Mensen met een beperking zijn onbevangen én kwetsbaar
In hoeverre kan ik Mieke seksueel voorlichten? Hoe maak ik haar duidelijk dat haar borsten privéterrein zijn? Hoe leg ik Jonathan uit dat hij met de naaktfoto’s op zijn mobieltje grenzen overschrijdt? Veel ouders, leerkrachten en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking worstelen met het onderwerp seksualiteit. ”Wonderlijk gemaakt speciaal”, dat morgen in Gouda wordt gepresenteerd, biedt hun een handreiking.
Enige kennis over jezelf en over seksualiteit is goed voor iedereen, zegt gezinspedagoge Elly van der Gouwe-Dingemanse. „Die kennis draagt bij aan een evenwichtig zelfbeeld, versterkt de weerbaarheid en helpt om na te gaan wat normaal of abnormaal is. Denk aan het verschil tussen de zoen die een taxichauffeur of een moeder geeft.”
Van der Gouwe is namens Driestar educatief als projectleider betrokken bij de totstandkoming van ”Wonderlijk gemaakt speciaal”. In de klankbordgroep zaten vertegenwoordigers van belangenverenigingen, scholen voor speciaal onderwijs en organisaties voor mensen met een verstandelijke beperking. Een van hen is Dirk van Garderen, locatiedirecteur van de Obadjaschool in Zwolle. „Mijn leerlingen zijn hartelijk en onbevangen”, vertelt hij. „Toen ik voor het eerst op de Obadjaschool kwam, hing er direct een aantal leerlingen om mijn nek.”
Van der Gouwe: „Die onbevangenheid is mooi, maar heeft ook een donkere kant. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen een makkelijke prooi zijn voor personen met kwade bedoelingen.”
Waarin onderscheidt ”Wonderlijk gemaakt speciaal” zich van algemene methoden?
Van der Gouwe: „De Bijbelse visie op relaties en seksualiteit vormt onze basis. We zien de mens als schepsel van God, maar benoemen ook de gebrokenheid die door de zondeval in de wereld kwam. Vier kernpunten vormen een rode draad in het materiaal: zelfbeeld en zelfrespect, goed omgaan met jezelf en met de ander, weerbaarheid, en relaties en netwerk. Ik schat dat een kwart van de thema’s een relatie met weerbaarheid heeft. We leggen ook een sterke nadruk op verbondenheid. Iemand met een beperking is niet alleen, maar staat in relatie met zijn familie, medebewoners, werknemers en mensen van de kerk.”
Hoe geeft u handen en voeten aan het weerbaar maken van deze kwetsbare doelgroep?
Van Garderen: „We brengen onze leerlingen bij dat je niet om de nek van een leerkracht hoort te hangen. Ook al doen ze dit met de beste bedoelingen.”
Van der Gouwe: „Een leerling of bewoner kan daar behoefte aan hebben. Maar als een docent die omhelzing toestaat, gebeurt het later misschien bij een vreemde. Tegen dat laatste willen we mensen met een beperking beschermen. In het materiaal komt aan de orde waarom je wel je vader of zus kunt knuffelen, maar dat dit niet wenselijk is bij iemand die je niet kent en die jou op straat aanspreekt. Tegelijkertijd proberen we duidelijk te maken waarom een dokter je wel mag aanraken.
Niet alles valt met een schaartje te knippen. Zo moet er ruimte blijven voor lichamelijk contact tussen een begeleider en een bewoner. Soms blijkt dat zelfs nodig om ervoor te zorgen dat iemand zich veilig voelt. In het materiaal geven we aan hoe je dit in goede banen kunt leiden. Een begeleider kan zeggen: „We kennen elkaar goed en hebben elkaar lang niet gezien. Daarom geef ik je nu een korte knuffel.” Door dit te benoemen, maakt hij meteen duidelijk dat het niet gewoon is om met een winkelbediende te knuffelen. Een winkelmedewerker geef je een hand.”
Waar lopen mensen in het werkveld zoal tegenaan?
Van de Gouwe: „Een cliënt masturbeert in de woonvoorziening op plekken waar dat ongewenst is. Hoe reguleer je dit? Hoe voorkom je dat dit een obsessie wordt?” Van Garderen: „Een jongen zet een meisje onder druk om haar intieme plekjes te laten zien. Zo’n leerling van zeventien is lichamelijk volgroeid, terwijl hij het denkniveau van een driejarige heeft. Het blijft zoeken naar de juiste manier om hem duidelijk te maken waarom we dit gedrag grensoverschrijdend vinden en zijn gedrag in goede banen te leiden. Alleen al omdat sommigen onvoldoende doorhebben wat ze doen.”
Hoe sluit u aan bij de verschillende niveaus?
Van der Gouwe: „De zwarte tekst in de thema’s is bruikbaar voor iedereen. Vervolgens kan een docent of begeleider de keus maken voor de groene route (matige beperking) of de rode route (lichte beperking). In het eerste geval is er vooral sprake van gesloten vragen, van feiten: de leerkracht benoemt de lichaamsdelen op een plaatje. De rode route werkt meer met open vragen en biedt aanknopingspunten voor een gesprek. Je vraagt wat iemand op een plaatje ziet en waarom hij denkt dat Mieke een knuffel niet fijn vindt. Het kan ook nodig zijn om te vertellen over loverboys of te bespreken wat je doet als een vreemde je via Facebook uitnodigt om bij hem thuis langs te komen.
Veel leerlingen en cliënten hebben een kinderwens. De een blijkt tevreden met een oefenpop die ze kan verschonen en troosten. Bij een ander is het goed om het gesprek over verkering, huwelijk en kinderen aan te gaan. Als zij nauwelijks verantwoordelijkheid voor zichzelf kunnen dragen, lukt dit dan wel voor een man en kinderen?”
Hoe gaat ”Wonderlijk gemaakt speciaal” in de praktijk functioneren?
Van Garderen: „Ik merk dat docenten in het speciaal onderwijs er vaak minder moeite mee hebben om het gesprek over seksualiteit aan te gaan dan in het basisonderwijs. Ze worstelen wel met de vraag hoe ze dit op een goede en respectvolle manier kunnen doen, zodat ze de leerlingen iets voor het leven kunnen meegeven. ”Wonderlijk gemaakt speciaal” biedt hun een praktische handreiking. We zullen ons op de Obadjaschool over het materiaal buigen om na te gaan welke onderwerpen we aan de orde willen stellen. Dit hangt ook samen met het niveau van de jongeren. Een item zoals zelfbevrediging behandelen we niet klassikaal, maar bespreken we met de persoon in kwestie.”
Van der Gouwe: „In een woonvoorziening verblijven vooral volwassenen. Daar zal het accent voornamelijk liggen op het in goede banen leiden van het gedrag. Stel dat een bewoner vaak aan de borsten van een begeleidster wil zitten. De medewerkster kan dan proberen na te gaan waar dit gedrag vandaan komt en zich afvragen wat ze aan de bewoner moet uitleggen.
Als een cliënte ineens belangstelling toont voor zwangerschap en geboorte omdat er in de familie een baby is geboren, kan dit een aanleiding vormen om dit onderwerp met haar te bespreken. Alle thema’s kunnen los van elkaar worden behandeld.”
In hoeverre worden ouders bij de seksuele vorming betrokken?
Van der Gouwe: „Als we er fondsen voor kunnen vinden, gaan we kaarten voor thuisgebruik maken die aansluiten bij dit materiaal. Op die manier willen we ouders helpen om met hun kind over seksualiteit en relatievorming te praten. In ”Wonderlijk gemaakt speciaal” komen ouders bij veel thema’s in beeld. Daarbij raden we aan om na te vragen of ouders aandacht aan een onderwerp hebben besteed en in hoeverre iets thuis speelt.”
>>wonderlijkgemaakt.nl/speciaal
Wonderlijk gemaakt speciaal
”Wonderlijk gemaakt speciaal” van Driestar educatief is praktisch materiaal waarin de seksuele vorming van kinderen, jongeren of volwassenen met een lichte of matige verstandelijke beperking centraal staat. De uitgave wordt morgen tijdens een minisymposium in Gouda gepresenteerd. Het materiaal geeft een Bijbelse achtergrondvisie en bevat informatie over de seksuele ontwikkeling en praktische tips om met het materiaal aan de slag te gaan. Er is naast een algemeen gedeelte bij elk thema gekozen voor een groene en een rode route. Deze routes zijn respectievelijk bedoeld voor mensen met een matige of een lichte verstandelijke beperking.
De uitgave bevat veel foto’s en tekeningen, zowel van situaties (een omhelzing, een verjaardag) als van de lichamelijke ontwikkeling van mannen en vrouwen. Bij dat laatste is gekozen voor tekeningen, die in kleur en zwart-wit verkrijgbaar zijn. De onderwerpen variëren van zaadlozing en het inbrengen van een tampon tot de vraag wat privéterrein is en wat onder een fijn of vervelend geheim valt.
Privé
”Wonderlijk gemaakt speciaal” behandelt onder andere wat wel en niet privé is. „Kleren zijn mooi. Kleren gaan over bloot heen. Bloot zijn is privé. De Heere God heeft jouw lichaam mooi gemaakt. Jouw lichaam is speciaal voor jou. Niet iedereen mag jou bloot zien. De Heere God wil ons beschermen tegen kou, tegen verkeerde gedachten en tegen verkeerde mensen. Daarom heb je kleren aan. Niet iedereen mag jouw lichaam aanraken. Jouw lichaam is privé. Het is van jou alleen.”
Verliefd
„Mensen met een verstandelijke beperking zijn kwetsbaar. Zestig procent van deze doelgroep heeft met seksueel misbruik te maken gehad. Het is dus zaak om hun een veilige omgeving te bieden én hen weerbaar te maken. Goed materiaal kan daarbij helpen”, zegt Jenneke Wolvers, stafmedewerker van Op weg met de ander. Ze zit in de klankbordgroep die de totstandkoming van ”Wonderlijk gemaakt speciaal” begeleidde, samen met vertegenwoordigers van Adullam, Dit Koningskind, Eleos, Helpende Handen, Siloah, de Obadjaschool in Zwolle en de Rehobothschool in Ede.
De klankbordgroep heeft het materiaal in woonvoorzieningen uit de achterban uitgeprobeerd. „Daarbij viel het ons op dat veel medewerkers weinig tijd hebben om met bewoners over seksualiteit en relaties in gesprek te gaan. Terwijl het belangrijk is om preventief bezig te zijn. De begeleider krijgt daardoor zicht op de ontwikkeling van bewoners en laatstgenoemden krijgen handvatten om met hun seksuele gevoelens om te gaan.
Jonge medewerkers vinden het niet altijd makkelijk om met oudere bewoners in gesprek te gaan over seksualiteit. ”Wonderlijk gemaakt speciaal” kan hen hierbij helpen. Het komt voor dat een cliënt verliefd wordt op een begeleider. Het praktisch materiaal geeft medewerkers tips om de aandacht van die bewoner op andere dingen te richten. Het is goed als begeleiders erop letten hoe ze zich kleden, om te voorkomen dat cliënten extra prikkels krijgen. Prikkeling kan ook in iets kleins zitten. Zo is het niet altijd verstandig om een mannelijke cliënt het ondergoed van vrouwelijke huisgenoten te laten vouwen.”