Een hek in Hongarije is best, als dit maar de liefde dient
Robert Molnar is een Hongaarse patriot. Daarover geen twijfel. Maar de burgemeester van de grensplaats Kubekhaza wil alleen een hek in zijn gemeentegrenzen als deze de liefde dient. „Laat net als Jezus aan migranten iets van barmhartigheid en ontferming zien.”
Molnar was vorig jaar september op het gemeentehuis toen een oude boerin kwam vertellen dat er mannen bezig waren langs de grens een hek te bouwen. De burgemeester ging direct kijken. Langs de Servische grens stond toen al 2,5 kilometer. Vragen stellen en protesteren hielp natuurlijk niet.
Draagt u als burgemeester verantwoordelijkheid voor de grens met Servië en Roemenië?
„Formeel niet, maar ik voel me wel verantwoordelijk. Bovendien gebruikten deze mensen wel de speciale gemeentelijke paden en liepen ze door de velden van onze boeren.”
Binnen de kortste keren liep het gebied over van de buitenlandse journalisten. Molnar haalt een paar kranten voor de dag. Een foto toont hem langs het grenshek op de voorpagina van de Franse krant Libération. Zelfs in Japan was zijn foto te zien. „Soms waren er meer journalisten dan migranten”, zegt Molnar grijnzend. „Ik sprak op een gegeven moment in een rechtstreekse uitzending van Al-Jazeera. Toen dacht ik: als er nog geen migranten waren, komen ze nu in elk geval vanzelf wel.”
Burgemeester worden van een dorp van 1600 mensen in het zuiden van Hongarije was zeker geen jongensdroom van Molnar (1971). Hij hoopte altijd iets ”hoogs” te worden in Boedapest . Hij was redelijk op weg toen hij in 1998 als 27-jarige toetrad tot het nationale parlement. Hij werd lid van het presidium van het parlement, wat hem extra statuur gaf.
Tot de verkiezingen van 2002 ging het goed. Maar toen moest hij een stapje terug doen. „Ik verloor mijn zetel. Voor mijn gevoel was toen alles voorbij. Ik verloor mijn dromen en mijn vrienden.”
Zijn vrouw was twee jaar daarvoor tot geloof gekomen. Maar Robert niet. „Ik was nog niet diep genoeg gevallen om me aan God over te geven. Mijn hart bleef zo hard als een steen.”
Er kwam spoedig een wending, toen hij in het najaar van 2002 burgemeester werd in zijn geboorteplaats Kubekhaza, op het drielandenpunt van Hongarije, Roemenië en Servië. „Natuurlijk was dat niet mijn ideaal. In het Hongaars is er een uitdrukking die zegt dat je „uit Gods oog” bent als je zo ver verwijderd bent van alle belangrijke dingen in de wereld. Maar ik dacht op de weg terug te zijn, dus ik werkte hard.”
Molnars vrouw ging een tijd het huis uit om haar studie rechten af te ronden. Ze hield er ook niet van dat hij altijd op kantoor was. Eind 2003 haalde ze haar papieren voor advocaat. Toen Robert haar vlak voor Kerst belde, zei ze dat ze een scheiding wenste.
„Dat deed mij barsten. Ik zat thuis, alleen met de hond. Ik pakte een Bijbel van mijn vrouw en zag in een psalm dat David ook zijn strijd had. En zo vroeg ik God: Moet ik U nu prijzen omdat mijn vrouw me heeft verlaten?”
Het antwoord kwam pas een paar dagen later. „Vanuit het niets hoorde ik zeggen: Genesis 16:9. Ik wist niet wat dat betekende, maar het kwam telkens terug. In de nacht heb ik dat opgezocht. Het zijn de woorden tot Hagar: Keer terug en verneder je in haar hand.”
Op advies van een predikant bezocht het echtpaar Molnar een huwelijksweekend. Daar ging het over de persoon van Naäman. „Ik zag zo duidelijk dat zijn verhaal het mijne was. Dat verbrak me opnieuw. Toen heb ik me overgegeven aan Christus.”
Thuisgekomen verscheurde zijn vrouw de scheidingspapieren. „Het is misschien vreemd dat een christenvrouw het initiatief tot scheiding neemt. Achteraf gezien was dit Gods manier om mij wakker te porren.”
Hervormd
Hij was rooms-katholiek opgegroeid, in de kerk die nog altijd midden in Kubekhaza staat. „Maar mijn ouders gaven niet om de kerk. Mijn vrouw was hervormd, maar bij haar thuis was het geestelijk niet beter. In onze ziel waren wij allemaal dood.” Ze sloten zich aan bij de Hongaarse Hervormde Kerk.
