Cultuur & boeken

Rutte: gewoon een echte VVD’er

De „eerste serieuze studie naar het verschijnsel Rutte” levert weinig nieuwtjes op. Wel geeft zij het tot nu toe beste antwoord op veel gestelde vragen. Zoals: wie is de premier, de man die deze week, tijdens de algemene politieke beschouwingen, ongetwijfeld weer de show steelt, nu écht?

Addy de Jong

19 September 2016 11:39Gewijzigd op 16 November 2020 06:38
Premier Rutte, beeld ANP, Bart Maat.
Premier Rutte, beeld ANP, Bart Maat.

Buurtbewoners zien regelmatig hoe Rutte, als hij thuiskomt, zijn oude Saab afsluit. Eerst drukt hij de centrale deurvergrendeling in. Daarna controleert hij handmatig of elk portier, en ook de achterbak, echt dicht zit.

Typisch een controlfreak? Dat is maar de vraag, schrijft journaliste Sheila Sitalsing (1968) in haar vorige week gepubliceerde boek ”Mark. Portret van een minister-president”. Het is net zo goed mogelijk dat „het kreng gewoon niet goed sluit.”

Over het fenomeen Rutte is al heel wat geschreven: vele honderden krantenartikelen en enkele boeken (zie kader). Maar als een kwaliteitsjournaliste als Sitalsing, in 2013 winnaar van de Heldringprijs voor de beste columnist van Nederland, de pen grijpt om ons te laten weten wie Mark Rutte nu echt is, schept dat verwachtingen.

Verwachtingen die tijdens het lezen niet beschaamd worden. Niet omdat de auteur ons trakteert op pikante onthullingen, wel omdat zij met haar levendige schrijfstijl haar lezers moeiteloos meesleept in de enerzijds saaie, anderzijds o zo verrassende levensgang van deze keurige jongeman uit de Haagse wijk Benoordenhout. En ook omdat zij, na met de belangrijkste intimi van de premier gesproken te hebben –Rutte zelf liet zich door haar niet interviewen–, tot interessante analyses komt over hoe deze onvoorstelbaar aardige kerel aan zijn huidige „baantje” (dixit Rutte) komt.

Bij dit laatste spelen twee zaken in elk geval mee, betoogt Sitalsing. In de eerste plaats zijn vermogen om mensen aan zich te binden, om elke gesprekspartner de indruk te geven dat hij of zij op dat moment Ruttes volledige en ongedeelde aandacht heeft en tot zijn beste vrienden behoort. In de tweede plaats dat hij de kans kreeg om in de jaren dat hij in het JOVD-bestuur zat (1986-1989) deze vaardigheden op en top te ontwikkelen.

Politiek Madurodam

In de liberale jongerenorganisatie JOVD, een club van zo’n 5000 leden en een ”politiek Madurodam”, speelde altijd wel ergens een conflict. En niemand was er beter in om, stad en land afreizend –mobieltjes waren er nog niet–, „in een wirwar van afdelingen, commissies en districten, de persoonlijke verhoudingen goed te houden en relaties te kneden.” De altijd goed geluimde en positieve Rutte deed wat een JOVD-voorzitter voor alles moet doen: sfeer creëren en iedereen comfort bieden.

Die toen doorontwikkelde vaardigheid komt Rutte jaren later geweldig van pas als hij, na een universitaire studie geschiedenis in Leiden en een goed betaalde baan bij Unilever, in 2002 door de VVD gevraagd wordt staatssecretaris van Sociale Zaken te worden. Het is de tijd waarin hij draagvlak moet zoeken voor de Wet werk en zekerheid, een wet die bijstandsgerechtigden hun rustige leventje afpakt en hen dwingt zich weer tot de arbeidsmarkt te wenden.

Gezonde vrouw

Rutte trekt langs wethouders, sociale diensten en belangclubs, praat en praat, en krijgt de wet erdoor. „Hoi, ik ben Mark en ik vind het niet sociaal dat wij u als 27-jarige gezonde vrouw thuis laten zitten met een kindje.”

In de twee kabinetten waaraan hij inmiddels leiding heeft gegeven, ging het niet anders. Eindeloos praten, bellen en sms’en met coalitiepartners, gedogers en oppositieleiders. Tot er overeenstemming is bereikt.

