Rauw kinderboek over wat oorlogstrauma uitwerkt in gezin
Aardig is ze niet, de 11-jarige Ezra uit ”Suikerspin” van Derk Visser. Ze ergert zich mateloos aan haar speelse achtjarige zusje Zoë. Ze oefent voor de spiegel een „meedogenloze” blik. Ze probeert stoer te zijn door ”fuck” te zeggen. Ze steelt een topje uit een kledingwinkel – waar ze later door een winkelmeisje mee wordt gechanteerd.
”Suikerspin” is geen boek om zomaar aan je 10-jarige kind te geven. Het geeft scherp weer wat er speelt in de maatschappij. De toon in het boek is rauw. De wereld van de straat –Ezra groeit op in een achterbuurtmilieu– liegt er niet om. Maar juist daar tussendoor proef je dat ook Ezra haar zachte kanten kent. Ook zij heeft behoefte aan liefde. Aan een warm gezin. Dat is er nu niet, want haar vader heeft de oorlog „in zijn hoofd”. Sinds hij terug is van zijn buitenlandmissie is hij onberekenbaar. Hij rookt aan de lopende band. Hij schreeuwt veel. Als hij Ezra’s moeder slaat, gaat zij met Zoë naar een vrouwenopvang. Ezra blijft thuis – tot een maatschappelijk werkster ook haar ophaalt.
Visser kan heel subtiel duidelijk maken wat er ongeveer aan de hand is. Nergens zegt hij met zoveel woorden wat er met de vader is. Het blijkt. Als Ezra, Zoë en hun moeder de cavia begraven, bijvoorbeeld. „Papa niet. Die heeft zoveel mensen moeten begraven, daar kan geen cavia meer bij.”
Een plot heeft het boek nauwelijks. Visser schrijft zo goed dat je die niet mist. Een happy end ontbreekt. Gelukkig is er wel een sprankje hoop op herstel binnen het gezin.
Boekgegevens
”Suikerspin”, Derk Visser; uitg. Gottmer, Haarlem, 2016; ISBN 978 90 257 6120 2; € 13,95.