Christelijk actieboek vertelt verhaal van vlucht uit Aleppo
Hier moet ik over schrijven, dacht Angelique Bos, toen ze op Lesbos vluchtelingen hielp. En ze deed het. ”Op de vlucht” is een van de actieboeken tijdens de Christelijke Kinderboekenmaand.
Vorig jaar zomer. Angelique Bos (48) en haar gezin zijn op vakantie in Griekenland, Lesbos. Samen met haar man en vier kinderen toert ze met scooters over het eiland, niet wetend dat de tweede vakantieweek er heel anders zal uitzien.
Bos pakt twee grote kaarten, allebei met een collage van foto’s erop. „Zie je het verschil? Op de kaart links staan foto’s van onze eerste week, rechts van de tweede week.” De ene collage staat vol zonnige vakantiefoto’s. De tweede laat een heel andere kant van Lesbos zien: groepjes mensen die midden op de weg uitrusten, een grote tent vol vluchtelingen, grijze dekens om hen heen geslagen.
De weken dat de kinderboekenschrijver uit IJsselstein op Lesbos verblijft, vallen in een roerige tijd. De stroom vluchtelingen die per boot het Griekse eiland probeert te bereiken, met name vanuit Syrië, groeit snel en onstuimig. Hulporganisaties zijn nog niet actief en Bos wil graag helpen. „Maar hoe? Op een ochtend ben ik met mijn man het hotel uit gelopen. We zijn op een grote groep vluchtelingen afgestapt. Ik kreeg meteen een baby in mijn handen, de moeder was moe van het dragen. Ook wilden de vluchtelingen graag water hebben, dus daar hebben we voor gezorgd.”
Later die dag bleek dat Artsen zonder Grenzen net op het eiland was aangekomen. Zij namen de zorg voor de groep vluchtelingen over. En daar zat de familie Bos. Het oorspronkelijke plan was dat Angelique en haar man zouden doorreizen naar Normandië om daar tweeënhalve week te gaan fietsen. „Maar ik vroeg me af: misschien kunnen we hier nog iets betekenen. Iemand verwees me naar een restaurant, The Captain’s Table. De eigenaar, Melinda, is heel actief in het vluchtelingenwerk. „Kan ik je ergens mee helpen”, vroeg ik haar. Uiteindelijk zijn we drie weken gebleven.”
En nu ligt er een boek, waarbij de tekst doorloopt tot op de binnenkant van de achterkaft. Zó veel was er te vertellen.
„Ja. Dat er tekst op de binnenzijde van de kaft is gedrukt, is geen foutje. Ik had al zo veel geschrapt dat ik er echt niets meer uit kon halen. Ik heb op Lesbos zo veel verhalen gehoord. Al toen ik daar nog was, wist ik: hier ga ik over schrijven. ”
Amir en Zara, de twee kinderen waar het boek om draait, wonen in Aleppo. Na een bombardement op de stad, waarbij hun huis ernstig beschadigd raakt, besluiten hun ouders richting Europa te vluchten. Opa en oma offeren al hun spaargeld op om dat mogelijk te maken.
Wat wilt u met dit boek bereiken?
„Ik hoop dat kinderen uit groep 3, 4 en 5, voor wie het boek bedoeld is, een beetje gaan begrijpen wat het inhoudt om je land te moeten verlaten. Je familie, je vriendjes. Je vlucht niet voor de lol, daar ben ik van overtuigd. Wij hebben vaak onze mening klaar.
Een gebeurtenis in de klas –Bos werkt parttime op basisschool De Boemerang in Utrecht– illustreert dat. „Zo’n 75 procent van de leerlingen op de school waar ik werk is allochtoon. Toen ik nog maar kort terug was uit Griekenland kwam het gesprek op vluchtelingen. „Joh, laat die mensen lekker daar blijven”, zei een jongen, die zelf van Marokkaanse afkomst was. Ik denk dat het goed is om aan zulke kinderen te laten zien en te vertellen wat vluchtelingen hebben meegemaakt.
Ergens in het boek beschrijf ik ook dat er mensen zijn die vluchtelingen liever zien gaan dan komen. „Rot op naar je eigen land”, zeggen ze. Dat is heftig. Maar ik wil doorgeven dat zulke dingen worden gezegd.”
”Op de vlucht” is een actieboek, dat door veel kinderen wordt gelezen. Kiest u bewust nu voor dit thema?
„Toen ik voor het actieboek werd gevraagd wist ik eigenlijk meteen dat het over vluchtelingen moest gaan. Dat verhaal zat in mijn hoofd en dat wilde ik schrijven. Ik vond het wel even lastig hoe ik het thema van de Kinderboekenweek, opa’s en oma’s, in het boek zou verwerken. Laat ik een heel gezin, met de opa en oma, vluchten uit Syrië? Ik heb zulke families wel gezien. Uiteindelijk blijven de opa en oma van Amir in Syrië, omdat ze zich te oud vinden om te vluchten naar een ander land.”
