Bedrijven maken van dierendag liefst een dierenweek
Met een woeste blaf maakt een zwarte hond kenbaar dat hij zijn eten níét wil delen. Een Mechelse herderpup van zestien weken oud deinst even terug, maar smult even later toch van het gratis huisdierenbuffet ter ere van dierendag.
In alle locaties van tuincentrum Groenrijk met een dierenafdeling stond zaterdag een gratis buffet voor poezen, honden en knaagdieren klaar. In Apeldoorn was het buffet vooral gericht op honden. Bakjes vol brokken, knaagstaven en andere heerlijkheden lagen op een verhoging te wachten. Viervoeters deden zich er te goed aan, ondanks de grauwen en snauwen van sommige wat dominantere soortgenoten. Dat er hier en daar een stenen bakje aan diggels viel, mocht de dierendagpret niet drukken.
Drijvende krachten achter dit buffet zijn de leveranciers van dierproducten. „Zij hebben dit allemaal ter beschikking gesteld”, aldus een medewerkster van Groenrijk zaterdag. „Prima om dierendag een beetje te vervroegen; hoe meer aandacht, hoe beter het is.”
Vachtverzorging
Het buffet bij Groenrijk was zeker niet de enige activiteit zaterdag. Lokale vestigingen van Intratuin organiseerden een dierendagontbijt, zorgden voor informatie over vachtverzorging of lieten herdershonden een pakwerker aanvallen. Dit alles om dierendag alvast onder de aandacht te brengen, terwijl het toch alleen vandaag écht dierendag is.
Het tekent volgens branchevereniging Dibevo dat dierendag commercieel gezien steeds meer een dierenweek wordt. Want ook morgen zijn er nog de nodige activiteiten. Zo organiseert dierenspeciaalzaak Bolle in Zierikzee samen met het dierenasiel, de kinderboerderij en de dierenarts in de buurt een heus dierendagfestijn, compleet met rondrit in paard-en-wagen.
Rauw voer
„Dierendag, of liever het weekeinde er vlak voor of er vlak na, is zoals elk jaar aanleiding voor ondernemers in de detailhandel om activiteiten te organiseren of om de aandacht te vestigen op hun bedrijf”, aldus Joost de Jongh, voorzitter van Dibevo. „Welke trends je ziet? Terug naar de basis, naar de natuur. Gebruikte materialen moeten meer en meer een zichtbaar natuurlijke achtergrond hebben. Bij het diervoer zie je dat rauw voer, zoals vlees voor de hond en de poes, aan een opmars bezig is.”
Dibevo vertegenwoordigt 1400 directe leden en 1000 zogeheten indirecte leden, waaronder fabrikanten en groothandels van diervoeder en dierbenodigdheden, dierenspeciaalzaken, landwinkels en tuincentra met een afdeling dier, en dierverzorgende bedrijven zoals dierenpensions, trimsalons en hondenuitlaatservices. De omzet bedraagt 2,2 miljard euro op jaarbasis.
Adviesvragen
Het overgrote deel van deze omzet wordt in fysieke winkels behaald, aldus De Jongh. „Er vindt wel verkoop plaats van voeder of simpele accessoires via internet, maar klanten krijgen ook graag advies bij hun aankoop. Daar leent een webshop zich minder voor. Wel zie je dat ondernemers steeds meer gebruikmaken van sociale media om hun klanten te benaderen en daar een aan hun winkel gekoppelde website voor inzetten. Dat levert extra omzet op.”
Uit cijfers van de in Europa actieve onlinedierenwinkel Zooplus blijkt dat de omzet de afgelopen jaren fors stijgt. In het tweede kwartaal van dit jaar zette het bedrijf een omzet in de boeken van 221 miljoen euro, een plus van 31 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
Nederland is na Duitsland en Frankrijk het belangrijkste afzetgebied voor Zooplus, naar eigen zeggen de marktleider in Europa op het gebied van online dierenwinkels. In 2015 werd er voor 53,8 miljoen euro aan huisdierproducten verkocht in Nederland, 8,6 miljoen euro meer dan in 2014.
Aquarium
Naar welke soort huisdier het meeste geld gaat, is moeilijk te zeggen, aldus De Jongh. „Bij vissen zijn de apparatuur en het onderhoud een veel grotere kostenpost dan het voer. Denk aan het aquarium en toebehoren. Bij een hond is dat heel anders. Dan kost voer juist het meest”, legt de Dibevovoorzitter uit.
Als het om exacte aantallen huisdieren in Nederland gaat, staan volgens de cijfers van Dibevo de aquarium- (9 miljoen) en vijvervissen (9 miljoen) met stip bovenaan, gevolgd door postduiven (5 miljoen), zang- en volièrevogels (4 miljoen), katten (2,6 miljoen), honden (1,5 miljoen) en konijnen (1,2 miljoen).
Volgens De Jongh bestaat ‘het’ huisdier niet. „Er is een wereld van verschil tussen het houden van een python, een cavia, een papegaai of een hond. De houders van deze dieren zijn vaak ook heel verschillende typen mensen.”