Oud-kopstuk Dutchbat sluit zich aan bij claim
Plaatsvervangend Dutchbat-commandant Rob Franken heeft zich aangesloten bij de claim van meer dan honderd oud-Dutchbatters tegen de Nederlandse staat. De veteranen zouden op een „onmogelijke missie” zijn gestuurd.
Advocaat Michael Ruperti laat donderdag namens Franken weten dat de oud-officier achter de mannen en vrouwen van Dutchbat III staat. Volgens Franken is het bataljon „belazerd en opgeofferd” door de Nederlandse regering.
Franken was tijdens de val van de Bosnische enclave Srebrenica in juli 1995 als majoor de rechterhand van commandant Thom Karremans. Hij is de hoogste militair die zich heeft aangemeld voor de claim.
Vorige week oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat Franken en Karremans in Nederland terecht niet zijn vervolgd voor hun rol bij de val van Srebrenica.
Ruperti laat weten dat Franken hierdoor gevrijwaard is van alle strafrechtelijke beschuldigingen en dat daardoor het moment is aangebroken om zich te voegen bij de claim. Volgens de advocaat hebben de andere veteranen verheugd gereageerd. Zij voelen zich gesteund door het aansluiten van Franken en gemotiveerd om de claim door te zetten.
Dutchbat III opereerde in 1995 in VN-verband in Srebrenica toen de enclave werd ingenomen door de Bosnische Serven. Die vermoordden uiteindelijk bijna 8400 moslimmannen en -jongens.
Volgens de advocaten van de veteranen is Dutchbat III ruim twintig jaar verantwoordelijk gehouden voor het falen van de missie, doordat de regering nadien onvoldoende heeft erkend dat het bataljon willens en wetens op een onuitvoerbare missie werd gestuurd.
De veteranen zouden hierdoor jaren later nog onherstelbare schade op sociaal, emotioneel en financieel gebied ondervinden. De advocaten vinden dat de huidige interne regelingen bij Defensie om de veteranen te compenseren in deze zaak niet voldoen.