In uw boek vertelt oma het kerstverhaal aan haar kleinkinderen.
„Het gaat om een boek voor de Christelijke Kinderboekenmaand, dus ik vroeg aan mijn uitgever: Willen jullie er een christelijke boodschap in? Via het kerstverhaal kon ik mooi een link maken van vrede in je land naar vrede in je hart.
Ik heb het zo opgeschreven dat kinderen die seculier zijn opgevoed het kunnen begrijpen. Kijk, het boek is misschien niet als evangelisatiemiddel bedoeld, maar ik dacht wel: dit is een mooie manier om te laten zien wat wij geloven. Mensen zeggen zo snel: Als God bestaat, waarom is er dan nog oorlog? Ik probeer uit te leggen dat je vrede in je hart kunt hebben, ook als het oorlog is.”
U schrijft ook een serie Bijbelverhalen voor beginnende lezers. Waarom?
„Toen ik mijn eerste manuscript, over een lakei en een prinses, naar de uitgever opstuurde kreeg ik als reactie dat er al zo veel boeken over prinsessen bestaan. Maar mijn schrijfstijl vond de uitgever wel leuk. Ik kwam toen op het idee om Bijbelverhalen voor jonge kinderen te gaan schrijven. Zelf zit ik al lang in het kinderwerk van baptistengemeente De Rank in Utrecht. Met Kerst geven we de kinderen een boek cadeau. Vaak is dat een boek over een gewoon onderwerp omdat er maar weinig boekjes over de verhalen uit de Bijbel zijn te vinden. Raar toch?
Er bestaan heel veel kinderbijbels, maar Bijbelverhalen –zeker verhalen die kinderen zelf kunnen lezen– zijn er nauwelijks. Ik begon met ”david is niet bang” op AVI M3-niveau. Dat boekje sloeg aan, inmiddels heb ik vier delen geschreven. En ik ga er nog mee door.”
U verwerkt graag humor in uw verhalen. „Wel alle schapenkeutels nog aan toe!” zegt een herder in het kerstverhaal dat oma vertelt. Houdt u rekening met de brede doelgroep waarvoor u schrijft?
„Ik heb het vooraf met mijn redacteur over dat zinnetje gehad. We vonden dat het er in kon blijven staan. Ik kan van zo’n grapje de humor wel inzien.
In het boek over David kunnen de schapen praten. Kinderen vinden dat heel normaal. Ze denken daar verder niet over na, is mijn ervaring.
Ik heb maar één keer gehoord dat iemand de grapjes te ver vond gaan. Ik vind het zelf juist het leuke aan de verhalen. En veel lezers ook: ik heb tientallen positieve reacties gekregen op de grappige en kindvriendelijke schrijfstijl.”
Amir, zijn zusje en zijn ouders komen zonder al te grote problemen in Nederland aan. Hoe realistisch is het verhaal eigenlijk?
„Het is een redelijk optimistisch reisverslag. Ik wilde niet dat er in het boek doden zouden vallen. Stel dat een kind na het lezen niet meer een rubberbootje in durft! Zelf heb ik tijdens mijn verblijf op Lesbos twee keer meegemaakt dat er iemand verdronk. Je houdt het niet droog hoor, als er mensen aan wal komen van wie een familielid is overleden.
In het boek komt er bij de grens tussen Syrië en Turkije één keer een bewaker met een geweer op Amir af terwijl hij zegt: „Handen omhoog!” Dat lijkt me spannend genoeg voor kinderen van een jaar of zeven, acht.”
Vrede in je land, vrede in je hart
„Jezus was de beloofde Redder.” „Maar waarom is er dan nog steeds oorlog?” vraagt Amir. „Wij denken dat er vrede is als er geen oorlog is. Maar de engel sprak over een ander soort vrede. Vrede tussen God en ons. (…) Echte vrede zit in je hart. Die is er ook als er nare dingen om je heen gebeuren. Die vrede wens ik jullie toe.”
Handen omhoog of ik schiet
Het is nu pikdonker. Ze lopen zachtjes door. Opeens verschijnt er een zoeklicht. (…) Amir duikt in elkaar. Het zoeklicht gaat van links naar rechts. Dan blijft het op hen staan. „Halt!” schreeuwt een bewaker. „Jullie zijn erbij. Handen omhoog of ik schiet.”
Geen échte vluchteling
„Huh?” zegt Amir verbaasd. „Waarom staat hier een hek van prikkeldraad?” „Dit is de grens,” zegt vader. (…) „Waarom huilt die meneer?” vraagt Zara. „Ik denk dat hij de grens niet over mag,” antwoordt vader. (…) „Misschien is hij geen échte vluchteling. (…) Alleen mensen die in hun land gevaar lopen, zijn welkom.”
Boekgegevens
”Op de vlucht”, Angelique Bos (ill. Liza-Beth Valkema); uitg. Ark Media, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 338 3307 6; 95 blz.; € 4,95 (actieprijs in oktober).