Die boodschap heeft staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) zaterdag. Met minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel) schetst hij zaterdag in een brief aan de Tweede Kamer hoe Nederland zijn internationaal hoge positie op het gebied van land- en tuinbouwproducten kan behouden en tegelijk een bijdrage kan leveren aan een duurzame voedselvoorziening. In 2015 exporteerde Nederland voor bijna 90 miljard euro aan agrarische producten. Ons land is daarmee wereldwijd de tweede exporteur van agrofood-producten.

De komende jaren wil het kabinet ook de kennis en nieuwe vindingen op landbouwgebied meer onder de aandacht van andere landen brengen. „We kunnen niet de groeiende wereldbevolking bevoorraden met onze tomaten, maar bijvoorbeeld wel met tomatenzaad en innovatieve kassen, die speciaal voor lokale omstandigheden ontwikkeld zijn”, aldus Van Dam.

Hij vindt dat nieuwe kwaliteitslabels sterker moeten gaan benadrukken waar ‘Made in Holland’ voor staat. Volgens de bewindsman is dat voor betaalbare, hoogwaardige producten. Van Dam kondigt ook aan dat bedrijven, onderzoeksinstituten en technologiecentra vanaf 2017 gezamenlijk op zogeheten ‘matchmakingmissies’ gaan. De Nederlandse ambassade in Iran wordt versterk met een deskundige op landbouwgebied en bij de Wereldbank In Delhi gaat een medewerker van het ministerie van Economische Zaken zich richten op landbouw en voedselzekerheid in India.