Toekomstgericht
Het ontwerp van een nieuwe Europese grondwet zou in juni enig profiel moeten krijgen. Maar zover is het nog niet. Premier Blair wil bij nader inzien de Britten toch vragen zich er via een referendum over uit te spreken. Onduidelijk is hoe Spanje en Polen zich zullen opstellen.Verder is er natuurlijk ook nog de kwestie van de verwijzing naar het christelijk gedachtegoed. Dat bleek eeuwenlang bepalend voor de contouren van de Europese cultuur. De meeste politici piekeren er echter niet over daar nog aandacht aan te besteden. Tot ongenoegen van degenen die menen dat de geschiedenis niet ongestraft valt te verwaarlozen. En tot verdriet van christenen die een min of meer theocratisch ideaal -slechts een ideaal- koesteren.
Nu zal een expliciete verwijzing naar de Joods-christelijke traditie -premier Balkenende heeft daarvoor gepleit- Europa niet werkelijk veranderen. Niemand mag denken dat enige vermelding van God in de grondwet het zedelijk besef in dit werelddeel zal doen toenemen. Geen communist of humanist, geen agnost of atheïst zal plotseling de plicht erkennen zich aan christelijke normen en waarden te gaan wennen. Een grondwet verandert geen mensen.
Dit neemt niet weg dat in de discussie over het al of niet vermelden van Gods Naam een verontrustende tendens openbaar komt. De socialist Max van den Berg gaf recent te kennen dat het nodig is om „toekomstgericht” te denken. Hij toonde zich een vurig bestrijder van de wens om de grondwet aan te passen. Daarbij ontkennend -of het misschien over het hoofd ziend- dat er eenvoudig geen goede vooruitzichten voor de komende tijd bestaan zonder erkenning van God.
Het getuigt van een tekort aan historisch besef om -zoals Van den Berg- enigerlei verwijzing naar God in de grondwet af te doen als de begeerte om „je eigen stukje geschiedenis” exclusief vermeld te willen zien. Het zou niet verkeerd zijn om iemand die zo’n vermelding bovendien betitelt als hoogmoed subsidie aan te bieden op gedegen onderwijs van een werkelijk christelijk historicus.
Natuurlijk betekent aandacht voor de christelijke wortels van Europa niet dat alles vroeger goed was. Het nationaal-socialisme en zijn concentratiekampen bleken goede sier te kunnen maken binnen de door het christendom gevormde cultuur. Maar na Auschwitz hoeft daarom niet direct elke herinnering aan christelijke identiteit op de tocht te staan. Het is nodig om van het verleden te leren. En om fouten van vroeger te voorkomen.
Juist het bagatelliseren van het belang van de historie kan ertoe leiden dat criminaliteit de geboden kansen grijpt. Het afdoen van de geschiedenis als nu eenmaal voorbij brengt ook tot verachting van betekenisvolle normen en waarden. Waar individualisme hoogtij viert, groeit het gevaar van onveiligheid. Afnemend historisch besef leidt tot een bijkans ontkennen van zichzelf.
Juist christenen -niet socialisten die alles tot het hier en nu beperken- hebben weet van toekomstgericht denken. Van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid zal wonen. Mensen die in God geloven zijn de echte toekomstgerichte denkers.