan, het is mijn smaak. Ik stop die versieringen als vanzelf in gordijnen, in behangetjes. In het boek zie je veel van mij terug. Die pauwenveren in een vaas? Heb ik zelf ook staan. Ik verzamel echt van alles: papiertjes, blaadjes, oude kunst, net wat ik tegenkom. Vooral de structuren die je in islamitische en Afrikaanse kunst ziet spreken me aan. Ik houd trouwens ook van veel rustigere artistieke platen. Maar zelf kan ik ze niet maken.”
Inspiratie voor haar boek vond ze ook letterlijk op straat. „Mooie huisjes staan er hier om de hoek genoeg.” Rieder draait het boek om en wijst op de gevelsteen die het huis op de achterkant van het boek siert: een krab die de staart van een vos vastgrijpt. „Die afbeelding zag ik op de gevel van een huis op het plein hier achter de kerk. Als ik zoiets tegenkom, wil ik weten wat de afbeelding betekent. Ik ontdekte dat er een verhaal bestaat waarin een vos en een krab een wedstrijd houden.”
Ooit, toen ze nog studeerde, dacht Rieder dat ze nooit „aan de bak” zou komen. „Ik zag op de kunstacademie zo veel getalenteerde mensen om me heen. Ik was nooit echt tevreden over wat ik tekende.” Inmiddels heeft Rieder andere zorgen: ze krijgt te veel opdrachten. „Daarom heb ik nu iemand die voor mij alles bijhoudt. „Dit moet je niet doen”, zegt ze dan. Of: „Dit vind je niet leuk.” Ze moet me een beetje in de gaten houden, zeker nu.”
Floor Rieder
Floor Rieder (1985) volgde de opleiding Illustration Design aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Zwolle. Ze werd bekend door haar paginagrote getekende interviews in Het Parool. Inmiddels illustreerde ze twee non-fictiekinderboeken van Jan Paul Schutten, ”Het raadsel van alles wat leeft” en ”Het wonder van jou en je biljoenen bewoners”, en aan de derde –over de ruimte– hoopt ze volgend jaar te beginnen. Ook maakte ze platen voor een nieuwe uitgave van ”Alice in Wonderland”. Met ”Het raadsel van alles wat leeft” won ze meteen een Gouden Penseel.
Rieder werkt ook veel voor kranten en tijdschriften, waaronder het magazine Flow. Voor de Kinderboekenweek maakte ze voor het eerst een prentenboek: ”Waar is Ludwig?”.
Voor de toekomst droomt ze van een eigen kookboek, vol eigen recepten en illustraties.
Kat Ludwig is weer eens verdwenen
”Waar is Ludwig?” is het eerste prentenboek van Floor Rieder. Het boek, dat tijdens de Kinderboekenweek voor een kleine prijs te koop is, biedt vooral veel zoek- en kijkgenot. De zigzag gevouwen pagina’s –leporelloformaat heet het– laten allemaal huizen zien, aan de ene kant van de bladzijde de voorgevel, aan de andere kant het interieur.
„Ludwig mijn kat is weer eens verdwenen. Zodra hij de kans krijgt, neemt-ie de benen”, zet het verhaal op de voorzijde van het boek in. Vanaf deze plaat volg je oma die al haar buren afgaat op zoek naar haar kat. Bij het laatste huis vindt ze ’m. Dankzij de ingenieuze vorm van het boek gaat het verhaal dan gewoon verder: nu met de avonturen die de kat ín de huizen beleeft.
Elke bladzijde telt maar twee regels tekst. Die rijmtekstjes wilde Rieder „per se” zelf maken. „Maar ik bleek het toch niet alleen te kunnen. Mijn vriend Vincent Krom en auteur Jan Paul Schutten hebben uiteindelijk op basis van wat ik aandroeg alle teksten herschreven. Ik ga het dus ook nooit meer zelf doen.”
Boekgegevens
”Waar is Ludwig?”, Floor Rieder; uitg. Gottmer/CPNB, Haarlem/Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 596 5382 5; € 7,95 (tijdens de Kinderboekenweek)