De JOVD-tijd is voor Rutte om nog een andere reden belangrijk, namelijk vanwege het enorme netwerk dat hij in die tijd binnen de VVD opbouwt en dat hij altijd is blijven onderhouden. Vrienden en kennissen van toen, ambtenaren op het ministerie van Sociale Zaken of Onderwijs? Velen kent hij nog steeds bij naam; hij onthoudt met zijn „fenomenale geheugen” hun verjaardagen, hun hobby’s en de namen van hun kinderen.

Zijden draadje

Dat netwerk komt hem met name van pas in de meest hachelijke tijd van zijn carrière, namelijk tijdens zijn strijd met rivale en partijgenote Rita Verdonk. In die jaren (2006 en daarna) hangt zijn politieke leven aan een zijden draadje. Tot verbazing van velen verslaat hij Verdonk nipt in de lijsttrekkersstrijd, maar daarna begint het sumoworstelen en moddergooien pas echt. Veel partijgenoten gaan aan hem twijfelen. Grote namen als Bolkestein en Wiegel scharen zich in het kamp van Verdonk. Bij anderen slaat op zijn minst de twijfel toe. Is Mark wel hard genoeg om de partij te leiden? De VVD is tot op het bot verdeeld.

Toch komt Rutte er uiteindelijk bovenop. Verdonk moet de fractie verlaten, en de Kamerverkiezingen van 2010 maken niet alleen de VVD voor het eerst de grootste partij van het land, maar vestigen ook definitief Ruttes roem. Vanaf dan is zijn positie partijintern onomstreden.

Wat hem in die moeilijke jaren helpt, zijn zijn sterke gestel, veerkracht en ongelooflijke onthechtheid. Rutte slaapt altijd uitstekend, wekt zelden de indruk moe te zijn en is „als kind in een pot met energiedrank gevallen”, zegt zijn vroegere woordvoerder Friso Fennema.

Aan ambitie en zelfvertrouwen heeft het hem nooit ontbroken. Als hij begin jaren negentig met zijn vriend Jort Kelder in de auto zit op de terugreis van een Oostenrijkse skivakantie, spreekt hij als zijn toekomstverwachting uit: „De VVD wordt de grootste partij van het land, en ik word premier.” Bravoure? Jazeker, maar hij meent het ook.

Woestijnstrategie

Een beproefd middel bij moeilijkheden is voor Rutte, zo schrijft Sitalsing, de woestijnstrategie. „Als de storm opsteekt, plat op de grond achter een steen gaan liggen. En pas weer opstaan als de wind is gaan liggen.”

En vergeet bij het verklaren van zijn succes ten slotte ook de stug volgehouden, jarenlange steun van Opstelten niet. De man die al eind jaren tachtig, als hij Rutte als JOVD-voorzitter een speech ziet afsteken, zegt: „Dát is hem. Hij moet in de toekomst onze politieke voorman worden”, blijft hem als partijvoorzitter ook in zijn moeilijkste jaren door dik en dun steunen.

De auteur beschrijft het allemaal met grote kennis van zaken, en passant vragen beantwoordend die menig geïnteresseerd Nederlander, als hij over de premier nadenkt, bezighouden. Zoals: Wat vindt die man eigenlijk? Heeft hij wel een eigen mening? En is hij nu vooral een linkse of juist meer een rechtse VVD’er? Sitalsing houdt het erop dat hij vooral uitermate pragmatisch is, iemand die zich ten diepste niet bindt, noch aan ideeën, noch aan personen, en die net als bijna alle andere VVD’ers een hekel heeft aan dogma’s en ideologische vergezichten. Of, om met oud-Kamervoorzitter Weisglas te spreken: „Mark is gewoon een échte VVD’er. Weinig overheid, veel persoonlijke ontplooiing en de vrije markt. That’s it.”

Groen rechts

Toch is het een hele weg voordat Rutte werkelijk door krijgt hoe hij de essentie van het liberalisme op een electoraal vruchtbare wijze kan uitventen. Ook daar heeft Opstelten hem bij geholpen. Na diverse dwaalwegen, zoals een flirt met ”groen rechts” en het openen van een ”vrijdenkersruimte” aan het Binnenhof, valt bij Mark het kwartje: een succesvol liberaal leider moet altijd de nadruk leggen op economische groei, gezonde overheidfinanciën en een veilige samenleving, leert Opstelten hem. Als Rutte daarop gaat hameren en hij consequent gaat opkomen voor de „hardwerkende Nederlander”, vallen verhaal, partij en man voor het eerst goed samen en opent zich uiteindelijk in 2010 de weg naar het Torentje.