Hun huwelijk in 1997 was strikt genomen geen huwelijk, maar een ontvoering, zegt Molnar. „Haar vader wilde niet dat zijn dochter met een politicus trouwde. Door contact met een christenpsychiater is zij tot geloof gekomen. Zij vroeg hem waardoor hij zo’n rustige blik had en of zij die ook kon krijgen. Jawel, zei de psychiater, zoek God en sluit je aan bij een gemeente.”
Molnar toont zijn hand met twee ringen. „Die tweede ring hebben we genomen toen we na onze bekering een ceremonie in de kerk hebben gehad om ons huwelijk nu echt voor God te sluiten.”
Na hun huwelijk in 1997 hadden ze graag kinderen willen krijgen, maar alle pogingen waren op niets uitgelopen, inclusief reageerbuisbevruchting. „Maar dat veranderde zodra we samen voor God stonden. Mijn vrouw was binnen een week zwanger.”
Over de Hervormde Kerk in Hongarije is hij slecht te spreken. „Veel predikanten hebben geen persoonlijk geloof. Ze kijken niet naar Jezus, en daarom ook niet naar de mensen. Ze zien geen weduwen en wezen, en al helemaal geen vluchtelingen.”
De opstelling van de kerken in de vluchtelingencrisis valt Molnar erg tegen. „Ik zou het mooi vinden als de kerk in zo’n situatie gewoon vertelt wat Jezus zou hebben gedaan. Jezus deed niet aan politiek, dacht niet aan Zijn herverkiezing, maar was met ontferming bewogen. Maar bij ons is de kerk lauw.”
Joegoslavië
De mensen in Kubekhaza zijn al eeuwen bekend met migratie. „Het is in deze streek altijd al een komen en gaan van mensen. In 1989 kwamen hier transporten om hulpgoederen Roemenië binnen te krijgen. Tijdens de Joegoslavische oorlog gold dit als een eiland van vrede. Wij zagen aan de overkant van de grens de bommen vallen op Subotica. Toen de NAVO folders afwierp in het noorden van Servië, bracht de wind ze ook bij ons. Dit is nooit een saai dorp geweest. De mensen zouden de huidige migratiecrisis ook hebben aanvaard als die goed was begeleid. Wat mij betreft zouden we het voorbeeld van Jezus hebben gevolgd: brood en water geven.”
De premier spreekt nu zelfs over een tweede hek.
Molnar glimlacht. „Ach ja, ze houden van het idee van die verschansingen. Net als de Amerikaanse presidentskandidaat Trump met zijn hek langs de Mexicaanse grens.
Dit populisme is een projectie van een vijand op de muur. Eronder staat de boodschap: De machtige Hongaarse staat zal u bevrijden. Het ergste is dat de kerk geen alternatief biedt. Integendeel, op Facebook is er zelfs een hervormde dominee die zegt: Wat is de oplossing voor het migrantenvraagstuk? Honden en vuurwapens. De kerk zou zo’n man eigenlijk onder tucht moeten plaatsen, maar dat gebeurt niet.”
Wat zou de kerk moeten zeggen?
„Wat Jezus zou zeggen: Barmhartigheid en geen offer; liefde en vergeving. Jezus was niet bezorgd over de opiniepeilingen, maar Hij liet Zich aan het kruis nagelen.
Op zich begrijp ik dat de staat het volk moet beschermen. Prima als daar een hek voor nodig is. Die massale migratie is zeker een bedreiging. Maar laat de liefde ons motief zijn, en niet de politiek. Op deze manier brengt dit hek haat, wrevel en onmin tussen Hongaren. Het zet mensen tegen elkaar op. Volgens mij is het geen toeval dat 700.000 jonge Hongaren ons land al hebben verlaten om elders te gaan werken. Zonder liefde heeft een volk geen toekomst.”
Premier Orban zegt dat het hem te doen is om de bescherming van de christelijke cultuur in Europa.
„Christus Zelf zal Zijn cultuur beschermen. Daar heeft Hij de grote leiders niet voor nodig. Hij gebruikt juist de kleinen, de ootmoedigen, de gebrokenen.”
Maar politici zijn toch geen heersers, maar dienaren van het volk?
Lachend: „Dat was altijd het masker dat ik droeg als parlementslid. Als politicus doe je alsof. Maar het is beter dat verhaal niet te geloven.”
Bent u een Hongaarse patriot?
„O ja. Ik houd van mijn land. De morele verloedering na de val van het communisme doet mij pijn. Als we samen meer achter Christus aan gingen, zouden we betere Hongaren worden.”