Cultuur & boeken

Schrijfster Iris van der Horst wil voorzichtig zijn met vooroordelen

Ze is geboren in Nederland, woont sinds haar twaalfde in Oostenrijk en publiceert een roman in het Engels. Iris van der Horst (22) uit Karinthië: „Als immigrant ben je erg bezig met stereotypes en vooroordelen. Dat is een van de grote thema’s in mijn boek.”

Jeannette Wilbrink-Donkersteeg

15 September 2016 15:04Gewijzigd op 16 November 2020 06:33

Volgens Van der Horst is het goed om je bewust te zijn van deze stereotypes. „En om er kritisch naar te kijken, want ze zijn heel gevaarlijk.”

Haar boek volgt een jonge, Neder­landse rechtenstudente, Charlotte Jacobs, die met een groepje medestudenten in het geheim bij elkaar komt om pamfletten tegen de Duitse bezetter te schrijven. Gaandeweg de Tweede Wereldoorlog belandt Charlotte steeds verder in de illegaliteit.

Van der Horst: „Tweeënhalf jaar geleden zag ik de musical ”Soldaat van Oranje”, waarvan ik diep onder de indruk was. Vooral het idee dat studenten van mijn leeftijd bij het verzet gingen, trof me. Ik had me net ingeschreven voor de universiteit en dacht: Wat zou ik gedaan hebben als ik in hun schoenen had gestaan? Ik geloofde niet dat ik ook bij het verzet zou zijn gegaan. Dit bracht mij ertoe om mijn gedachten hierover op papier te zetten.”

Niet met de bedoeling een boek te publiceren?

„Nee. Ik schreef alleen voor mezelf, omdat ik wilde begrijpen hoe mensen zich voelden in die tijd. Waarom besloten jonge mensen bij het verzet te gaan? Ik deed twee jaar lang veel onderzoek via internet, las boeken en verdiepte me in de verhalen van mijn opa’s en oma’s over het dagelijks leven in die tijd.

Pas toen het verhaal vorm begon te krijgen –na een stuk of honderd schrijfblokkades en depressieve fases– en ik er een beetje trots op begon te worden, overwoog ik het uit te geven. Ik wilde studenten en scholieren inspireren, zoals de studenten in mijn verhaal mij inspireerden.

Volgens mij wordt er vaak te zwart-wit gedacht over beslissingen die mensen moeten nemen. De mensen in het verzet waren helden, en de mensen die met de Duitsers werkten, stonden aan de verkeerde kant. Zo zien velen het, maar ik vind het gevaarlijk om zo te denken en ik ben van mening dat we voorzichtig moeten zijn als we daarover oordelen. We weten niet hoe wij in dezelfde situatie zouden hebben gehandeld. Vooroordelen zijn vaak het resultaat van onvermogen om zich in een ander in te leven.

Mijn boek speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, maar deze thema’s zijn heel actueel. Ik geloof dat in de huidige tijd mensen te weinig wordt geleerd om zich in andere mensen, culturen en tijden in te leven.’

Nederland was in die dagen een voluit christelijke natie, maar het geloof speelt nauwelijks een rol in je boek en er klinken vloeken. Vanwaar die keuze?

„Omdat de hoofdpersoon Char­lotte en ik juist bezig waren met de vraag of er universele menselijke waarden zijn, die niet gebaseerd zijn op geloof, ras of cultuur. En vloeken doe ik zelf nooit, maar het past bij die tijd, bij de onrust en bij extreme situaties. Als je vrienden worden gearresteerd, zeg je niet: „Verdraaid.””

Wat voegt jouw boek toe?

„Er is inderdaad al heel veel over dit thema geschreven, maar ik hoop in ieder geval dat ik –als studente– vanuit het jeugdige perspectief deze groep mensen kan aanspreken op een in de geschiedenis terugkerend, universeel thema.”

Vanaf je twaalfde ben je Nederlands- én Duitstalig opgevoed. Hoe komt het dat je dit boek in het Engels schreef?

„Ik spreek Duits, Nederlands en Engels op hetzelfde niveau. De Nederlandse schrijftaal beheers ik niet meer zo goed en van Duitse naamvallen heb ik nooit veel begrepen, dus ik begon mijn boek automatisch in het Engels.

Als je verschillende talen beheerst, begin je respect te krijgen voor een taal. Je gaat talen met elkaar vergelijken en ziet bijvoorbeeld dat je iets in de ene taal niet precies hetzelfde kunt uitdrukken als in een andere taal. Verder houd ik erg van beeldspraak, zoals je die bijvoorbeeld in de speeches van Martin Luther King ziet –mijn absolute held– en ik probeerde af en toe een zin of twee in deze stijl in te bouwen.”

Waaraan moet een goed boek voldoen?

„Het moet lezers de fictieve wereld inzuigen en ervoor zorgen dat ze er niet meer uit willen. En een goed boek blijft door het hoofd van de lezers spoken, ook nadat zij het hebben weggelegd.”

Wat is het grootste compliment dat lezers je kunnen geven?

„Dat mijn verhaal hen aan het denken heeft gezet. En gewoon dat ze het een mooi boek vinden.”

Heeft het schrijven van dit verhaal je veranderd?

„Ik ben extreem voorzichtig geworden met vooroordelen, rechts-extremiteit en stereotypes. Ik probeer dingen nu voortdurend vanuit verschillende perspectieven te zien. Én ik ben erachter gekomen hoe interessant het verzet eigenlijk was en hoeveel je kunt leren uit de geschiedenis.”


Boekgegevens

”Charlotte”, Iris van der Horst; uitg. Brave New Books, Amsterdam, 2016; ISBN 978 94 0214 500 7; 296 blz.; € 22,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer