Consumenten helpen Wall Street vooruit
De aandelenbeurzen in New York stonden dinsdag in het laatste handelsuur op winst. De handel werd gesteund door een onverwacht sterke stijging van het consumentenvertrouwen in de VS, dat is opgelopen naar het hoogste peil in negen jaar.
De Dow-Jonesindex stond om 21.30 uur 0,6 procent in de plus op 18.209 punten. De brede S&P 500 steeg 0,5 procent naar 2157 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq won 0,8 procent bij 5298 punten.
Het vertrouwen van Amerikaanse consumenten is deze maand gestegen tot het hoogste niveau sinds 2007, het jaar voor de internationale financiële crisis. Die opmars is onder meer te danken aan de lage olieprijs en het aanhoudende herstel van de arbeidsmarkt.
Beleggers verwerkten verder het eerste debat tussen presidentskandidaten Hillary Clinton en Donald Trump. Clinton werd daarbij over het algemeen aangewezen als winnaar. Dat bracht vooral beweging op de valutamarkt, waar de Mexicaanse peso flink in waarde steeg. De peso stond de laatste maanden zwaar onder druk door de populariteit van Trump en zijn wens het vrijhandelsverdrag met Mexico op te blazen.
Disney was met een min van 0,3 procent de enige verliezer onder de dertig hoofdfondsen in de Dow Jones. Het entertainmentconcern zou volgens ingewijden azen op de overname van Twitter. De koers van dat internetbedrijf kwam dinsdag na de forse winsten van de afgelopen dagen wat tot rust en noteerde ruim 1 procent in de plus.
De Dow werd aangevoerd door Nike en Microsoft, die 1,7 procent wonnen. Andere grote winnaars waren IBM, American Express en Cisco Systems, met plussen van circa 1,5 procent.
De uitspraak van een Duitse privacywaakhond dat Facebook onmiddellijk moet stoppen met het opslaan en gebruiken van gegevens van de circa 35 miljoen Duitse gebruikers van zijn berichtendienst WhatsApp deerde de beurswaarde van het socialenetwerkbedrijf niet. Facebook won 1 procent.
De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 2,9 procent naar 44,60 dollar, door de geslonken hoop op een productieakkoord tussen grote olielanden. De OPEC-landen en Rusland praten daarover woensdag in Algiers.
De euro werd voor 1,1220 dollar verhandeld, tegen 1,1205 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.