Niet op alle vragen heeft de schrijfster het definitieve antwoord. Maar het leuke is dat zij onvermijdelijke thema’s, zoals de vrijgezellenstatus van de premier, vanuit een originele invalshoek benadert. Zo werpt zij de vraag op hoe het toch kan dat er in een land waarin er op relatiegebied haast geen enkel taboe meer bestaat, volk en media het niet lijken te kunnen accepteren –waarom wordt er anders voortdurend naar gevraagd?– dat hun premier vrijgezel is, al zijn hele leven lang. „Nederland blijkt een fascinatie te koesteren voor niet-burgerlijke levensstijlen van leiders. Wie getrouwd is, wordt verder met rust gelaten. Eerst moest Rutte de hele tijd zeggen dat hij ”niet links” is, nu moet hij de hele tijd zeggen dat hij ”geen homo” is.”

Geloof

Kennen we onze minister-president, de man die nu al zes jaar leidinggeeft aan „dit ontzettend gave land”, inmiddels een beetje? Weten we na het lezen van ”Mark” wie hij is? Ja en nee. Van zijn privéleven weten we meer dan over dat van zijn voorgangers Balkenende en Kok. Regelmatig geeft hij er een inkijkje in, zij het wel steeds dezelfde inkijkjes. We weten dat hij een nakomertje is uit een gezin waarvan de vader lange tijd in Indië werkte. We weten dat een broer van hem aan aids overleed, dat hij concertpianist had willen worden en dat hij elk jaar op skivakantie gaat naar Zermatt, altijd in hetzelfde oude hotel en elk jaar met dezelfde vrienden.

Toch zijn er ook veel zaken waarover hij zich niet of spaarzaam uitlaat, en waarover Sitalsing dus ook weinig te melden heeft, zoals over zijn persoonlijk geloof. Een thema waarover de zich altijd hervormd noemende Rutte recent in het tv-programma Zomergasten opmerkte dat hij behoort „bij de groep die heel veel twijfel heeft maar met 51 procent in het geloof staat.”

Functioneringsgesprek

Fascinerend blijft ook dat hij al jarenlang, wat er ook gebeurt, elke donderdagmorgen twee uur lesgeeft aan het Johan de Witt College in Den Haag, hij daar ook elk jaar een functioneringsgesprek met de directeur heeft, maar hij zich over dat lesgeven zelden of nooit uitlaat, zich er niet op laat voorstaan en deze prestatie politiek nooit uitbuit.

Maar kennen we Mark Rutte nu? Sitalsing denkt van wel. Natuurlijk zijn er verborgen hoekjes in zijn persoonlijkheid. Maar: „De Rutte die wij dagelijks zien, de tamelijk ongecompliceerde, sociaal vaardige meester in het politieke spelletje, die met licht gemoed de ene opvatting inruilt voor de ander en de ene vriend voor de ander (…); dat is hem echt.”


Weinig boeken over Rutte

Het boek ”Mark” van Sheila Sitalsing is het derde boek dat over VVD-politicus Rutte verscheen. In 2010 publiceerden Martijn van der Kooij en Dirk van Harten ”Mark Rutte. Alleen voor de politiek” (uitg. Terra, Arnhem). Net als Sitalsing schetsen zij, op basis van gesprekken met vrienden en bekenden, de levensgang van de minister-president. Voor een andere aanpak koos Derick-H. Maarleveld, die in 2011 ”In gesprek met Mark Rutte. Een liberaal premier” (uitg. Bert Bakker, Amsterdam) het licht deed zien. Hij volgde Rutte in het politiek veelbewogen jaar 2010, deed van dat jaar verslag, en vulde dit aan met een fictief vraaggesprek met de minister-president. De antwoorden bouwde hij op uit wat Rutte in diverse media over allerlei onderwerpen gezegd had.


Boekgegevens

”Mark. Portret van een minister-president”, Sheila Sitalsing; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 446 3059 6; 194 blz.; € 12,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer