Accuratesse in borstkankeronderzoek
Enige tijd geleden werd me gevraagd mee te kijken met een beoordeling van een borstfoto van een oudere dame die een zwelling in haar borst had gevoeld. Op een eerdere borstfoto waren geen afwijkingen geconstateerd. Deze opnamen werden vervolgens voorgelegd aan een tweede radioloog die de verdenking uitsprak op een kwaadaardigheid in de linkerborst. Op basis van deze bevinding werd er op basis van echobeelden een weefselmonster (biopt) genomen en werd er een kwaadaardigheid geconstateerd.
We kennen allemaal het gezegde: van je fouten moet je leren. Je kunt dit nog mooier maken door hieraan toe te voegen: van elkaars fouten moet je leren. Om dit mogelijk te maken zijn wel enkele randvoorwaarden nodig. Zo is er een systeem nodig om fouten vast te stellen en moet er een format bestaan om fouten bespreekbaar te maken. Bovendien is er een sfeer nodig van onderling vertrouwen en respect voor elkaars autoriteit.
Helaas komen kwaadaardige veranderingen in de borst relatief veel voor. Omdat wij het systeem van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker kennen, wordt er veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om borstkanker zo betrouwbaar mogelijk op te sporen. De radioloog speelt hierin een duidelijke rol: elk mammogram wordt door een radioloog beoordeeld. Bij een afwijking voert ook de radioloog een echo-onderzoek uit en indien nodig neemt liefst dezelfde radioloog een stukje weefsel weg. Dit gebeurt meestal ook met behulp van een echotoestel waarbij het echobeeld wordt gebruikt om het juiste gebied in de borst terug te vinden waaruit het biopt genomen moet worden. Soms wordt hiervoor gebruikgemaakt van röntgenbeelden of MRI.
Het is bekend dat de betrouwbaarheid van de beoordeling van een borstfoto toeneemt als je dit laat doen door twee radiologen. Daarom wordt dit systeem van zogenaamde ”double reading” ook toegepast in het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Momenteel werk ik voor mijn klinische training in een ziekenhuis in Zwitserland waar alle radiologische beelden van de vakken interne geneeskunde en chirurgie worden besproken binnen een team van drie radiologen.
Maar er zijn meer mogelijkheden om de betrouwbaarheid bij het borstkankeronderzoek te verhogen. Zo werd vorige maand een onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift The Lancet Oncology door collega Bernardi en haar Italiaanse collega’s. Hierbij werd de techniek van tomosynthese geëvalueerd voor het opsporen van kwaadaardigheden in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Bij deze techniek worden meerdere röntgenopnamen van de borst gemaakt vanuit verschillende richtingen om een 3D-beeld van de borst te construeren. Bij bijna 10.000 vrouwen werden de tomosynthesebeelden vergeleken met de normale mammogrammen. Bij het gebruik van deze aanvullende tomosynthese werden ruim twee borsttumoren per duizend onderzochte vrouwen meer opgespoord. Hiervoor moest natuurlijk wel een ‘prijs’ worden betaald. Er werden namelijk 99 vrouwen meer geïdentificeerd met een mogelijke tumor die bij vervolgonderzoek toch geen kwaadaardigheid bleken te hebben. Kortom, we leren allemaal door vallen en opstaan. Soms kunnen nieuwe technieken ons helpen ons vak nog nauwkeuriger uit te oefenen, waarbij de uitdaging altijd blijft een juiste balans op te maken van de voordelen van hogere detectiegraad tegenover de nadelen van overdiagnostiek.