Bouterse lijkt regie volledig kwijt te zijn
Als president Desi Bouterse vrijdag in het Surinaamse parlement zijn traditionele jaarrede uitspreekt, zullen er maar weinig mensen zijn die hem nog geloven. Niets van wat hij in de zes jaar die hij aan de macht is, heeft beloofd, is gerealiseerd.
Ondertussen is het land nagenoeg failliet en afhankelijk van buitenlandse geldschieters om aan de bestaande verplichtingen te kunnen voldoen.
Toen Bouterse in augustus 2010 als president aan de macht kwam, kende Suriname een gemiddelde jaarlijkse economische groei van 5 tot 6 procent. Voor 2016 wordt een krimp van 2 procent of meer verwacht. De goedgevulde staatskas is tijdens zijn eerste regeerperiode (2010-2015) volledig leeggehaald door corruptie en peperdure projecten, die stuk voor stuk zijn mislukt. Daarnaast kwam er minder binnen: vooral de dalende olieprijzen hadden ernstige gevolgen voor de inkomsten van de overheid.
Pas na die door Bouterse gewonnen verkiezingen kwam de aap uit de mouw dat het land vrijwel bankroet was. De afgelopen maanden zijn bovendien tal van rapporten boven tafel gekomen van de accountantsdienst van de overheid, die soms jaren angstvallig geheim waren gehouden. Daaruit blijkt dat partijgenoten en vertrouwelingen van Bouterse zich hebben verrijkt.
Een lening voor 700 miljoen euro bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) had uitkomst moeten bieden. Maar het IMF stelt zulke strenge voorwaarden dat Bouterse nu overweegt weer afscheid van deze organisatie te nemen.