Wie er op 17 juli 2014 precies aan de knoppen zaten van de lanceerinstallatie of wie de opdracht gaven tot het afvuren van de raket, wordt nader onderzocht. De afvuurlocatie was in elk geval een landbouwveld ten zuiden van Snezjnoje. Door de vliegramp met de kist van Malaysia Airlines kwamen alle inzittenden om het leven. Onder de 298 slachtoffers waren 196 Nederlanders.

De raketinstallatie kwam van Russisch grondgebied en is na het afvuren van de raket vanuit Oekraïens, door pro-Russische rebellen gecontroleerd gebied, op een dieplader weer teruggereden naar Rusland. De onderzoekers baseren zich op onder meer door de Oekraïense geheime dienst afgeluisterde gesprekken van betrokkenen, geheime data van de Amerikanen, beeldmateriaal, getuigenverklaringen en analyse van wrakstukken van het vliegtuig en onderdelen van de raket.

Het onderzoek naar wie er verantwoordelijk is voor het afvuren van de raket, zal langer duren. Er zijn honderd betrokkenen geïdentificeerd. Dat zijn personen die onder meer het transport van de raket hebben begeleid of daarbij betrokken waren. Het is nog niet duidelijk of ze als getuigen worden aangemerkt of als verdachten.

Rusland noemt de conclusies „vooringenomen en politiek gemotiveerd”. Het JIT heeft tegengehouden dat Rusland helemaal meedeed aan het onderzoek, zegt Moskou. Verder heeft het team volgens de Russen toegelaten dat Oekraïne „bewijsmateriaal verzon” om de zaak in het voordeel van dat land te draaien.

Voorzitter Evert van Zijtveld van de stichting Vliegramp MH17 vindt juist dat het onderzoeksteam aan de nabestaanden „overtuigend bewijs geleverd” heeft.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeerde vorig jaar in een eigen onderzoek al dat de Boeing 777 was neergeschoten met een Buk-raket. Ook volgens OVV-voorzitter Tjibbe Joustra gebeurde dat vanuit gebied waar pro-Russische rebellen de dienst uitmaakten.