Residentiepauzedienst (Elbert Dijkgraaf): Als politicus mag je uitkomen voor de eer van God
In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus een toespraak houdt. Gisteren sprak Elbert Dijkgraaf (SGP).
Wat de arme man in de belegerde stad ook deed, niemand zag hem staan. Wijsheid had hij. Hij wist hoe hij de stad moest verlossen. Maar status kreeg hij niet. Is dat erg?
Het simpele antwoord is: nee, natuurlijk niet. Het enige punt waar het om gaat is de verlossing van de stad. Dat moet centraal staan. Of het tot aanzien leidde voor de arme man doet er verder niet toe.
Ik zeg het maar eerlijk; als politicus voelt dat anders. Als je als politicus een goed idee hebt, dien je een motie of amendement in. Of plaats je een tweet. In de hoop dat je boodschap opgepikt wordt door je collega’s, je achterban en journalisten.
Maar waarom eigenlijk? En is dat wel goed? Ik denk dat het niet goed is, als de drijfveer is dat je status daardoor toeneemt. Dat het pochen wordt. Zie mij eens? Dan wordt het al snel: „Is dit niet het grote Babel dat ik gebouwd heb?” En we weten hoe de geschiedenis afliep. De grote koning stond in de wei te grazen als een rund.
Nu zou ik huichelen als ik zou beweren dat dit soort gevoelens nooit door me heen is gegaan. Maar goed is het niet. Dat moet je niet aanmoedigen. Dat moet je zien af te leren. Maar dat wil niet zeggen dat je als politicus maar moeten stoppen met bekend te maken wat je doet.
Een goede status voor een partij is van belang. Niet om mensen op een voetstuk te plaatsen. Maar wel om het gedachtegoed beter voor het voetlicht te kunnen brengen. Als nooit iemand te weten komt waar je voor staat, dan bereik je ook niets. Waarom zouden mensen dan op je stemmen?
Iedere partij heeft weleens last van een imago dat aan je kleeft. Een negatieve status helpt niet om te verwezenlijken waar je voor staat. Dan is het handig om dat om te buigen naar een positief gevoel. Dan zijn mensen nu eenmaal ontvankelijker voor je boodschap.
En dan moet het natuurlijk niet om de partij gaan. Dat is ook maar een mensending. Maar wel om het achterliggende gedachtegoed. We kunnen toch niet zwijgen als we diep overtuigd zijn van de goedheid van Gods geboden? Als we zeker weten dat als iedereen Gods geboden volgt, dat goed is voor ons allen?
Daarmee is de boodschap over de arme wijze man mijns inziens niet zomaar toepasbaar op een politieke partij. Het kan er in de politiek wel degelijk toe doen dat je boodschap goed voor het voetlicht komt. Alhoewel…
Ik verbaas me weleens over de gretigheid waarmee politici laten zien wat ze allemaal doen. Ze slaan je om de oren met elk ideetje waarmee ze zijn opgestaan. Nu heeft dat misschien te maken met het verlangen naar status. En helaas is het zo dat dit binnen sommige partijen noodzakelijk is om je positie te handhaven. Anders kegelen ze je zomaar van de lijst. Daar heeft de SGP overigens gelukkig geen last van.
In wijsheid kiezen wat je wel en niet voor het voetlicht brengt is mijns inziens beter. Het is waar dat we vaker in de media zijn dan vroeger. Maar wat weinigen weten is dat we veel mediaverzoeken afwijzen. Dat we tot de conclusie komen dat zwijgen beter is. Wie blindelings ingaat op elk verzoek loopt algauw het risico in de grachten van de media te belanden. En die zijn nogal modderig.
In het vorige kabinet was de zetel van senator Holdijk nodig om het kabinet aan een meerderheid te helpen in de Eerste Kamer. Achter de schermen onderhandelden we stevig. In het begin kwam dat geregeld naar buiten. Maar toen begon de weerstand te groeien bij collega’s van coalitiepartijen. Waarom haalden die SGP’ers wel puntjes binnen en zij niet? Toen hebben we bewust besloten vaker te zwijgen. Bereikte punten weg te geven aan collega’s. Niet elke keer te claimen wat wij bereikt hadden. Zo bereikten we meer. Soms is zwijgen beter.
Goed afwegen of publiciteit helpt om je doel te bereiken geldt temeer als het principiële punten betreft. Omdat die de kern van je partij betreffen, breng je die het liefst naar buiten. Maar soms is het verstandiger om achter de schermen wel wat te bereiken en voor de schermen schijnbaar met lege handen te staan.
De kern van de tekst (Pred. 9:14-15) bevat daarom veel wijsheid. Te allen tijde moet het om de stad gaan en niet om de man. Als de stad maar gered wordt. Dat valt niet mee als we zelf in het middelpunt staan. Maar als we onszelf mogen zien als dienaren in de stad Gods, dan is het mooi werk. Dan is het een voorrecht als Hij de woorden in onze mond legt als we mogen spreken. Dan is het prachtig als we mogen zwijgen als dat voor de stad beter uitkomt. Zwijgen over onszelf maar ook dan voluit uitkomen voor de eer en heerlijkheid van Gods heilige Naam.
Wat een voorrecht als we in mogen stemmen met de dichter van Psalm 40 (vers 5):
„Uw heilleer wordt door mij alom verbreid;
’k Bedwing mijn tong en lippen niet;
Gij weet het, HEER’, Die alles ziet.
Mijn hart verbergt nooit Uw gerechtigheid;
Uw waarheid doe ik horen;
Uw heil, den mens beschoren,
Vloeit daag’lijks uit mijn mond;
Uw gunst, Uw trouw, Uw woord
En Godsgeheimen, hoort
Uw talrijk volk in ’t rond.
De auteur is Kamerlid voor de SGP. Zie rd.nl/pauzedienst voor eerdere toespraken.