Politiek wil druk op Rusland
De politiek vindt dat met het onderzoek van het internationale onderzoeksteam naar het neerhalen van MH17 een belangrijke stap is gezet, maar wil ook dat de druk op Rusland wordt opgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de installatie waarmee de Buk-raket die het vliegtuig neerhaalde, uit Rusland afkomstig was en daar ook weer is teruggebracht.
Premier Mark Rutte reageerde met een oproep aan Rusland om mee te werken aan de opsporing en berechting van de daders. Het woensdag gepresenteerde bewijs van het Joint Investigation Team (JIT) is volgens hem „een belangrijke stap op weg naar het uiteindelijke doel: opsporing en vervolging van de daders”.
„Het net sluit zich rond de daders, maar wel tergend langzaam”, concludeerde VVD’er Han ten Broeke. Coalitiepartner PvdA zegt bij monde van Michiel Servaes dat nu volledige medewerking van alle betrokken landen kan worden geëist. „Het moet helder zijn dat het uitblijven hiervan consequenties zal hebben.” Het duo wil snel een debat met het kabinet.
Oppositiepartijen stellen het scherper. Emile Roemer (SP) zegt dat „de betrokkenheid van Rusland overduidelijk is aangetoond”. Volgens Raymond de Roon (PVV) heeft Moskou „heel wat uit te leggen”. En Rik Grashoff (GroenLinks) wil dat de Russen „stoppen met zand in de raderen te strooien en meewerken met het onderzoek. Daarvoor moeten we de druk op Rusland opvoeren.”
CDA’er Pieter Omtzigt gaat ervan uit dat de EU de druk op Rusland gaat opvoeren om verder mee te werken. Ook moet er volgens het CDA en ChristenUnie snel duidelijkheid komen over de rechtbank waar de verdachten voor moeten verschijnen.
Het JIT kon niet zeggen hoelang het onderzoek nog gaat duren. Pas als duidelijk is wie voor „het hekje” moet verschijnen, zal een beslissing over de rechtbank vallen. Het team deed geen uitspraak over betrokkenheid van Rusland of Russen bij de aanslag, die op 17 juli 2014 aan 298 mensen onder wie 196 Nederlanders het leven kostte.