Opinie

Bijzonder onderwijs komt ter discussie

De scholen zijn allemaal weer begonnen. Begin deze week openden de laatste, in de zuidelijke regio, weer hun deuren.

Hoofdredactioneel commentaar
10 September 2016 13:05Gewijzigd op 16 November 2020 06:24
Een klas in Raalte (Overijssel) kreeg op de eerste schooldag vorig jaar verkeersles.  beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Een klas in Raalte (Overijssel) kreeg op de eerste schooldag vorig jaar verkeersles.  beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Leerlingen kunnen terecht op de school die het best bij hun levensbeschouwelijke identiteit past. Geld is geen belemmering. De overheid subsidieert zowel het openbaar als bijzonder onderwijs.

Van tijd tot tijd wordt gewezen op het grote voorrecht dat ouders en leerlingen in Nederland hebben. Er zijn landen waar maar één soort onderwijs is toegestaan: openbaar onderwijs. Dat heeft dan veelal een geseculariseerd karakter.

In andere landen is bijzonder onderwijs soms toegestaan. Maar dan moeten ouders het wel helemaal uit eigen zak betalen. Ieder die familie heeft in bijvoorbeeld Canada of Amerika weet dat het dan om forse bedragen kan gaan, soms oplopend tot 10.000 dollar per kind per jaar. Wie kinderen onderwijs wil laten volgen op basis van Bijbel en belijdenis, moet daar dus rekenen met een forse aanslag op het gezins­budget.

De vrijheid van onderwijs en de gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs –dat is onderscheiden– zijn bijzondere voorrechten. Wie dat zegt, ontmoet instemmend geknik. Het wordt altijd beaamd. Maar wordt het niet te snel beaamd? Beseffen mensen werkelijk wel hoe bijzonder het is om betaald bijzonder onderwijs te hebben?

Kostbaar goed is vaak bedreigd bezit. Ook dat wordt in zijn algemeenheid doorgaans wel toegestemd. Maar wie beseft werkelijk dat dit zo is?

Eind vorige week werd in de media het toelatingsbeleid van de reformatorische scholen op de korrel genomen. Een leerling is geweigerd omdat ze vanwege haar levensbeschouwelijke achtergrond niet past bij de identiteit van de school. In een televisieprogramma kreeg de schoolleiding eigenlijk niet de gelegenheid om de inhoudelijke argumenten voor de afwijzing toe te lichten. De opzet was duidelijk. De programmamaker wilde alleen maar zijn eigen overtuiging uitdragen: de overheid moet geen subsidie geven aan scholen die hun identiteit serieus nemen door een eigen toelatingsbeleid te voeren.

Natuurlijk kan men zich druk maken over het onfatsoenlijke gedrag van de cameraploeg. En dat was onfatsoenlijk. Maar dat is niet het meest ingrijpende. Zorgwekkender is dat er kennelijk een mobilisatie op gang komt om de financiële gelijkstelling af te schaffen. Nog niet zo lang geleden antwoordde een politicus op de vraag of dit inderdaad moest, veel­betekenend: „Nu nog even niet.” Met andere woorden: het moet wel, maar het komt politiek nu niet uit.

Ouders, docenten, besturen en kerk zijn echter gewaarschuwd. De voorrechten die er nu nog zijn, komen ter discussie. De regering denkt na over een andere invulling van artikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs is omschreven, Op het eerste gezicht lijken de voorstellen geen probleem, maar de zorg moet zijn wat de effecten op langere termijn zijn.

Laten ouders die nu met een gerust hart en soms met enige gemakzucht hun kinderen naar een eigen school sturen, meeleven met de school en vooral meebidden. Het gaat om bewaring van kostbaar en tegelijk bedreigd bezit.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer