Daardoor krijgt de EH een uitzondering in de wet die het onterecht gebruik van de naam universiteit en hogeschool verbiedt. Voor het amendement stemden naast ChristenUnie en CDA ook PvdA, SP, D66, Partij voor de Dieren en het lid Klein.

De directeur van de EH, Els van Dijk, toonde zich na de stemming „blij en zeer opgelucht.” Wat betreft de naam kan het nu niet meer fout gaan, zo stelt ze. „Deze wet kan door de Eerste Kamer worden verworpen, maar in dat geval kunnen we gewoon onze naam behouden. Dan verandert er niets ten opzichte van de huidige situatie.”

In de wet stonden al uitzonderingsbepalingen voor de Volksuniversiteit en de Volkshogeschool. Het amendement van CDA en ChristenUnie regelt behalve een uitzondering voor de Evangelische Hogeschool ook een uitzondering voor de Vrije Hogeschool. Die biedt net als de EH een tussenjaar aan voor jongeren die hun havo- of vwo-diploma hebben behaald en daarna in het hoger onderwijs willen studeren.

De Kamer aanvaardde ook een motie van de PVV om de accreditatie van de Islamitische Universiteit Rotterdam in te trekken. De regering moet een wet gaan maken die dit regelt. De PVV wil een brief van minister Bussemaker van Onderwijs hoe ze de motie wil uitvoeren.