Vrede, overal
Zacharia 14:9
„En de Heere zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de Heere één zijn, en Zijn Naam één.”
De Kerk zal in het bijzonder vrede hebben. Vanbinnen en vanbuiten ook een grote vrede van het gemoed in iedere gelovige. Want waar een groot licht van kennis en Geest is, moet dat daaruit wel volgen. Onder de christenen zullen ophouden al die schadelijke scheuringen en ketterijen en onderlinge broedertwisten. In het bijzonder zullen ze één zijn in het fundament. Immers: En de Heere zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de Heere één zijn, en Zijn Naam één. Dat is: op een klare en krachtige wijze zal het gezien worden hoe Gods deugden uitblinken in het zalig maken van de zondaar. En geen wonder: maar alle ongerechtigheid stopt haar mond (Psalm 107:42). Dat betekent dat al die drijvers van eigen gerechtigheid zullen moeten verstommen. Zo duidelijk en krachtig zal het dan alles blijken dat Christus alleen onze Gerechtigheid is voor God. De Joden zullen Hem dan zo noemen (Jer. 23:6; Hos. 14:10). Vanbuiten zal er vrede zijn, want de verdervers der aarde zullen verdorven worden (Openb. 11:18). Want het volk en het koninkrijk die u niet zullen dienen, die zullen vergaan. En die volken zullen gans verwoest worden (Jes. 60:12). Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt en de spies in tweeën slaat (Ps. 46:10). Geen wonder, want de overheden zullen voedsterheren der kerk zijn.
David Flud van Giffen,
predikant te Dordrecht
(”De nog verwachte heerlijkheid der Kerk”, 1680)