Profiel: Premier Orban is een vechtersbaas, maar wel een met zachte handen
De Hongaarse premier Viktor Orban (1963) roept de kiezers op hem zondag te helpen in zijn gevecht tegen de Europese Unie. Dat is Orban ten voeten uit: een man die pas wakker wordt als iemand met hem wil vechten.
„Ik kan niet zo goed denken als een Rus of een Amerikaan”, zei Orban vorig jaar in gesprek met de Frankfurter Allgemeine. Zijn eenvoudige Hongaarse hoofd had het al moeilijk genoeg. Maar als hij dan toch wat mocht zeggen, koos hij ervoor het „Hongaarse beleid vanuit nationale belangen” te bouwen.
Het woord „nationale belang” is een nette manier om te zeggen dat hij een nationalist is. Volgens hem past dat bij de „geestelijke verandering” in zijn land. Het internationale communisme voldeed niet, het internationale liberalisme stelde eveneens teleur, en uiteindelijk vonden Hongaren hun bestemming in hun vaderlandsliefde. „Bij dit patriottisme voelen wij ons thuis”, aldus Orban.
De man die „niet zo goed kan denken” is de spreekbuis van het laagopgeleide deel van de bevolking. Binnen zijn partij valt veel kritiek te horen op de „links-liberale intellectuele elite.” Die beheerst de linkse partijen en de media.
Leiders die opkomen voor de gewone man, krijgen vaak het verwijt van populisme. Het liberale weekblad The Economist bracht eind vorig jaar op de omslag een tekening van de Amerikaanse presidentskandidaat Trump, de Franse politicus Marine Le Pen en Orban. Deze mensen voedden met angst, zei de kop (”Playing with fear”, een duidelijke toespeling op ”playing with fire”, spelen met vuur).
Orban was zelf ooit ook liberaal. Hij groeide op in de provincie, maar kwam door zijn studie in de jaren tachtig in de hoofdstad Boedapest. Rond de val van het communisme viel hij op door zijn radicaliteit, en maakte hij carrière in de liberale beweging. In die tijd had hij ook veel contact met de Vlaamse liberaal Guy Verhofstadt, die nu in de EU zijn meest uitgesproken vijand is.
Blijkbaar heeft hij op zeker moment de leegte van het liberalisme gezien en zijn partij, Fidesz, omgevormd tot een conservatieve beweging. Tijdens zijn eerste periode als premier (1998-2002) veranderde Fidesz van Europese partner, van de liberalen naar de christendemocraten.
Opvallender stappen zette hij in zijn tweede termijn vanaf 2010. Met een tweederdemeerderheid voelde Orban zich vrij een nieuwe grondwet door te voeren. Die zegt dat het huwelijk een verbintenis is van man en vrouw en dat het leven vanaf de bevruchting bescherming geniet. Ook bevat de nieuwe grondwet een eerbetoon aan God. In andere wetten veranderde Orban de positie van het grondwettelijk hof.
Al deze elementen hebben bij de internationalisten in Brussel kritiek opgeroepen. Orban zou een fundamentalist zijn, die streefde naar een eenpartijstaat. Tekenend voor Orban is dat hij dit debat aangaat. Meermalen heeft hij zich in het Europees Parlement laten afrossen, om alle critici vervolgens van repliek te dienen.
De cultuurkloof tussen Boedapest en Brussel groeit nog elke dag. Enkele weken geleden sprak Orban over de „nihilisten” onder de Brusselse elite, en daarbij doelde hij op de liberale leider Verhofstadt, EP-voorzitter Schultz en de voorzitter van de Europese Commissie, Juncker. Deze mensen „verwerpen elk debat dat uitgaat van waarden.” Een deskundige merkte op dat Orban de Europese Commissie net zo ziet als het politbureau onder het communisme; een instituut dat de vrijheid bedreigt.
Orbans vader was communist, zijn moeder calvinist. Hij is lid van de Hongaarse Hervormde Kerk. Zijn vrouw is rooms-katholiek. Hun vijf kinderen krijgen een christelijke opvoeding. Duidelijk is dat de leiding van de grote Hongaarse kerken de regering-Orban steunt. Veel kerkgangers zullen zondag daarom na kerktijd in het referendum hun instemming betuigen.
Ondanks zijn controversiële karakter houdt hij de relaties met andersdenkenden goed. Toen EC-voorzitter Juncker hem verwelkomde met „Daar komt de dictator”, beantwoordde hij dat snedig met „Dank u, groothertog.” Nog altijd begroeten de tegenspelers elkaar met een schouderklop.
Even charmant gaat Orban om met Merkel, die soms een handkusje krijgt. Beleidsmatig voelt Orban zich echter veel beter thuis bij Merkels criticaster Seehofer. Die heeft Orban openlijk geprezen voor het afsluiten van de grens voor migranten.
Orban is dan een vechtersbaas, maar wel een met zachte handen.